Chapter Three
Penelope Moore POV
De jongen liep naar voren, naar het podium. Een vrijwilliger. Een vrijwillige idioot. Hij stormde het podium op, de geïrriteerde mensen negerend, en sloeg zijn armen om het meisje dat Wytsha genoemd werd. Het was een best treurig gezicht. Ze stonden daar, dicht tegen elkaar aangedrukt terwijl een vrouw ze uit elkaar probeerde te halen en huilden.
Tsja. Het was wel lief, dat hij zich aanbood om haar te beschermen, maar het was stom. Nu ging één van hen sowieso dood. Anders hadden ze het allebei kunnen overleven.
Uiteindelijk lieten ze die twee maar en gingen ze verder met de volgende namen. Je kon zien dat ze niet blij waren, deze dag ging niet als gepland.
"Nog een applaus voor Dominic Meenthish!"
"Chester King!" Een knappe jongen liep emotieloos naar voren.
"William White!" Hij wilde er duidelijk vaart achter zetten. Wilde er vanaf zijn. "Victor Nike! Kyle Dubrovski! Ethan Montgomery! Ryan Itsalla! Devon Fibe! Jason Bell! George Treestump! Charlie Corn! Just Kyddin!"
Nee. Nee. Niet Just. Niet hem. Niet Just. Hij was één van mijn beste vrienden. Ik slikte de brok in mijn keel door en knipperde de tranen weg. Niet het moment. Niet het moment.
Een lange rij vormde zich op het podium van één voor één even ongelukkige kinderen.
"Een applaus voor de tributen!" Ik werd het podium afgesleurd en meegenomen naar het gebouw erachter.
"Je krijgt een minuut om afscheid te nemen," zei de man nors en hij liep de ruimte uit.
Mijn moeder kwam huilend binnenvallen.
Het afscheid hielp me niet echt om te kalmeren. Mijn moeder was helemaal in paniek en bleef dingen snikken als:
"Je vader redt je wel, je vader krijgt je er wel uit." Ik betwijfelde echter of hij dat kon. Ik vermoedde sterk van niet.
Na de minuut omhelsde ik haar nog voordat ze werd meegenomen, en ik moest weer verder. Ik voelde me een marionet. Geen enkele invloed op wat ik deed, steeds weer een andere kant op geduwd of getrokken, terwijl iemand anders aan de touwtjes trok.
Ik werd deze keer afgevoerd naar de salon, waar ik klaargemaakt werd voor de parade. Een vrouw met goudkleurig haar en veel goudkleurige piercings begroette me.
"Dat is in ieder geval een voordeel van deze hongerspelen," zei ze zwakjes, "jullie hoeven niet compleet onthaard te worden." Ze bekeek me even gebaarde dat ik moest gaan zitten, zodat ze mijn haar konden wassen, en een creme op mijn gezicht konden smeren.
Elk ander moment had ik dit fantastisch gevonden. Nu niet.
Toen ze klaar waren, wat voor mijn gevoel een uur duurde, zei de vrouw tegen me dat ik maar even moest blijven zitten. Mijn stylist kwam zo wel.
Mijn stylist was Ish Alden, een best wel beroemd figuur. Hij kwam aanlopen met iets dat een gigantische hoop goud leek, maar eigenlijk mijn jurk was. Hij zag me kijken en glimlachte.
"En dat is niet eens het hoogtepunt," zei hij, en hij haalde nog iets anders te voorschijn. Een gouden masker. "Dit," zei hij, "wordt je nieuwe imago."
Er zijn nog geen reacties.