Foto bij Opdracht 1 - Over Miraian

Link naar grotere kaart --> http://www.quizlet.nl/fotoboek/view.php?id=237769

Over Miraian en zijn geschiedenis

Ooit, vele eeuwen geleden, verrees uit de machtige zee een groot eiland. Dit land heette Miraian. Het land was groot genoeg om vele volkeren op te laten leven, maar het was nog jong. Er waren niet veel soorten wezens die het land bevolkten en ze waren niet talrijk.

Maar onder deze wezens waren er drie de machtigste. Zij waren de Goden, machtiger dan ieder ander.
De eerste van de drie was een vrouw. Ze heette Maraya en werd geroemd om haar schoonheid en wijsheid. Haar verschijning was met licht omhuld, en ze was gekleed in een witte jurk. Zelfs als ze een andere gedaante aannam, ging haar schoonheid niet verloren. Ook haar wijsheid was indrukwekkend. Ze kon de dingen van meerdere kanten bekijken en ze had grote kennis van het heden, verleden en bij vlagen zelfs de toekomst.
De tweede was een man, genaamd Kirrin. Hij was een groot en sterk man. Hij werd vaak beschreven als ‘hard als steen’, en die beschrijving paste goed bij hem. Ook had hij grote talenten in de smeedkunst, de bouwkunst en de bewerking van edelstenen. Met zijn hamer maakte hij de meest prachtige dingen.
De derde was ook een man. Zijn naam was Darkan. Hij was lastig te beschrijven en kende vele gedaanten. In hem lag de kracht van het goede en het kwade. Hij was een goede vechter en verlangde, meer dan de andere Goden, naar macht. Maar hij was ook dapper en slim, hoewel hij niet de wijsheid van Maraya of de hardheid van Kirrin had.

Over de rest van de wezens was weinig bekend. Veel waren niet meer dan geesten, verscholen in de bomen of het water. Boomgeesten, nimfen, zeemeerminnen… Vele namen kregen ze later. Maar deze wezens waren verbonden met de natuur, of dat nou de zee of het bos was. Ze waren er een deel van, en door de jaren heen werden ze steeds meer daar waar ze aan verbonden waren.
Ze waren niet allemaal zo, er waren er een paar die afweken van de natuurwezens. Deze hulden zichzelf in schaduwen. Zij waren onzichtbaar voor zelfs de ogen van de Goden, totdat hun tijd zou komen.

Dit jonge land kreeg helaas al snel te maken met het noodlot. De Goden waren wispelturig en krachtig, en de twee mannen kregen ruzie. Darkan eiste de macht op over het land, maar Kirrin vond dat hij daar geen recht op had. Maraya probeerde de mannen te kalmeren, maar werd al snel deel van het conflict.
De Goden beseften dat ieder van hen de macht zou opeisen, en om dat te voorkomen, creëerde elke God een volk. Deze volkeren zouden de strijd voor hen leveren.
Kirrin was de eerste die een volk in het leven riep. Hij maakte de dwergen. Deze wezens waren kort, maar sterk en hard als steen. Net als hun Goddelijke vader waren ze meestersmeden en goede vechters. Deze dwergen leefden zeer lang, maar uiteindelijk konden ze wel sterven uit ouderdom.
Ook Maraya maakte daarna een volk naar haar evenbeeld. Zij werden de elfen genoemd. Prachtig om te zien waren ze, en hun wijsheid kwam in de buurt van die van hun schepper. Sommigen konden in de toekomst kijken en zij waren het enige volk die kennis maakte met de magie. Ook waren ze ook de enigen die niet geraakt werd door ouderdom. Zij konden alleen sterven door middel van een wapen of een ziekte.
Darkan kon niet achterblijven en schiep ook een volk. De mensen hadden ook de eigenschappen van de God die hun had geschapen. De mensen leefden van alle wezens het kortst, maar ze waren met veel en plantten zich snel voort.

Vanaf deze periode begonnen de Grote Oorlogen. Elke God gebruikte zijn of haar volk om de macht te krijgen over het land. Helaas leidde dit alleen meer tot veel verdriet en wreedheid, en al snel zagen de Goden in dat dit moest stoppen.
Maar hun creaties luisterden niet meer naar hun scheppers. De haat voor de andere wezens zat te diep geworteld, en ze stopten niet met vechten. Daarom kwamen de Goden bij elkaar, om de laatste creaties te maken. De tovenaars werden naar de landen gestuurd. Eén vrouw en twee mannen, net als de Goden. Deze moesten de wezens tot bedaren brengen en voor vrede zorgen. Zij kregen de kracht van de magie, zoals zelfs de elfen nog nooit gezien hadden. Elk van hen kreeg een toren, verspreid over het land.
En de tovenaars kregen voor elkaar wat de Goden niet was gelukt. Na vele lange jaren oorlog heerste er een betrekkelijke vrede tussen de volkeren, hoewel het wantrouwen en de haat niet helemaal waren verdwenen.
Elk van de volkeren kreeg een eigen deel van het land. De dwergen kregen de bergachtige landen in het westen, waar ze diep dolven. De elfen kregen de bossen in het oosten, waar ze in contact konden blijven met de natuur. En de mensen kregen als laatste de uitgestrekte velden in het noorden, waar ze hun steden bouwden.

De dwergenlanden
De landen van de dwergen zullen niet opvallend zijn voor de gewone reiziger. Af en toe zal je tussen de uitgestrekte bergen een toren van donker steen zien. Maar deze torens zijn maar een klein deel van de indrukwekkende werken van de dwergen. In de bergen kun je pas zien hoe groot het volk der dwergen is. In het begin maakte dit volk zijn tunnels, veilig voor de oorlogen. En toen de grote vrede eindelijk aanbrak, werden tunnels zalen. Deze zalen zijn immens groot en de plafonds lijken niet te bestaan, zo hoog zijn ze. Hier wonen de dwergen, onder de grond. Hier is hun thuis.
De dwergen verspreidden zich in clans, met ieder hun eigen koning. De paleizen van deze koningen zijn het hoogtepunt van de kunst van de dwergen. Grote vuren verlichten de prachtige zalen, vol pilaren. Als je deze van dichterbij bekijkt, kun je de prachtigste motieven zien. Vaak werden ze ingelegd met de kostbaarste edelstenen. De dwergensmeden maakten de meest prachtige wapens, en later sieraden.
De gewone dwerg woont in huizen, bestaande uit steen. Hoewel deze minder groots zijn, worden ze meestal ook prachtig versierd en de meeste dwergen zijn dan ook uitermate trots op hun huizen. Dwergen worden na het begin van de vrede niet veel gezien buiten hun vestigingen, op wat handelaars na. Veel van hen willen niet hun geliefde ondergrondse woonplaatsen verlaten.

De meest noordelijke dwergenvesting is van de clan van koning Horin. Zijn dwergen zijn meesters in het bewerken van edelstenen, en de machtige zaal van de koning glimt dan ook van de vele kostbare edelstenen die in de zuilen zijn verwerkt. Zijn vesting wordt ook wel de edelsteen onder de berg genoemd, maar de meesten zeggen gewoon ‘de noordelijke dwergenvesting’.

De vestiging meer naar het zuiden is in handen van koningin Wiya. Dit is de enige vestiging waarvan echt een toren boven de bergen uitsteekt. De clan van Wiya heeft dan ook de beste bouwers van alle dwergenlanden en misschien wel van heel Miraian. Deze vesting wordt door de mensen ook wel ‘de toren’ genoemd, maar deze naam doet er geen goed recht aan.

De laatste dwergenvesting, tenslotte, wordt geleid door koning Ilag. Zij smeden het beste van alle dwergen, en voor de vrede aanbrak leverden zij de beste wapens. Nu zijn deze wapens niet meer nodig, en smeden ze werktuigen. Door de mensen wordt deze vesting de ‘zuidelijke dwergenvesting’ genoemd.

