Schurk - 31
De koning keek opzij. Op het paard naast hem, zat zijn dochter. Hij had haar eerst voor een man gehouden vanwege de kleren die ze droeg. Ze reden naar buiten. Nog steeds werd er geen alarm geslagen. Dat gebeurde pas als ze al halverwege de stad waren. Ze gaven hun paarden de sporen. Ze konden onmogelijk ingehaald worden voor ze de stad bereikten en daar zouden ze wel hulp vinden, toch? Plotseling leek de hemel naar beneden te komen en werden ze van hun paarden getrokken. Ze werden tegen de grond gedrukt. Walter waren ze echter vergeten. Hij vloog de man die de koning vast hield aan. Van verbazing liet die los. Ondanks de pijn sprong de vorst overeind.
“Laat Charlotte met rust,” schreeuwde hij. De mannen deinsde achteruit:
“Prinses? Majesteit?” Even waren ze met stomheid geslagen:
“Majesteit, vergeef ons. We dachten dat jullie leden van Arnulfs bende waren.”
“Ik ken jullie!” schreeuwde Walter verbaasd. “Jullie zijn die… die… uit de stad!”
“Ja en we schamen ons enorm voor wat we gezegd hebben. Je had verdorie gelijk knul.”
“Ik weet niet waar jullie het over hebben, maar we worden achtervolgd”, hielp de koning hen herinneren.
“Dat regelen we wel.” In een mum van tijd zaten ze weer op hun plaats. Deze keer vergezeld door Gadeck en Walter. De achtervolgers waren snel uitgeschakeld.
“Er komen er nog meer!” waarschuwde Walter, “En volgens mij heeft hij niemand thuisgelaten.”
“Die kunnen we niet aan. We verbergen ons tussen de huizen!” Nu ze vergezeld werden door mannen te voet gingen ze veel trager. Ze wisten echter de stad te bereiken voor Arnulfs leger.
“Laat de paarden hier achter. Ik weet een schuilplaats”, zei één van de mannen en hij ging hen voor door een wirwar van steegjes.
“Blijf hier, we gaan proberen iets aan Arnulf te doen”, zeiden ze en ze verdwenen weer.
“Ik ga hen achterna,” zei Gadeck vastbesloten en hij rende naar buiten.
“Ik heb nog een appeltje te schillen met Arnulf. Ik blijf hier niet werkloos toekijken.” Ook de koning verliet het huis. Walter en Charlotte keken elkaar aan en zonder een woord te zeggen volgden ze.
Reageer (1)
hohohoho tis bijna et einde me likes this
1 decennium geleden