Foto bij 2.

Het duurt even voordat het verhaal op gang komt, sorry! Dit stukje is saai maar nodig...

      De vliegreis duurde naar mijn idee veel te kort. Ik hield van vliegen, van het gevoel dat je kreeg bij het opstijgen en van het fantastische uitzicht over wolkenvelden. Het beroep piloot stond daarom nog altijd op mijn lijstje droomberoepen, maar het was een nogal onrealistische droom, want ik had er veel te slechte ogen voor.
      Na ongeveer één uur vliegen (wat zo ongeveer iets is als opstijgen en meteen weer dalen) stond ik met mijn beide benen weer op de grond, ditmaal op het Heathrow Airport in Londen. Nadat ik mijn tas had gehaald en in de aankomsthal terecht kwam, zag ik bijna meteen waar ik naartoe moest: er stond een man in pak met een bordje International Boarding School London op me te wachten. Pas op dat moment drong het tot me door dat dit echt ging gebeuren en er een heel ander leven voor me klaarlag, waarschijnlijk zo anders dat ik het me zelfs in mijn stoutste dromen niet had kunnen voorstellen. Tenminste, dat was eigenlijk wat ik hoopte, want ik had niet mijn hele leven thuis achtergelaten om me hier dood te gaan vervelen.
      Niet dat ik thuis nog een leven had.
      Ik realiseerde me dat ik al een tijdje naar de man had staan staren, en dat het tijd was om actie te ondernemen. Of het nou een leuke tijd zou worden of niet, ik moest het in ieder geval proberen. Ik haalde diep adem en liep naar de man toe. 'Hello? I'm Pip Rebel, and I guess you're waiting for me.' Mijn stem klonk ineens vreemd pieperig en jong en ik voelde ineens vlinders in mijn buik. Misschien was ik toch wel een beetje zenuwachtig...
      De man glimlachte, waardoor zijn serieuze, en daardoor ook wel een beetje enge, uitdrukking als sneeuw voor de zon verdween. 'Hi, Pip!' Hij stak zijn hand uit, die ik een beetje onbeholpen aanpakte. 'I'm Harry Green, and I am a teacher at the International Boarding School London, but there was no one else to pick you up, so...' Hij liet mijn hand los en maakte, opnieuw glimlachend, een gebaar. 'So, let's go then?'
      Ik knikte en volgde Harry met knikkende knieën naar de uitgang, met mijn gigantische koffer met wieltjes geruisloos achter me aan. Het was koud buiten, en het regende een beetje, maar ik had dan ook niet echt iets anders verwacht. In Engeland was het volgens mijn ouders nooit droog.
      Ineens stopte Harry met lopen en stak de autosleutels in het sleutelgat van een wit busje. Hij deed de achterbak open, pakte mijn tas aan de hengels en tilde hem met veel moeite in het busje. Ik had maar gewoon de hele inhoud van mijn kledingkast meegenomen en in Engeland móet je natuurlijk een stel Nederlandse boeken bij je hebben... De tas was daarom een beetje zwaar uitgevallen.
      Toen de tas eenmaal goed en wel achterin zat, schoof Harry de deur van de achterbank open. Even bleef ik van verbazing staan, maar toen hervatte ik me en stapte achterin. Blijkbaar had hij liever niet dat ik naast hem kwam zitten. De man startte de auto, zette de radio aan en reed weg. We praatten niet, maar dat leek hij helemaal niet erg te vinden.
      Thuis was me vaak verweten dat ik last van stemmingswisselingen had, omdat ik soms heel verlegen kon zijn, maar soms ook juist heel spontaan. Dit was zo'n verlegen moment, en het was niet alleen omdat ik deze man niet kende. Niet alleen was ik zenuwachtig over wat de toekomst zou brengen, ik wist ook niet meer hoe ik me moest uitdrukken omdat Engels praten niet mijn grootste talent was. Ik kon het prima verstaan, maar ik kon niet zo snel de juiste woorden vinden, of ik durfde ze gewoon niet te zeggen. Ik vond het dan ook een nogal ongemakkelijke stilte.
      Na de autorit, die drie uur lang leek, maar in werkelijkheid maar een half uurtje had geduurd, parkeerde Harry de auto voor een groot gebouw, dat qua bouwstijl wel iets weg had van het Rijksmuseum in Amsterdam. Het had dezelfde rode bakstenen, dezelfde witte details en ook wel een beetje dezelfde vorm. Aan beide kanten van het gebouw stonden er andere gebouwen tegenaan, en de straat was ook niet al te breed. Hoe kon het dat er hier aan de dagelijkse behoeften van driehonderd springerige pubers werd voldaan, terwijl er nauwelijks ruimte was?
      Terwijl ik naar binnen liep, met Harry, die duidelijk nog niet doorhad dat er wieltjes onder de koffer zaten en toen al een rood hoofd had, achter me aan, kreeg ik het antwoord op die vraag. Aan de andere kant van de ruimte, zo'n vijftien meter verderop, zat nog een glazen deur die uitkwam op een gigantisch grasveld, waar verschillende gebouwen omheen stonden. Ik kon een glimlach niet onderdrukken, want als de school er al zo uitzag, kon de rest bijna niet slecht zijn.

Reageer (3)

  • Stage

    idd helemaal niet saai, een stukje wat mooi geschreven is is nooit saai (behalve vanuit het standpunt van mijn broertje die een boek alleen maar leuk vind als er in wird gevochten:X)

    1 decennium geleden
  • DreamerN

    Helemaal geen saai stukje ^^

    1 decennium geleden
  • Ukkies

    Terwijl ik naar binnen liep, met Harry, die duidelijk nog niet doorhad dat er wieltjes onder de koffer zaten.

    Haha

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen