Part of the job
Nu.
De kamer waarin we binnen kwamen was donker, op een paar brandende kaarsen na.
In het midden van de kamer stond een ronde, donkerbruine tafel met 6 stoelen waarop 3 mannen en 3 vrouwen zaten, en achter elke stoel stonden nog eens 2 personen.
Abbigail en ik namen geruisloos onze plek in achter de overgebleven stoel.
Niemand begroette ons.
Geen woord, geen handgebaar of zelfs maar een knik ter herkenning.
Het gesprek ging gewoon door alsof we lucht waren.
`Waarom zouden we dit nog langer toestaan? Ze worden te gevaarlijk om nog langer te negeren. Ik zeg dit in belang voor ons allemaal: We moeten ze stoppen!´
De vrouw die aan het praten was terwijl we binnenkwamen eindigde haar monoloog en liet zich achterover zakken.
Het was doodstil terwijl alle ogen waren gericht op de man die voor me in de stoel zat.
Hij zei niets, haalde alleen een hand door zijn donkere haar om daarna een paar keer met zijn vingers op de tafel te trommelen.
Ik onderdrukte de neiging om met mijn ogen te rollen.
Dit deed hij nou altijd, een gespannen sfeer creëren waardoor anderen zich afvroegen wat ze verkeerd hadden gedaan.
Hij had altijd al gevoel voor drama gehad.
`Damion´, zei de vrouw die net gesproken had.
Damion stak met een resoluut gebaar zijn hand op en rechtte zijn rug voordat hij eindelijk begon.
`Bedankt voor je bezorgdheid Catherine, maar misschien moeten we de anderen eerst uitleggen waar we het over hebben voordat we overhaaste beslissingen nemen.´
Catherine´s mond verstrakte maar ze gaf een stijf knikje.
`Wachters, we hebben een probleem.´
Er zijn nog geen reacties.