Lira`s vertrek.
`Wat leuk dat je eens vroeg wakker bent?`zei Lira tegen Jade die uit haar bed gerold kwam.`Ik heb ook niet kunnen slapen.`zei Jade. `Maar jij kunt altijd slapen, je slaapt door onweer en alles heen. Wat is er dan?`Vroeg Lira.`Nou ik zat te denken dat als je er niet meer bent. Aan wie moet ik dan mijn verhalen vertellen?`zei Jade. `Je krijgt vast wel een leuk cel maatje hier.`zei Lira. `Jij hebt makkelijk praten. Jij bent zo weg hier.`zei Jade en begon te snikken.`Niet huilen. Kom hier.`zei Lira en trooste haar.`Je hoeft niet te huilen ik kom je gauw wel eens opzoeken.``Wel doen, hé?`zei Jade al een beetje minder verdrietig.
`LIRA JANSE!`Riep een van de agenten richting de cel van Jade en Lira.`Volgens mij moet je gaan.`zei Jade.`Ik weet het.`zei Lira. Ze gaven elkaar nog een laatste knuffel en de agent nam haar mee. Jade bleef kijken tot ze verdween om de bocht.`Daar gaan een goede vriendin.`zei ze tegen haar zelf.
Een agent kwam naar haar toe en zei:`Ik weet dat het hard is voor je om nu alleen te zitten, maar er komt over twee dagen iemand anders bij je in de cel.``Wie dan?`Wilde Jade graag weten, maar de agent knikte`Nee`. Jade keek gelijk met haar hoofd weer tegen de grond.
`Lief dagboek,
Er is vandaag iets speciaals van me weggegaan, alsof ik nu iets mis. Als ik morgen wakker wordt zal ik altijd denk aan de woorden `Opstaan` en `Je bent te laat` van Lira. Ik ga haar zo erg missen. Ik kan nu ook niet veel schrijven, want de agenten komen nu alle cellen controleren of iedereen al in bed ligt.
Groetjes Jade Wades.
Er zijn nog geen reacties.