2.
Ik keek verbaasd hoe het meisje wegzwom. Blijkbaar had ze haast. Ik wilde nog wat vragen, maar ze was al om de hoek verdwenen. Ik klom voorzichtig bij de aangewezen rotsen omhoog. De soldaten keken even om zich heen, maar toen gingen ze weg. Opgelucht klim ik de weg op. Ik kijk nog een keer uit over de zee, maar het meisje dat mij gered heeft is niet meer te zien. Teleurgesteld loop ik de stad in.
Ik zit in een kroeg, waar ik wat rum heb bestelt. De deur gaat open en ik duik achter de tafel. Ik kan nu echt geen marine op m'n dak gebruiken. Voorzichtig kijk ik over de rand. Het meisje die mij gered heeft, komt bedeesd de ruimte binnen. Mijn hart springt op. Ik kan geen verklaring verzinnen, dus ik zeg in mezelf dat ik haar nog vergeten was te bedanken. Het meisje loopt naar de bar. Zelf kom ik weer voorzichtig boven de tafel uit en glijd weer met een gerust art op mijn stoel. Het meisje bestelt wat en komt richting mijn tafel. 'Hoi,' zegt ze. 'Hoi,' zeg ik ademloos.
Er zijn nog geen reacties.