De dwergen hebben hun vestigingen lang geleden namen gegeven, maar die gingen verloren in de jaren. Sindsdien gebruiken ze geen andere namen.

De tovenaar die woont in de landen van de dwergen, heet Tiril. Hij verschijnt als een man van middelbare leeftijd met donker haar. Zijn specialisatie in de magie is het besturen van de elementen aarde en vuur. Er komen slechts weinig dwergen uit hun ondergrondse woonplaatsen, maar als ze dat doen, geeft de tovenaar ze een hartelijk welkom. Uiteindelijk kan de tovenaar het meestal goed vinden met de dwergen.

De elfenlanden
De elfenlanden bestaan uit eeuwenoude, wijdverspreide bomen. Vele dagen zou je kunnen ronddwalen door deze bossen, zonder één van de elfen tegen te komen. Maar als je licht door de bomen zag schitteren, wist je dat je een elfenstad had bereikt.
De elfen hadden zich verspreid over meerdere elfensteden. Deze steden lijken alsof ze gegroeid waren uit de bomen. De bouwkunst van de elfen is er zo gericht dat je op elke plek het gevoel hebt dat je buiten bent, maar toch genieten zij van de bescherming en de warmte van woonplaatsen.
De paleizen van de elfenheersers zijn vaak geplaatst in de hoogste bomen, waardoor ze een uitzicht hebben over de hele stad.
In deze bossen leven ook de oude wezens, de natuurwezens die al voor de elfen, mensen en dwergen waren gekomen. De elfen waren de eersten die ze ontdekten en contact met ze maakten. De zeemeerminnen bogen de stroompjes water voor ze af, zodat ze door de steden stroomden. De bosgeesten en nimfen bogen de bomen zo dat zij plaats maakten voor de steden en zo maakten de elfen hun steden zonder de steden te beschadigen. Door deze wezens schenkt het bos hun alles wat ze nodig hadden.

Er zijn vier elfensteden. Ik zal beginnen met de meest noordelijke. Deze stad word Itra genoemd. Elaia is de koningin, al vanaf het eerste moment. Zij is één van de oudste wezens op aarde, op de natuurwezens voor de scheppingen door de Goden na. Ze heeft de oorlogen helemaal meegemaakt, en de vrede zien komen. Haar rijk is het meest natuurlijk van alle elfensteden. Door haar hoge leeftijd kan ze het goed vinden met de natuurwezens, die haar graag helpen. Haar stad is dan ook de stad van de natuur.

De stad iets meer naar het zuiden heet Yrame, en wordt geleid door Elaios. Elaios is de enige zoon van Elaia, en daarom lijken beide steden erg op elkaar. Elaios is, net als zijn moeder, goed in staat om de natuurwezens te laten helpen. Elaios werd aan het einde van de Oorlogen geboren, en heeft lang onderwijs van zijn moeder gehad voor hij zijn eigen stad stichtte. Zijn stad is de stad van de kennis. Zijn volk besteed hun lange leven aan het bestuderen van oude boeken en het opdoen van meer kennis, door na te denken en te experimenteren.

De derde elfenstad heet Faijara. Deze wordt opnieuw geleid door een koningin, genaamd Ejura. Dit is de stad van de magie. Deze elfen verlaten het meest van allen de bossen om de tovenaars te bezoeken. Deze nieuwe kennis geven ze weer door aan de achtergebleven elfen, waardoor deze elfen een grote kennis van magie hebben.
De stad is deels gemaakt door magie, en daarom is natuur van minder grote invloed. De gebouwen zijn opgetrokken uit steen, maar hebben wel het typische elf-achtige. Door de magie kunnen de huizen vreemde, maar prachtige vormen aannemen. Daarom hebben sommigen huizen vormen die onnatuurlijk zijn en het kasteel van Ejura reikt hoog de lucht in.

De vierde en meest zuidelijk elfenstad is in handen van koning Aramas en heet Umera. Dit is de stad van het licht. Deze elfen, hebben in tegenstelling tot hun verwanten, allemaal goudkleurig haar. Hun huid is licht van kleur, en in combinatie met de zon die door de bladeren schijnt lijkt de stad en haar inwoners een helder licht af te geven. Deze elfen leven het meest teruggetrokken, en ze houden zich bezig met wandelingen door het bos en lange gesprekken. Niemand weet hoe het komt dat deze stad zo’n licht uit laat stralen, maar voor een buitenstaander is het een geweldige schouwspel.

De tovenares die in de elfenlanden woont, heet Samasa. Ze woont aan de rand van het bos, het meest dicht bij Faijara. Ze onderwijst vaak elfen die hiervandaan komen. Ze verschijnt als een jonge vrouw, en haar krachten zijn licht, kennis en wijsheid.

De mensenlanden
De mensenlanden zijn het meest duidelijk te herkennen. Al vanaf een grote afstand kun je de dorpen en steden zien die de mensen hebben gebouwd.
Dit ras is na de grote vrede erg succesvol geweest. Na een korte machtsstrijd ontstond er een dynastie, die eeuwen standhield. Vele steden en dorpen werden daarna gebouwd. De grond is vruchtbaar, en de mensen hebben het goed.
Als je door het gebied reist, zal je veel dorpen en steden tegenkomen. De mensen zijn druk geweest en zijn snelle bouwers. Naast het feit dat de grond vruchtbaar is, hebben alledrie landen een uitstekend klimaat. De winters zijn niet te streng en de zomers niet te warm. Zo gingen alle mensen gouden jaren tegemoet, net als de andere wezens.

Vlak naast de rivier de Terias, die ontspringt in het gebergte en zich daarna splitst, ligt de hoofdstad van het mensenrijk. Deze stad heet Hevar en hier woont ook de koninklijke familie, die bestaat uit koning Erias, zijn vrouw Alaisa en zijn twee zoons Tarin en Raos. Door de ligging nabij de rivier heeft de stad genoeg water en af en toe komen er schepen langs. Er wordt soms zelfs gehandeld met de andere volken.
Voor de rest bestaat het mensenrijk uit kleine dorpjes, op de stad Faron na. Deze stad ligt dichtbij Hevar en is daardoor een belangrijke handelspartner. Daarnaast staat hier de kathedraal voor Darkan. De mensen zijn namelijk de enige die hun schepper aanbidden. Ze erkennen ook de andere Goden, maar deze aanbidden zij niet.

De tovenaar die op het gebied van de mensen woont, heet Garos. Hij ziet eruit als een oude man met een baard. Zijn krachten zijn het besturen van de elementen water en lucht. Veel van de mensen zijn bang voor magie en keren zich er vanaf, maar Garos is hun altijd goedgezind geweest. Als hij dan ook een bezoeker krijgt, wat niet vaak voorkomt, is hij altijd vriendelijk en bereid om zijn bezoekers te onderwijzen. Daarom krijgt hij ook wel eens bezoek van de elfen uit Faijara.


Nu rijden de Goden rond door hun landen, vermomd als één van het door hun gecreëerde volk.
Maar op een dag ontdekten de dwergen iets. Iets rustte in hun geliefde bergen, en zij wisten dat het hun niet goedgezind was. Maar ze wisten niet wat het was.
Ondertussen leed in het elfenrijk een jonge elfenvrouw aan een mysterieuze ziekte. Vele genezers stonden rond haar bed, toen ze haar laatste woorden sprak. Het was een voorspelling:

Uit de bergen hoog en koud
komt een gevaar, zo oud.
De duisternis valt, licht verdwijnt
als de zwarte draak verschijnt.

Reageer (2)

  • Muizlet

    Erg mooi, je beschrijft een heel land en toch is het niet saai! (yeah)

    6 jaar geleden
  • Kobyla

    Waarom doet dit me een beetje aan de Silmarillion denken......
    Maar goed geschreven.
    Wou ook graag aan de wedstrijd meedoen, maar ik was te laat. Heb nog een hele kleine kans...

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen