Hoofdstuk drie
Dit is het eerste die ik (WhiteLips) heb geschreven. Enjoy!
"Dan, het lijkt me zo geweldig als we morgen winnen!" zei ik terwijl we de winkel in liepen.
"Lynn, hoe vaak ga je dit nog zeggen? Totdat ook jij er gek van wordt?" vroeg Danny geïrriteerd.
"Ik mag toch ook eens enthousiast zijn!" wierp ik tegen. "En wees nou eens eerlijk, het is niet alsof het jou niets uitmaakt of we winnen of niet." Ik pakte hem bij zijn schouders en keek hem in zijn ogen. "Stel je eens voor, duizenden meisjes en wat minder jongens dromen hiervan, en jij wint het. Je ontmoet de vijf knapste jongens in heel Groot-Brittannië, je krijgt hun handtekeningen, je praat met ze. Je mag Harry's krullen aanraken, met Louis een wortel eten, met Liam mag je cornflakes met een vork eten, je mag met Zayn's haar spelen en je mag in Niall's broekpak met de Amerikaanse vlag. Lijkt je dat niet geweldig?"
Danny zuchtte. "Oke, ik snap het. Nu wil ik heel erg graag winnen, Lynn!"
"Moet je nagaan hoe ik me de hele week al voel!"
"Oke, dat is misschien nog wel erger! Maar trouwens, waarom zijn we ookalweer in de winkel?" vroeg Danny, zich realiserend dat ik de reden van het bezoek aan de supermarkt achterwege had gelaten.
We waren onderhand bij de afdeling aangekomen waar ik naar op zoek was, de tijdschriften. Ik wees met mijn hand naar het veel te grote tijdschriftenrek en zei: "Hierom, mijn beste Danniël, hierom." Ik wist dathij het niet leuk vond als ik zijn volledige naam gebruikte. Hij vond zijn naam veel te kakkerig.
"Wat moeten we met twintigduizend tijdschriften Jocelyn?" kaatste hij terug
"Noem me geen Jocelyn, je weet dat ik dat niet leuk vind."
"Jij begon," zeurde Danny als een klein kind.
"Nietus," zei ik terwijl ik een pruillip maakte.
"Wellus." Ook Danny trok een pruillip.
"Nietus."
"Wellus."
"Nietus."
"Wellus."
"Nietus."
"Wellus."
"Nietus."
"Wellus."
"Nietus."
"Wellus."
"Nietus."
"Wellus."
"Nietus."
"Wellus."
"Nietus."
"Wellus."
"Nietus."
"Wellus."
"Nietus."
"Wellus."
Ik schoot in de lach door Dan's serieuze blik. "Weet jij nog waarom we deze welles-nietes discussie in de eerste instantie hadden?" vroeg ik, toen ik merkte de oorzaak eigenlijk alweer vergeten te zijn.
"Eigenlijk niet. Maar wat wilde je nou gaan doen met die twintigduizend tijdschriften?"
"We gaan alle tijdschriften waar ook maar iets over 1D instaat kopen, zodat al onze informatie up-to-date is als we die Meet&Greet winnen," legde ik mijn plan uit.
"Ik begin hier, en jij begint daar, en zo werken we naar het midden toe, deal?"
"Deal!" Ik liep naar de rechterkant van het rek, en Danny naar de linkerkant. Elk blad dat ik tegenkwam sloeg ik open, en las de hele inhoudsopgave door. Als er dan ergens One Direction stond, legde ik op de steeds groter groeiende stapel in mijn rechterhand. Toen ik naast Danny stond, zag ik dat ook hij een stapel van een stuk of twintig tijdschriften in zijn handen had.
"Laten we maar gaan afrekenen," stelde Danny voor.
"Goed plan."
Toen we bij de kassa aankwamen, keek de cassière ons verbaasd aan. Niet dat ik dat nou zo vreemd vond, want ja, je ziet niet elke dag twee tieners lopen met een stuk of veertig tijdschriften die ze gaan afrekenen. Toen de cassière het bedrag opnoemde bedacht ik dat het misschien toch eens tijd werd voor een baantje, als ik zo door bleef gaan. Gelukkig deelden Danny en ik het bedrag, waardoor het toch wel iets goedkoper werd.
Even later liepen Danny en ik de winkel uit. Ik droeg de volledige stapel tijdschriften want Danny wilde zijn handen niet vuil maken aan de inkt die heel misschien af zou vegen. Ik had maar gezucht, en nu had ik dus veertig tijdschriften in mijn armen.
Ik keek of er geen auto's aankwamen, wat niet het geval was, en we staken over.
Toen we bijna thuis waren lagen de meeste tijdschriften al niet meer recht, maar scheef.
"Lynnie, waarom is het nog geen morgen?" vroeg Danny dramatisch terwijl hij zijn arm om mijn schouders sloeg. Hierdoor bewogen alle tijdschriften in mijn handen, en vielen ze allemaal op de grond.
"Danny!" riep ik verontwaardigd uit. "Wat doe je nou?!"
"Lynnie!" riep hij net zo verontwaardigd. "Jij droeg ze, hoor!"
"Dat kwam omdat jij ze niet wilde dragen!" wierp ik tegen.
Danny hield wijselijk zijn mond, en bukte om de tijdschriften op te pakken. Voordat ik ook door mijn knieën ging keek ik eerst even vlug of iemand het had gezien. En ja hoor, een klein, oud ventje stond zich te verkneukelen om onze onhandigheid. Ik had de vreemde neiging om naar hem te grommen maar dat hield ik in. Al snel lagen alle tijdschriften weer in mijn armen en liepen we al fantaserend over hoe het zou zijn als we wonnen verder naar huis. De rest van de weg (Nog zo'n 300 meter) bleven de tijdschriften netjes in mijn armen liggen.
Er zijn nog geen reacties.