20. Kerstmis
Ik keek in de spiegel. Had ik je al iets verteld over mijn uiterlijk? Meeste mensen noemden me mooi. Ik wist het zo zeker nog niet. Het was weer bijna Kerstmis en de weken waren voorbij gevlogen. Ik zag dat vanuit de spiegel een meisje met grasgroene ogen me aankeek. Elf jaar oud. Ik had stijl lichtbruin haar tot mijn ellebogen en een pony. Er zaten blonde verticale strepen in. Het mooiste aan die blonde dingen waren dat ze niet geverfd waren, maar puur van mezelf. Ik droeg een bootcut jeans met zwarte AllStars en een paarse coltrui. Ik liep dichter naar de spiegel. Je kon het op het eerste ogenblik niet zien, maar ik had wat lichtbruine sproetjes op mijn neus en onder mijn ogen. Ze maakten me met mijn haar en ogen heel lieflijk en braaf. Dat wou ik niet zien, dat was ik ook niet helemaal...
Ik had in een brief mijn ouders uitgelegd dat ik op Zweinstein bleef, omdat al mijn vrienden ook bleven. Dat was alles behalve waar. Dylan en ik hadden zelfs de slaapzalen van de eersteklassers voor ons alleen! Het was wel leuk, maar ik miste de gezelligheid en de drukte in de slaapzaal 's avonds. We zaten meestal nog een uur te gieren en te klooien voordat we echt gingen slapen. Van Griffoendor bleven Dylan, ik, een stille jongen met zwarte krullen uit de vierde en twee giechelige meisjes uit de zesde. Ik legde mijn handen op de reling en zuchtte. Ik stond bovenaan de trap naar de slaapzalen en keek uit over de leerlingenkamer. Hij was helemaal leeg.
Ik sjokte naar de Grote Zaal, waar iedereen al was. Tenminste, iedereen? Voor iedere afdeling en de hoofdtafel met de leraren was een kleine ronde tafel neergezet. Ze waren niet allemaal even groot, omdat er niet op elke afdeling even veel bleven. Op één tafel lag een goud met rode tafelkleed en ik herkende Dylans achterhoofd. Ik liep met mijn handen in mijn kontzakken naar de tafel toe. De meisjes zaten er al, net als de stille jongen en ik had Dylans achterhoofd goed herkend. Ik ging op de stoel naast hem zitten. 'Hey', zei hij, terwijl hij jam over zijn toost smeerde. Ik glimlachte naar hem. Dylan maakte me altijd vrolijker dan ik was en zeker met Kerstmis voelde het goed om dicht bij hem te zijn. Ongelooflijk. Ik kende hem amper vier maanden en we waren nu al stapelverliefd. Er knaagde alleen nog iets aan me: leeftijd.
Dylan en ik stapte de leerlingenkamer binnen en gingen op twee vormeloze fateuils zitten. Dylan haalde zijn Toverschaakset uit zijn tas en ik glimlachte. Ik won, zoals altijd. Het voelde goed. Dít was de manier waarop wij elkaar aardig vonden. De eerste ontmoeting. Ik keek hem aan, maar keek snel weer naar het schaakbord. Ik bloosde.
Ik zat op bed. Ik had mijn pyjama al aangetrokken en schreef een nummer op een stuk perkament. Ik had pas nog van professor Slakhoorn een toverdrank leren maken die de muziek speelt die jij wilt horen door de tekst in de ketel te dopen, het te laten drogen en dan, elke keer als je de muziek met of zonder tekst wil horen, een bepaalde spreuk uitspreekt. Ik had er hard op geoefend en ik vond dat het tijd was om het echt uit te proberen. Ik schreef:
The first time I saw you
it was so magical.
The first time I saw you
I immediatly fell in love.
The first time I saw you
I drowned in your eyes.
The first meet
it was special, for you and for me.
The first meet
it was the key of love, it was destiny.
The first meet, something between you and me.
Verder kwam ik maar niet! Ik schudde mijn hoofd en propte het stuk perkament onder mijn kussen. Ik legde de veer weg, samen met het dichtgedraaide inktpotje. Ik sloot mijn ogen en viel in slaap, dromend over Kerstmis met Dylan.
Reageer (1)
Ahh ze zijn zo schattig
1 decennium geledenSnel veder