Nightmare
Verbaasd kijk ik om me heen. Alles is donker. Ik draai een rondje om mijn as. Dan valt mijn blik op een oude houten deur. Voorzichtig zet ik mijn stappen in zijn richting. De stappen klinken echoënd door de ruimte. De ruimte is dus leeg. Mijn hand leg ik op de houten deur. Het hout voelt vochtig aan mijn vingers. Onder zijn grote zwarte handvat zit een klein slotje. Wie zet er nou een slot in een oude deur. Dat heeft toch werkelijk geen nut meer. Ik ga met mijn vinger over het slot, en voel het metalen sleutelgat leeg onder mijn vingers.
Ik ga met mijn handen naar de deurklink. Hoeveel geweld ik er ook in stop, ik krijg de deur niet open. Teleurgesteld kijk ik naar de oude houten deur.
‘Jij durft, voor zo’n oudje, om zo goed vast te zitten,’ fluister ik zacht.
Verbaasd kijk ik om me heen, als ik de tekst van mijn lippen zie vliegen. In duidelijke letters vliegen ze naar de deur, die ze absorbeert en zich achter het hout verschuilt.
De nieuwsgierigheid wint het in me en ik buig me weer naar de deur. Er moet toch ergens een sleutel zijn. Met mijn handen ga ik over de randen van het oude kozijn.
Met een rinkelend geluid valt er metaal op de grond. Ik buig me door mijn knieën en ga op de grond, verder op zoek. Door het slechte licht, is er weinig te zien. Als een blinde laat ik mijn vingertoppen over de vloer gaan, die koud aanvoelt. Ik voel richeltjes, van voetstappen en kleine oneffenheden in de vloer. Maar hoe meer ik zoek, hoe sneller ik de sleutel gevonden heb.
Als ik naar de sleutel kijk knik ik naar hem.
‘Kom op, zet hem op. Doe waar je voor gemaakt bent.’
Weer verschijnen de woorden voor me en worden ze geabsorbeerd door de deur. Wat is er toch achter de deur, wat mijn woorden wil hebben?
Als ik de sleutel in het slot draai, klinkt er een zachte klik.
‘Yes!’
Met veel moeite begin ik aan de deur te trekken. Het is een zware deur en het lijkt wel of hij aan de andere kant, tegen wordt gehouden. Als de deur op een klein kiertje staat, trekt een sterke luchtstroom me naar het kiertje. Ook verschijnt er een felle lichtstraal. Als een sterke tornado die me opzuigt, wordt ik door naar het kleine kiertje getrokken.
‘Nu ben je van mij!’ klinkt een zware stem.
Verschrikt probeer ik me achter de deur te verschuilen, maar de wind is te sterk. Mijn voeten verschuiven over de vloer.
‘Nee!’ klinkt mijn stem angstig.
Meer en meer verschuiven mijn voeten over de koude vloer. Steeds centimeter voor centimeter schuif ik richting de plek van de wind en het grote licht.
‘Jij bent van mij,’ klinkt de zware stem weer.
De deur gaat nu met een klap open en ik sta oog met het witte licht. Twee ogen kijken me doordringend aan.
Ik kan me nu nergens meer aan vastklampen en voel een trekkende kracht rond mijn lichaam. Mijn voeten raken los van de grond en ik vlieg naar het witte licht. Langs me heen schieten beelden die ik herken uit mijn jeugd.
Daar zit ik met een rood jurkje bij mijn oma op schoot. Mijn oma houdt mijn lievelingsboek vast, terwijl ze met haar lieve en kranige stem eruit voorleest.
Een tweede herinnering valt voor mijn ogen, als een foto gemaakt door een vreemde. Daar zit ik op mijn vaders rug, terwijl we uitkijken over het strand. Zijn bruine huid steekt fel af tegen mijn witte lichaam, gehuld in een roze badpak.
De twee ogen nemen me dieper op, en zuigen me in zijn richting.
‘Ik weet wat je wilt hebben liefje,’ klinkt dezelfde stem weer.
Als ik me draai in de wind, en richting de ogen kijk, kan ik een mond onderscheiden, die me zijn kant op zuigt. De lippen openen zich en ik word erin opgeslokt. Ik probeer me vast te grijpen aan de zachte stof van de lippen, maar er is geen grip te vinden onder mijn handen. Ik word opgeslokt en beland met een harde knal op een stenen vloer.
Weer ben ik in een zwarte ruimte. Maar deze is gevuld met witte foto’s, die herinneringen tonen.
Ik krabbel op mijn voeten en loop naar een van de muren. De hele geschiedenis is gefotografeerd. Weliswaar door een vreemde. Alsof er een vreemdeling op mijn leven keek.
Ik richt me op het beeld wat de foto’s proberen te schetsen.
‘Dit is jou verleden liefje,’ klinkt de stem echoënd door de ruimte. Dezelfde stem die afkomstig was van de mond en lippen in het witte licht.
‘Jou donkere verleden.’
Een schelle lach klinkt door de ruimte en laat de kippenvel over mijn huid lopen. Een koude rilling trekt langs mijn ruggenwervel.
Ik focus me nu op het beeld wat de foto weergeeft. Daar zit ik in een hoekje, schuilend met mijn armen om mijn hoofd. Aan de linkerkant van de foto is een schaduw zichtbaar.
‘Nee,’ fluister ik zacht.
Op de volgende foto is bijna hetzelfde beeld, maar dan een volgende beweging van de schaduw. Zo gaat het een paar foto’s. Van elke milliseconde in mijn donkere verleden is een foto gemaakt.
Foto’s vol bloedvlekken. Mijn witte jurk onder de rode strepen. Hoe sneller ik over de foto’s ga, hoe meer beeld er zich vormt. Elke herinnering komt als een film op mijn netvlies. Alle pijn, alle verdriet, alles trekt voor mijn ogen langs. Op de achtergrond is de schelle lach weer te horen.
Tranen stromen uit mijn ogen.
‘Nee, je doet me pijn. Houd op!’
De woorden vormen zich weer tot een beeld. De letters die wit waren in de eerste kamer, zijn nu zwart geworden, vol met rode spetters. Bloedspetters.
‘Nee liefje. Je zal je verleden herbeleven!’
De stem klinkt zwaar. Ergens herken ik de stem, maar ik kan hem niet thuis brengen. De stem hoort thuis in dit verleden, maar een gezicht kan ik er niet bij vormen.
Meer en meer beelden van die zwarte dag trekken langs mijn ogen. De klappen die ik krijg van de vreemdeling. De glazen die door de ruimte vliegen, mijn moeders gegil en de klappen van een hand tegen huid.
‘Mama,’ fluister ik zacht.
‘Mond dicht,’ klinkt de vreemdeling.
‘Niet mama!’ gil ik heftiger, alsof ik me weer in die tijd bevind.
Boos krabbel ik overeind en vecht tegen lucht. Vecht alsof mijn leven er vanaf hangt. Dan voel ik twee sterke armen mijn handen vast pakken.
‘Laat me los!’
Weer klinkt de lach door de ruimte.
‘Nee, houd op,’ gil ik angstig en vecht weer tegen de sterke handen.
Nu pakken nog twee handen me vast.
‘WAKKER WORDEN!’
Er zijn nog geen reacties.