Hoofdstuk 2.1

Hoofdstuk 2 .1
Ik ben in mijn slaapkamer .De deur gaat open en voor me staat een jongen met zwart haar en blauwe ogen .Achter hem in de deuropening staat een andere jongen met blond haar zijn ogen zijn helemaal zwart .De zwart harige jongen kijkt mij aan een loopt dan mijn kamer uit ,de blonde jongen volgt hem en ik wil ze allebei volgen maar als ik op de gang sta is de zwart harige jongen verdwenen en staat er alleen de blonde jongen en wolf met gouden ogen .De wolf kijkt naar mij net zoals de zwart harige jongen net had gedaan . De blonde jongen kijkt nu ook naar mij en dan rennen ze de gang door naar beneden . Ze stoppen met rennen als ze bij de zwarte deur zijn . De blonde jongen legt zijn hand op de deur .De edelstenen geven allemaal licht en de deur gaat open . De jongen en de wolf stappen de kamer in en de deur sluit achter hun . Ik blijf even staan en loop dan ook naar de deur toe en leg mijn hand ook op de deur . De edelstenen geven weer licht en de deur gaat open . Als ik de kamer in kijk zie ik bomen en gras . Ik stap naar binnen …

Ik schik wakker van een gebons op mijn deur . Ik kijk naar mijn kamer . Als was nog gewoon hetzelfde als voor ik ging slapen . Er staan geen twee rare jongens in mijn kamer en ik ben ook niet in een raar bos . De deur gaat open . Het is dezelfde man als gisteren toen hij mij kwam halen .
‘’ Mevrouw Allison , ik moest u komen halen voor het ontbijt . Uw oma wacht beneden in de eetzaal . kleed u dus snel om . Ik wacht buiten op u ‘’ zegt de man en ik knik en loop naar mijn kleding kast . Hoe moest ik me met zoveel kleren snel kunnen aankleden . Ik loop een tijdje door de kledingkast en pak dan een zwarte spijkerbroek en een leuk shirt en kleed me snel om . Als ik klaar ben kam ik mijn haar en loop naar buiten waar de man staat te wachten .We lopen in stilte naar de eetzaal en de man opent de deur . Ik loop naar binnen en ga op dezelfde plek zitten als waar ik gisteren tijdens het avondeten zat . Oma glimlacht vanaf de andere kant van de tafel . Tijdens het ontbijt word er niet veel gepraat . Als we klaar zijn met ontbijten brengt de man me weer naar mijn kamer .