Schurk - 29
Twee man sleurden de koning het binnenplein op. Gadeck schrok. Hij was zwaar gemarteld geweest en bleef enkel op wilskracht overeind. Dit stuurde zijn plannen behoorlijk in de war. Dom van hem, hij had het kunnen weten. Hij kende Arnulf ondertussen.
“Voor de duizendste maal, ik zeg niet waar de ring is”, bracht koning Philippo moeizaam uit. Arnulf grijnsde.
“En als dat het laatste is wat het leven van je dochter kan redden?” De ogen van de koning werden groot. Charlotte werd naar voren gebracht.
“Niet toegeven, vader”, riep ze. Iemand gaf haar een klap in het gezicht.
“En waar is je zegelring?” vroeg Arnulf.
“Schurk, je vraagt veel van me, mijn rijk of mijn dochter. Geef me bedenktijd.”
“Natuurlijk mijn koning,” zei Arnulf spottend, “Zo veel je wil, maar bedenk wel dat je dochter in de tussentijd geen eten krijgt. Sluit hen op!” Gadeck liep naar Charlotte toe. Hij greep haar bij de arm en grijnsde kwaadaardig:
“En prinses hoe voelt het om weer thuis te zijn?”
“Schurk!” schreeuwde ze.
“Ik zou maar een toontje lager zingen als ik jou was. Ik breng je naar je kamer en als je niet beleefd ben sla ik je erheen.” En daadwerkelijk, hij kreeg de sleutel om haar te brengen. Dat ging vlot. Onderweg fluisterde hij snel in haar oor wat hij van plan was.
“Schurk”, riep ze nog eens. Op dat moment werden ze ingehaald door één van Arnulfs mannen. Hij grijnsde naar Gadeck.
“Afgesproken tot vanavond”, fluisterde ze daarna. Oef, ze vertrouwde hem. Het moeilijkste gedeelte was dus al achter de rug.
Reageer (1)
hahaha als da het moeilijkste gedeelte was dan is de rest egt makkelijk dus zwzo goe einde
1 decennium geleden