7. You're too slow!

Met mijn tas vol zwemspullen fiets ik naar de afgesproken plek. Vanaf die plek rijden ik en Mabel samen naar het zwembad. Dawn zou eerst nog even naar de stad gaan, en Ava pikken we onderweg op. Al van ver zie ik Mabel staan wachten. Dat is een van haar goede eigenschappen: Ze is áltijd op tijd! Ze stapt op haar fiets en een paar tellen later fiets ik naast haar. “Dat is lang geleden!” Lacht Mabel, en kijkt me aan. “Heb je er zin in?” “Jahoor.” Antwoord ik. “Jij?” “Zeker weten!”

Ongeveer een kwartier later komen ik, Ava en Mabel aan bij het zwembad. Tot mijn grote verbazing staat Dawn er al. “Wat zijn jullie laat zeg!” Lacht ze, en loopt met ons mee naar het fietsenrek. “Ik dacht dat jij wat later zou zijn?’ Vraagt Ava, “normaal ben je niet weg te slaan uit de stad.” “Deze keer wel.” “Hoe dat zo?” Dawn haalt haar schouders op. “Ze hadden niks leuks.” Dan stopt er een auto, vlak voor het zwembad. Bill stapt uit. “Daar zijn ze al!” Roept Mabel enthousiast. Als hij ons ziet staan, zwaait hij even. De auto waar hij uitstapte rijd verder, en wordt een eind verderop geparkeerd.