Living forever 1.2
‘We zijn er,’ zei Max. Ik opende mijn ogen en keek om me heen.
‘En waar zijn we?’ vroeg ik chagrijnig. Ik keek nog eens naar het huis dat voor ons stond en er uit zag alsof het na een windstoot al om zou blazen, laat staan dat het een hele dag met een weerwolf, een elf, een heks, een vampier en een onsterfelijk mens overeind zou blijven.
‘Is er een kelder?’ vroeg Jay. Max schudde aarzelend zijn hoofd.
‘Het is maar voor een week,’ zei hij. ‘Tot we een beter huis vinden.’ Ik stapte uit en meteen begon de oude eik die naast het huis stond me uit te schelden.
‘Hij je kop, opa,’ gromde ik. Max keek verstoord op van zijn verhaal. ‘We zijn niet welkom hier.’ Ik gebaarde naar de boom.
‘Dan moet je niet schelden, het zal hem niet vrolijker maken,’ zei Max koppig.
‘De dingen die hij zegt zullen jou ook niet vrolijk maken,’ mompelde ik boos.
‘Oké Nathan wat is je probleem?’ viel Jay ineens uit. Zijn handen begonnen te trillen en ik zag dat hij ziedend was.
‘Wat mijn probleem is?’ vroeg ik. ‘Mijn leven was normaal tot er ineens een heks en vampier voor mijn deur stonden!’
‘Dat is al 306 jaar geleden, Nathan,’ zei Tom zachtjes. ‘Daarom ben je nu niet boos. Je leven was al niet normaal, je wist het toen alleen nog niet. Wil je werkelijk je hele onsterfelijke leven alleen leven?’ Ik pakte woedend mijn tas uit de achterbak en stormde het huis in.
Er zijn nog geen reacties.