Foto bij Hoofdstuk 1!

“JE STOND TE ZOENEN MET MIJN BESTE VRIENDIN!” schreeuw ik boos naar mijn vriendje. Of eigenlijk ex nu.
“Liefje…het was niet…,” begint hij, maar ik wil het niet eens meer horen.
“Nee, laat maar zitten. Ik ben klaar met jou,” zeg ik en ik draai me om en loop weg.
“Liefje, waar ga je heen?”
“Ten eerste ben ik je liefje niet meer en ten tweede ik ga naar huis. Lopend.”
“Maar, lief..,” ik geef hem een dodelijke blik en hij valt meteen stil.
Dan begint hij opnieuw. “Caitlin, laat me je thuis brengen,” zegt hij.
“Dave, nee. Ik stap niet meer bij jou in de auto. Dag en nog een fijn leven.”
Met grote passen loop ik weg. Het is koud buiten. Ik ben vergeten mijn jas mee te nemen en nu loop ik hier in mijn galajurk.
Het had zo’n mooie avond moeten worden. Waar is het nou fout gegaan? Ik was altijd zo gelukkig met Dave. Of nou ja..altijd. Dat kan ik ook niet zeggen. Meestal wel.
Hoe kan hij me dit aandoen. Ik heb speciaal een jurk voor deze avond laten maken. Ik heb mijn ouders hiervoor moeten smeken.
Mijn ouders zijn erg rijk, maar ze hebben mij altijd een normale opvoeding gegeven en mij geleerd dat ik voor dingen moest werken. Al wil mijn vader nog wel eens smokkelen hierin, want hij ziet mij graag gelukkig. Stiekem ben ik dus wel een klein beetje verwend. Toch kan hij mij nu met niks gelukkig krijgen. Wat Dave heeft gedaan met mijn beste vriendin. Ik ben en mijn beste vriendin en mijn vriendje kwijt. Dat allemaal op één avond.
Ik wil er even niet meer over nadenken. Ik stap stevig door richting huis. Dan zie ik het bos al. Mijn ouders hebben mij altijd verboden door het bos te gaan in het donker. Toch doe ik het regelmatig, omdat het sneller is. Dus ook nu. Ik wil zo snel mogelijk thuis zijn, douchen, mij oprollen onder de dekens en deze avond vergeten.
Zonder twijfel loop ik het bospad op. Ik ken dit bos zo goed dat ik ook in het donker de weg weet te vinden. Ik kijk omhoog tussen de takken van de bomen door en zie dat het volle maan is. Wat een prachtig gezicht is dat toch. Ik heb alle meerdere keren geprobeerd om de maan vanaf dit punt te tekenen. Precies tussen de takken door, maar het wordt nooit helemaal perfect. Op de één of andere manier lukt het mij gewoon niet. Ik sta al een tijdje naar de maan te staren als ik ineens opschrik van een geluid.
Ik kijk om me heen, maar zie niks. Langzaam loop ik verder. Dan hoor ik het geluid weer. Alsof er iemand achter mij aan loopt. Ik blijf staan en draai een rondje om mijn eigen as. Het zweet staat me in de handen en mijn knieën beginnen te knikken.
“Ha…ha…hallo?” zeg ik zachtjes met een trillende stem, “Is daar ie..ie..iemand?”
Nog een keer draai ik een rondje om mijn eigen as en dan zie ik ze. Twee goudgele ogen die mij recht aanstaren. Voor even blijf ik er naar staan kijken en als ik dan knipper met mijn ogen zijn de twee goudgele ogen weg.
Van angst begin ik nu te rennen. Ik ren zo hard ik maar kan. Ik moet weg uit dit bos. Zo snel mogelijk. Wie of wat het ook geweest is het mag me niet te pakken krijgen. Toch is dit lastig met zo’n lange jurk aan, maar ik doe mijn best om zo hard mogelijk vooruit te komen. Angstig kijk ik om me en let niet meer zo goed op waar ik nou precies loop.
Dan struikel ik. Doordat ik mijn jurk vasthoud, lukt het mij niet om mezelf op te vangen. Het laatste wat ik dan ook voel is hoe mijn hoofd tegen een enorme boomstam aanslaat. Langzaam voel ik mezelf wegzakken in een diepe slaap. Ik probeer er nog tegen te vechten, maar mijn lichaam voelt zo zwaar dat ik het gevecht verlies en mijn ogen dichtzakken.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen