Uit de lucht komen vallen
Ik lag op de grond. Vlak nadat ik de tekenen op een rijtje had gezet was er een jongen op me gevallen.
Eerst dacht ik dat hij lentegroen haar had, pupilloze ogen en een wit gewaad, maar ik had het mis. Hij had sneeuwwit haar en hemelsblauwe ogen, een wit t-shirt en een spijkerbroek.
Het was alsof je kon verdrinken in zijn ogen, een hemelsblauwe zee, het licht reflecterend.
Hij lag nog steeds over me heen. Nu kon ik hem beter bekijken. Hij was ongeveer vijftien jaar. Hij had een hele lichte huidskleur voor de lente, zijn huid vlekkeloos. Hij had twee gouden oorringen en best lang haar in een losse staart, gebonden met een blauw elastiekje, op twee plukjes na, die hingen langs zijn hoofd, over zijn schouders.
Ik was sprakeloos, ik was zoekgeraakt in zijn diepe ogen.
Ik lag op een meisje. Vlak nadat ik per ongeluk door die poort was gegaan was ik gevallen op een meisje.
Eerst dacht ik dat ze lang, goudblond haar, azuurblauwe ogen en een zilveren hoofdband op haar voorhoofd had, maar ik had het mis. Ze had iets donkerder blond haar, grijze ogen waarvan er één naar blauw neigde en de ander naar groen, een blauw t-shirt en een witte zomerbroek.
Ik lag nog steeds over haar heen. Nu kon ik haar beter bekijken. Ze was ongeveer veertien jaar. Ze had een heel bleke huidskleur, alsof ze maar een paar keer in de zon was geweest, haar huid bijna vlekkeloos. Haar ogen leken op het eerste gezicht helder, maar als je dieper keek leken ze haast gebroken. Ze had middellang haar, met twee plukjes over haar schouders, aan de ene kant achter haar oor en aan de andere kant eroverheen.
Ik was sprakeloos, betoverd door haar schoonheid.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
"Ahem, wat zijn jullie aan het doen?"
Er zijn nog geen reacties.