Sixty-seven.
Niall's pov.
“Wake up Nialler, it’s time…” de zachte, hese stem van Harry maakt me wakker. Ik open langzaam mijn ogen en besef dat het vandaag gaat gebeuren. “I don’t want to go...” piep ik zachtjes. Hij komt op het bed zitten om zijn armen om me heen te slaan. “You have to go, you know that too. And it’ll be okay. I’ll help you.” fluistert hij zachtjes in mijn oor. “And when we come back, I’ve got a big surprise for you…” hij grijnst geheimzinnig en helpt me omhoog. “But first you have to change clothes and eat breakfast…” mompelt hij. Hij trekt me nieuwe kleren aan en tilt me op, om me naar beneden te brengen en in de rolstoel te zetten. “So, what do you want for breakfast?” vraagt hij terwijl hij de koelkast opent. “Just cereal or something. I’m not really hungry actually...” zeg ik. “You’re not hungry?” hij kijkt me ongelovig aan. Ik schud mijn hoofd. “Don’t be scared, Nialler. It’ll be alright!” hij loopt op me af en drukt zijn lippen op de mijne. “I promise that I’ll help you.” zegt hij terwijl hij me doordringend aankijkt. Ik knik langzaam terwijl hij een bakje met ontbijtgranen voor mijn neus schuift. “You have to eat something... Please?” zegt hij terwijl hij me de lepel aanreikt. Ik begin met tegenzin te eten, maar weet toch het hele kommetje leeg te krijgen. Hij glimlacht tevreden. “Let’s go!” zegt hij dan terwijl hij me mijn jas aandoet en richting de auto rolt. Hij tilt me voorzichtig in de auto en zet de rolstoel achterin, waarna hij achter het stuur kruipt. We zwijgen allebei de hele rit, in onze eigen gedachten verzonken. Naarmate we dichter bijkomen wordt ik steeds nerveuzer. Het zal zwaar worden, dat is zeker. Maar hoe zwaar? En mag Harry er bij blijven of moet hij wachten? Ik zou het denk ik niet zonder hem kunnen... “There we are...” zegt Harry zacht als we de oprit van het revalidatiecentrum oprijden. Ik slik en praat mezelf moed in. ‘Je kunt het, Niall. Samen met Harry kun jij dit. Het komt goed. Het komt goed.’ Dan stappen we het centrum binnen.
Reageer (6)