Prologue.
hope you like it,
Xx.,
'Waarom doe je dit, je weet toch dat ik het niet leuk vind als je aan mijn spullen zit, ik heb je al duizend keer gevraagd niet aan mijn spullen te zitten!'
Ik sprong op van mijn stoel en beende boos naar hem toe, om vervolgens mijn spullen uit zijn handen te trekken.
Hij keek me verontwaardigd aan. 'Nou, het spijt me hoor, ik wist niet dat je geheimen had voor mij!' Hij sloeg zijn armen over elkaar en fronste. Zijn normaal heldere ogen werden verduisterd door zijn wenkbrauwen die er dreigend boven hingen in een frons die de laatste dagen wel op zijn gezicht gebeeldhouwd leek.
'Je weet best dat ik geen geheimen voor je heb. volgens mij ben jij de ene die hier geheimen heeft!' Riep ik terug. Ik wilde dat hij eens even normaal zou doen. Niet ik, maar híj deed hier raar de laatste tijd.
Even keek hij me een beetje van zijn stuk gebracht aan. Toen schreeuwde hij terug: 'ik heb nooit, maar dan ook nooit geheimen voor je gehad en jij had beloofd geen geheimen voor mij te hebben, maar nu begin ik aan je te twijfelen. je doet zo kortaf tegen me de laatste tijd, wil je me weg hebben of zo?!'
Ik sloeg ook mijn armen over elkaar en ging vlak voor hem staan. 'Dus jij vind dat ik kortaf doe.' Ik wachtte even een keek hem strak aan.
Zijn blauwe kijkers staarden twijfelachtig, maar nog steeds verontwaardig in de mijne.
'Ik zal je eens wat vertellen,' hervatte ik mijn relaas: 'al twee weken lang ben jíj degene die altijd stil is, de hele dag voor zich uit staart en nooit iets terug zegt als er iets word gevraagd. We hadden inderdaad beloofd om eerlijk tegen elkaar te zijn en om elkaar alles te vertellen, maar dat doe je niet. Ik heb je al zo vaak gevraagd wat er met je is. Je geeft me nooit antwoord en ontwijkt me altijd. Ik weet niet wat er met je aan de hand is, maar ik herken je niet meer als vriend!'
Het bleef een tijdje stil terwijl we elkaar aankeken. Ik zag zijn blik langzaam veranderen: alle woede verdween er langzaam uit. Angst kwam ervoor in de plaats.
Net toen ik dacht dat hij klaar was met deze ruzie, begon hij weer te schreeuwen: 'als je me weg wilt hebben dan kun je dat ook gewoon zeggen hoor!' Riep hij terug, zijn stem sloeg over in het midden van de zin. Het leek wel alsof hij elk moment in huilen kon uitbarsten. Zo kende ik hem niet, hij hoorde vrolijk te zijn.
Ik voelde angst opkomen. Het was goed dat we eindelijk deze discussie hadden, deze toestand had veel te lang geduurd, maar het begon uit de hand te lopen. Ik wilde niet dat hij echt boos zou worden.
'Hoe kom je er nu weer bij dat ik je weg wil hebben?' Vroeg ik hem, mijn stem daalde iets, maar ik praatte nog steeds niet op normaal volume. De boosheid was er nog steeds.
'Nou, gewoon,' begon hij.
Ik zag in zijn ogen hoe hij steeds bozer werd.
'Je schreeuwt alleen maar tegen me en kijkt de hele dag boos en je lijkt helemaal niet meer blij. Ik ging onze kamer opruimen en ik wilde je gewoon verassen, ik wilde je weer vrolijk maken!' Hij wees naar de kleren in mijn handen. Zijn stem was steeds zachter geworden naarmate de zin vorderde. Ik kon zien dat het huilen hem nader stond dan het lachen. Maar dat was de laatste weken eigenlijk continu zo.
Ik wierp de kledingstukken op een stoel. 'Zeg dat dan,' zei ik nukkig, maar ik was niet zo boos meer als eerst.
'Als je zo stom doet is het ook helemaal niet leuk meer om bij je te zijn hoor!' Riep hij uit. Je kon de tranen haast horen in zijn stem, maar ik meende ook een vleugje te horen van iets dat leek op twijfel. Dat deed me aarzelen. Hij had me echter weer op de kast gejaagd met die opmerking. Ik wist dat ik hem eigenlijk moest troosten en dat we dit moesten laten rusten om er later op terug te komen, maar ik kon me niet inhouden om een laatste opmerking te plaatsen.
Ik keek hem aan. 'Ga dan, ga dan weg, als je dat zo graag wilt! ik hou je niet tegen hoor!' Ik verwachtte niet dat hij het ook werkelijk zou doen, maar het voelde goed, eigenlijk te goed, om het laatste woord te hebben in deze converzatie. Het verbaaste me dat hij nog iets zei:
'Ik kan hier toch niet weg?!' Riep hij uit, mij de perfecte gelegenheid biedend om een mooie, maar gemene opmerking te maken.
'En waarom dan wel niet?' Zei ik, vastbesloten om echt het laatste woord te hebben, eigenlijk vooral omdat hij dat meestal had en dit de perfecte gelegenheid was om gebruik te maken van de situatie.
Er kwamen nu echt tranen in zijn ogen en ik was al half van plan om sorry te zeggen en mijn verontschuldigingen aan te bieden, toen hij een paar laatste woorden uitstootte:
Half verstikt door de tranen, die nu vrijelijk over zijn wangen stroomden, zei hij: 'omdat ik van je hou natuurlijk!'
Hij rende huilend de kamer uit en liet mij verbijsterd achter.
Reageer (1)
1 decennium geledenme wants more
snel verder please!