0.2
Thuis liep Emm naar haar bed en liet zich erop vallen, Eve volgde glimlachend haar voorbeeld. Het bleef een tijd stil totdat Emm begon te praten, zoals altijd. ‘Ben jij er ooit een tegengekomen?’ vroeg ze stil. Eve trok een bedachtzaam gezicht en zei na een tijdje dat ze er een gezien had, toen ze klein was. ‘Wat gebeurde er?’ Vroeg Emm terwijl ze op haar zij ging liggen en met haar rechterhand haar hoofd ondersteunde zodat ze Eve aankeek. ‘Ik was nog klein en mijn moeder en ik liepen door de straat toen we een vlaag zwarte rook zagen en voordat we het wisten stond er een recht voor ons.’ Eve begon met haar ogen te knipperen en een traan liep langs haar wang naar beneden. ‘Mijn moeder wilde me beschermen en ik verstopte me in de bosjes, ze had geen enkele kans tegenover die Delito. Ik zag hoe haar ziel eruit gezogen werd en toen liet hij haar gewoon liggen, als een stuk vuil.’ Haar verdriet veranderde nu in woede, wat overigens wel begrijpelijk was. ‘Hij zal ervoor boeten voor wat hij mijn moeder aangedaan heeft!’ Emm ging weer op haar rug liggen, ze kon wel bedenken hoe Eve zich voelde tegenover de Delito. Net voordat Emm en Eve ingedommeld waren verscheen Gabrië. Geschrokken van de plotselinge verschijning van de bewaker schoot ze overeind in een vechthouding, Gabrië hield zijn armen beschermend voor zich, ‘Rustig, ik ben het.’ Emm liet haar mes zakken en legde het neer op het nachtkastje naast het bed. Ze zuchtte en wreef in haar ogen. Eve, die ondertussen ook al alert in de gevechtshouding gesprongen was ging op het bed zitten. ‘Je realiseert je dat wij mensen zijn en nachtrust nodig hebben?!’ zei ze op sarcastische toon. Gabrië leek erover na te denken wat Eve zojuist gezegd had en verontschuldigde zich na een tijdje. ‘De kracht is weg.’ Eve en Emm keken Gabrië met opgetrokken wenkbrauwen aan, ‘wat bedoel je?’ Vroeg Emm uiteindelijk. ‘De steen, de kracht is er niet meer.’ Eve onderdrukte een gaap nadat Emm luidkeels gegaapt had. ‘En dat betekend?’ Vroeg Emm met een moe gezicht. ‘De Delito zijn ons voor geweest, de steen is al aangeraakt door een van de Delito!’ Nu pas drong tot Emm en Eve door hoe belangrijk de zaak was. ‘Hoe kan dat?’ Vroeg Eve aan Emm en Gabrië, Emm haalde haar schouders op. Gabrië was te diep in gedachten verzonken om vragen te beantwoorden, plotseling begon hij te praten, ‘Galatha.’ Zei hij op vastberaden toon, ‘Wie?’ Vroeg Emm, haar hersens hadden wat moeite met zo snel opstarten waardoor alles nog een beetje wazig was. ‘De eerste, de moeder van alle Delito. Daar word de kracht naartoe gebracht.’ Eve en Emm namen de tijd om die nieuwe informatie in zich op te nemen, ook aangezien het feit dat ze ruw uit hun bijna slaap gewekt werden hadden ze wat tijd nodig. ‘Oke, en waar vinden wie die Galatha?’ Vroeg Emm toen ze opstond en naar haar bureau liep om er vervolgens pen en papier uit te hallen, ze hield de pen in haar rechterhand klaar om te schrijven. ‘Dat weet ik nog niet zeker, daarvoor zal ik moeten overleggen met de andere.’ Zuchtend legde Emm haar pen en papier terug, ‘kom morgenochtend maar als je het weet.’ Zei ze en plofte neer op bed. Eve glimlachte en volgde haar voorbeeld.
Er zijn nog geen reacties.