Foto bij || OO4

||Hogwarts

||Draco||


Mooie ogen in een knap gezichtje, meer was ze niet. Aurora Frost mocht anderen dan angst aanjagen, hem maakte ze niet bang met die intimiderende blik. Nou ik kon net zo kijken. Zonder te knipperen staarde ze me aan en ik nam me voor zonder ook maar een keer te knipperen terug te blijven kijken tot zij het op zou geven. Haar ogen hadden een aparte kleur blauw, een kleur die ik nog nooit eerder had gezien. Ik had mezelf er al vaker op betrapt dat ik erachter probeerde te komen aan wat die kleur me deed denken. Aan wat zij me deed denken. Maar voor ik op het woord kwam verbrak zij het oogcontact, en wel op zo'n manier dat ik geen triomf kon voelen. Op een manier die aangaf dat ze die uitdaging niet waardig vond en me aankeek wanneer zij achtte dat te doen. Dat maakte me boos.

'Geef eens antwoord.' Snauwde ik. Mijn frustratie leek haar te plezieren. 'Sinds wanneer word ik geacht mijn aanwezigheid te verklaren aan jou.' Haar zachte stem zweefde door de ruimte. Ik besefte dat dit de eerste keer was dat ze regelrecht tot mij sprak. Ik had haar wel eens horen antwoorden tijdens lessen of mensen op hun plaats horen zetten bij een misstap jegens haar, maar pas nu viel het me op dat ik haar stem aangenaam vond. 'Sinds ik me doodschrik omdat jij ineens opduikt.' Beet ik haar toe, waarna ik de laatste treden van de trap afdaalde. Aangezien zij had besloten mij niet meer aan te kijken besloot ik te doen alsof me dat geen ruk uitmaakte en ik liep langs haar heen richting een fauteuil. 'Ik dook niet op, ik zat hier al uren. Dan moet je maar gewoon op je kamer blijven.' Haar stem leek altijd dezelfde ondertoon te hebben. Het was een mengeling van afkeuring, verveeldheid en ergernis. Als ik gehoopt had op het oppervlak van haar gezicht iets anders dan dat te ontdekken, werd ik teleurgesteld. 'Ik gewoon op mijn kamer blijven? En wat doe jij hier dan om drie uur 's nachts?' Ze raakte meer geïrriteerd door mijn nieuwsgierigheid en begon anders uit haar ogen te kijken. 'Zeg jij? Voor zover ik weet zit jij hier nu ook. En vooralsnog hoef ik me niet te verantwoorden.' Na die bijtende woorden draaide ze zich om en maakte aanstalten weg te gaan. Haar haren glansden mysterieus in het vreemde licht dat het meer naar binnen wierp. Haar figuur was tenger, zandloper vormig, maar ze liep zelfverzekerd en met een bepaalde kracht. Plotseling besefte ik dat ik niet wilde dat ze wegging.

'Waar dacht je heen te gaan?' Sneerde ik. Het bracht haar niet tot stilstand maar ze ging wel langzamer lopen. Ze leek te twijfelen of ze antwoord zou geven op de vraag. Toen ze dat deed klonk ze spottend. 'Slaapzaal. Waar ik hoor te zijn en waar ik in het vervolg blijf om.. onaangename verassingen te vermijden.' Boos sprong ik overeind vanuit mijn stoel. Nog nooit had iemand mij een 'onaangename verassing' genoemd, en al helemaal geen meisje. Ik deed een paar stappen in haar richting en door mijn beweging bleef ze staan en keek over haar schouder schattend naar mijn gezicht. In haar ogen zag ik even een blik waaruit ik op kon maken dat ze verbaasd was over mijn felheid. 'Je hebt wel veel praatjes voor zo'n vriendloze buitenstaander.' Die opmerking leek haar aandacht te trekken en ze draaide zich half naar me om, haar lippen getuit en met een peilloze blik in haar ogen. 'Je verwacht ongetwijfeld dat je opmerking me iets kan schelen. Helaas moet ik je teleurstellen. Wie zegt dat ik er niet voor kies een vriendloze buitenstaander te zijn?' Ze leek haar woorden te menen en dat verbaasde me eigenlijk helemaal niet. Sterker nog, nu ik erover nadacht deed ze geen enkele moeite wel bij iets of iemand te horen. Ze was altijd alleen en ik had haar nooit horen klagen. 'Dus je bent zo'n loner?' Vroeg ik haar en hoewel ik probeerde spot in mijn stem te leggen, slaagde dat maar half. Ze knikte alleen en draaide zich daarna weer om. Deze keer deed ik geen enkele moeite haar tegen te houden. Ik keek enkel hoe ze de trap op liep en toen door een van de deuren verdween, zonder maar een keer om te kijken.

Nadat ze weg was, bleek dat ik was vergeten wat ik ook al weer ging doen op dit tijdstip. Zonder er verder over na te denken keerde ik terug naar mijn slaapkamer. Daar aangekomen trok ik mijn kleren uit en ging met enkel mijn boxer nog aan onder de dekens liggen. Zelfs toen had ik het nog warm. Plotseling bedacht ik me dat ik eruit was gegaan omdat ik niet moe was en de slaap niet kon vatten. Mijn uitstapje van daarnet had daar helaas geen verandering in gebracht. Dus terwijl ik daar zo wakker lag te staren naar het plafond van mijn hemelbed, gingen mijn gedachten met me op de loop. Ze dwaalden als vanzelf naar het meisje waarmee ik net nog had staan bekvechten. Hoewel ik de enige was geweest die zijn geduld verloor. Het kwam niet vaak voor dat ik zo reageerde, ze had me zonder enige moeite te doen uit mijn schulp gelokt. Ik zag haar gedaante weer voor me en voelde een vreemd verlangen in me op komen. Ze had me nieuwsgierig gemaakt. Ik had het verlangen erachter te komen wat er in de diepten van haar ogen lag. Ik wilde weten waarom ze was zoals ze was en waarom het niemand ooit eerder was opgevallen hoe fascinerend ze was. Want dat was ze zonder twijfel. Terwijl ik daar zo lag nam ik onbewust een besluit. Ik zou net zo lang doorgaan tot ik alles over haar wist, elk detail, hoe klein dan ook. Zodat ik alle puzzelstukjes die Aurora Frost vormde tot een geheel kon maken. Al moest ik haar ervoor stalken tot ze me aanvloog. En morgen, morgen zou ik meteen beginnen.


Reageer (7)

  • Gafford

    Leuk! Dit verdient in de top!

    1 decennium geleden
  • Lostage

    yeah echt orgineel dit verhaal :D
    love it ^^

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen