Foto bij - 1 -

Het is vanuit de ik-persoon geschreven, en Faith is dan dus de ik-persoon.
Kudo Needs Hugs.
Tips altijd welkom, maar ik ga niet mijn schrijfstijl helemaal veranderen.
Het verhaal is niet in deze tijd, maar ook niet vroeger of later, het is een neutrale tijd.

[ Schuin gedrukt is een soort flashback, gewoon iets wat vroeger gebeurd is. ]

De zon schrijnt fel in mijn ogen als ik wakker word. Na een uur voel ik dat het warmer is geworden. Ik schop de deken van me af, trek een kort broekje aan en pak mijn hemdje. Ik trek het hemdje over mijn hoofd en stap in mijn slippers. Ik vlieg mijn kamer uit en sta binnen een paar seconden buiten. Mijn tante komt met een vrolijke lach op haar gezicht naast me staan. 'Lekker weer he?' Zegt ze. Ik knik en ga zitten aan de grote tafel in de tuin. Mijn tante verdwijnt naar binnen en komt na een kwartier terug met thee en koekjes. 'Lekker!' Roep ik enthousiast, dit weer maakt me blij. Mijn tante komt ook aan de tafel zitten en zet de thee voor me neer. 'Dankjewel.' Zeg ik, ik ben haar echt dankbaar voor alles wat ze voor me doet. Ze zorgt voor me alsof ik haar eigen kind ben. Zij en mijn moeder waren vroeger echt de beste vriendinnen, ook al waren ze zussen. Mijn tante is er een hele tijd kapot van geweest dat mijn moeder overleden was. Ik heb er niet zoveel mee gezeten, ik kende haar amper, ik was 3 jaar. Nu ben ik 16 en mijn tante voelt voor me als een moeder. Mijn tante heeft geen man, dus we zijn met zijn tweeën, vrouwen onder elkaar. Het is altijd heel gezellig, en we hebben altijd lol. Vroeger had ik nog wel eens ruzie met haar, omdat ik naar mijn moeder wou. Maar nu heb ik geaccepteerd dat dat niet meer kan, en boeit me niet meer zoveel. Natuurlijk heb ik liever dat mijn moeder er nog wel is, dat zou iedereen liever hebben. Maar nu leef ik hier, en ik heb een geweldig leven. Ik help mijn tante op het kleine boerderijtje waar we op leven, en dat vind ik heel leuk om te doen. Vooral het zorgen voor de kleine lammetjes die er elk jaar weer zijn vind ik leuk. Als ik een keer tijd voor mezelf heb ga ik meestal wandelen in de heuvels om ons boerderijtje heen. Vaak ben ik langer dan 3 uur weg. Het is heerlijk om zo vrij rond te lopen en te doen wat je wilt. Maar ik voel me wel vaak alleen, want we wonen ver van de bewoonde wereld af. Ik ken niemand anders dan mijn tante. Nouja, ik heb 1 iemand, en daar 'speel' ik elke dag mee...

'Tante, mag ik alstublieft een puppy?' Ik keek mijn tante aan met grote puppy ogen. Ik had altijd al een hond willen hebben... maar het mocht nooit. 'Nee Faith, ik heb je al uitgelegd waarom ik dat niet wil!' Zei mijn tante licht geïrriteerd. Verdrietig keek ik naar de dierenwinkel een paar meter verderop. Er was een heel schattig hondje te koop, en ik wou perse dat ene hondje. Dus toen ging ik een keer alleen op weg naar de dieren winkel, (Toen leefden we nog in de bewoonde wereld), en even later was ik op weg naar huis met een kleine zwarte puppy in mijn armen. Maar toen ik later thuis kwam werd mijn tante woest. Ze stuurde me naar mijn kamer en ze pakte de puppy van me af. Met tranen in mijn ogen liep ik naar mijn kamer en wachtte daar tot mijn tante me op kwam halen. Mijn tante had de puppy toen blijkbaar op de bank gelegd, want toen ik later weer naar beneden mocht lag de puppy lekker naast haar te slapen. 'Ik vind haar wel heel lief.. zullen we haar houden?' Zei ze. Ik was dolgelukkig, ik had een vriendje om mee te spelen. Ik heb de puppy Butterfly gedoopt, omdat het een drukke puppy was. Ik heb haar nu nogsteeds, en ze is nogsteeds even druk.

Butterfly komt aangerend, ze heeft haar bal in haar bek. Ik pak de bal uit haar bek en gooi hem zo ver mogelijk. Meteen sprint ze erachteraan, en als ze de bal heeft gepakt, komt ze ook weer terug sprinten. Ik gooi de bal nog een keer en sta dan op. 'Ik ga weer wandelen.' Zeg ik tegen tante. 'Ben je voor het middag eten thuis?' Ik knik, maar ik kan mijn belofte waarschijnlijk niet waarmaken. Ik loop naar binnen en ren de trap op. Als ik binnen kom in mijn kamer realiseer ik me dat mijn kamer echt een bende is. Ik kan maar beter weg zijn voordat tante mijn kamer ziet, anders moet ik straks eerst mijn kamer op ruimen. Snel trek ik een lange broek aan en pak een vest, die doe ik pas aan op de terugweg, als het kouder is. Even later ben ik alweer buiten en ik roep Butterfly. Ze komt eraan en samen wandelen we naar een heuvel, de heuvel die ik maar al te goed ken, de heuvel waar ik ook wel eens kwam met mijn tante en broertje, tot mijn broertje werd overleed terwijl hij aan het wandelen was, hij gleed van een steile helling af, kwam met zijn hoofd op een steen en was opslag dood. Het was verschrikkelijk, de eerste dode die ik echt meemaakte, ik was twaalf hij was acht. Mijn tante verbood me een lange tijd om weer terug te gaan naar die heuvels, maar ik heb haar overgehaald, het mag weer. Ik kan niet zonder mijn heuvels, de heuvels zorgen ervoor dat ik me vrij voel. Zonder enige moeite bereik ik de top van de heuvel, de plek om na te denken. Butterfly rent rond en ik lig in het gras, te genieten van mijn uitzicht.

Reageer (4)

  • Befour

    Hoe spreek je ''Faith'' eigenlijk uit? ;)! NIEUWE ABO XX.

    1 decennium geleden
  • xCheyenn

    Wauw ! Echt geweldig, super mooi geschrijven, je schrijft zeker erg goed. (H) Hoop dat je snel weer verder gaat ;D Ik neem een abo !

    1 decennium geleden
  • 1TWILIGHT

    Mooi geschreven! *nieuwe abo erbij*;)

    1 decennium geleden
  • simmerdim

    Je schrijft goed. : )

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen