Foto bij opdracht 4 - De kat en de ...

gelukkig had ik om uitstel gevraagd xD
veel plezier!!!

December, een koude maand. Dit jaar is er geen uitzondering op. Het is koud en het sneeuwt. Het is al een tijdje aan het sneeuwen en het ziet er niet naar uit dat het binnenkort ophoud. Zoë is alleen thuis. Haar ouders waren door een paar vrienden uitgenodigd om een weekje naar La Palma te gaan, lekker zonnig. En Zoë? Zoë bleef thuis, ze had zelf gezegd dat het geen probleem zou zijn, maar ze kijkt wel uit naar vanavond. Dan komen haar ouders weer terug.
Zoë besluit om op te blijven om ze te ontvangen als ze aankomen. Om de tijd te doden pakt ze een boek dat ze van een vriendin ‘leent’. Eigenlijk heeft ze het gewoon gestolen, haar vriendin weet niet eens dat ze het heeft, maar ze brengt het terug, als ze het uit heeft. Het was een fantasie boek, over ridders en elven.
Met veel moeite krijgt Zoë het voor elkaar een vuurtje te stoken in de openhaard. Ze is nooit een ster geweest in het maken van vuur of het aanhouden ervan, maar het is haar gelukt. Ze zet een mok chocolademelk in de magnetron en loopt naar haar kamer voor een dekentje. Als ze beneden komt, is de chocolademelk klaar en deze neemt ze met het dekentje mee naar de woonkamer. Ze gaat in de stoel zitten die ze van jongs af aan heeft opgeëist. Ze heeft veel boeken gelezen in deze stoel, vaak naast een knapperend haardvuur dat haar vader dan maakte. Ze heeft zelfs toen ze klein was bij haar vader in deze stoel op schoot gezeten terwijl hij haar verhalen vertelde.
Zoë nestelt zich in de stoel, na wat gestoei met de deken zit ze lekker warm bedekt en heeft ze haar handen nog vrij om het boek vast te houden. Als haar boek eindelijk spannend begint te worden, hoort ze een onheilspellend geluid. Het klonk alsof er scherpe nagels over hout gehaald werden, gecombineerd met het breken van glas en een soort gegrom. Van schrik laat Zoë haar chocolade melk vallen. De beker valt met een doffe klap op het dikke tapijt van de woonkamer. Zoë negeert de warme vloeistof die een bruine vlek achterlaat op het witte tapijt. Daar klinkt weer dat geluid van nagels, maar dit maal over steen. Angstig staat Zoë op en legt haar boek afwezig op de stoel. Ze slaat de deken dichter om zich heen en loopt op haar hoede naar de deur van de studeerkamer. Het geluid van vallende objecten, brekend klas en een mini vlammenwerper wordt luider. Zoë twijfelt even als ze de deur open wil doen, wat als het een dief is? Haar nieuwsgierigheid wint het uiteindelijk van haar angst en voorzichtig duwt ze de deur open. Ze is erg blij dat ze de lampen aangelaten had, ze heeft het niet zo op het donker. Het eerste wat ze ziet als de deur open is, is de oude mahoniehouten kast waar haar vader zo van houdt. De kast zit onder de krassen van klauwen en het glas ligt bezaait over het dure victoriaanse kleed dat de vloer bedekt. De beelden die in de kast stonden, liggen nu gebroken tussen de glasscherven.
De muur is er niet veel beter aan toe; het behang is opengescheurd en de krassen zijn op de stenen erachter nog zichtbaar. Het bureau is half verbrand, rookt en smeult nog wat na. Van de documenten die op het bureau lagen, is niet veel meer over. De stapel papier die op het bureau lag, is voor de helft verbrand, de andere helft ligt verscheurd en versnipperd door de kamer.
Zoë blijft van schrik genageld aan de grond staan. Wat zou deze catastrofe veroorzaakt kunnen hebben?
Het was verrassend stil geweest toen Zoë de deur open gedaan had, maar nu hoort ze Lyna, haar kat, blazen in de hoek van de kamer. Ze ziet Lyna met haar kop in de richting van het bureau. Van naast het bureau komt een laag piepend gegrom. Nieuwsgierig komt Zoë dichterbij. Voorzichtig kijkt ze om het hoekje van het bureau, maar ze kan niet geloven wat ze daar ziet zitten. Het wezen dat ze ziet, kan niets anders zijn dan een draak, maar dat kan helemaal niet. Draken bestaan niet, het zijn sprookjes. Ze is vast aan het dromen of zoiets. Zoë wrijft in haar ogen, het draakje zit er wel degelijk. Het is maar een kleintje, ongeveer 30 centimeter groot. Zijn goudgele en paarse schubben staan omhoog, zijn blauwe ogen zijn samengeknepen tot spleetjes en zijn oortjes liggen in zijn nek. Samen met de twee hoorntjes op zijn kop en de zwiepende staart met zwarte veren is het een vreemd gezicht. Lyna haalt met haar poot uit naar het draakje. Het draakje kan geen kant op en spuwt een straaltje vuur, net genoeg om Lyna’s poot te schroeien. Lyna verdwijnt achter Zoë, maar houd het draakje nog steeds goed in de gaten. Zoë beweegt haar hand heel langzaam in de richting van het draakje. Zijn eerste reactie is verder in de hoek terug deinzen, maar zodra Zoë haar hand stilhoud en niet meer beweegt komt hij voorzichtig dichterbij. Hij snuffelt een tijdje aan Zoë’s hand en lijkt dan te besluiten dat ze hem niets zal doen. Hij komt schichtig dichterbij en beweegt zijn kop tegen haar hand. Voorzichtig krabt Zoë het draakje onder zijn kin, prompt maakt het draakje een geluid dat iets weg heeft van het spinnen van een kat.
Het moment wordt verstoord door de voordeur die opengaat.
“Zoë! We zijn weer thuis!” Zoë’s ouders.
Zoë springt op en rent de deur door naar haar ouders. Ze omhelst haar ouders kort en rilt, haar ouders zijn helemaal wit en nat van de sneeuw. Schijnbaar is de sneeuwstorm nog niet gaan liggen, maar gelukkig zijn ze wel veilig aangekomen. Dan trekt Zoë haar ouders mee naar de studeerkamer.
“Kijk, kijk! Dit geloven jullie nooit!” Roept Zoë opgewonden.
Ze rent de studeerkamer in en blijft abrupt stilstaan. De kast is heel, het bureau vertoont geen enkel teken van verbranding, de documenten liggen keurig op een stapel op het bureau en de muur is intact. Er is niets meer te bekennen van de catastrofe die hier nog geen vijf minuten geleden heerste. Alles is normaal, het draakje is verdwenen en Lyna ligt te spinnen op de bureaustoel.
“Wat is er Zoë? Wat geloven we nooit?” vragen haar ouders niet begrijpend.
“Laat maar. Het was dus toch een droom.” Zoë loopt beteuterd naar de woonkamer.
Voor haar stoel blijft ze stokstijf staan. Haar eerder omgevallen kop chocolademelk staat vol op het tafeltje naast de stoel en op de stoel zit het draakje. Het draakje dat ze zich ingebeeld had. Het knikt in haar richting en vliegt door het raam naar buiten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen