Schurk - 20
Toen hij zijn ogen weer opende, zat Walter naast hem. Hij lag met zijn rug op het gras en boven hem waaiden takken lichtjes heen en weer. Hij zat dus niet in het kasteel en zeker niet in de kerker, maar hoe was dat mogelijk? Hadden ze Charlotte niet gevonden? Nee, dan had hij in open veld gelegen en niet onder de bomen.
“Walter, wat is er gebeurt? Is Charlotte veilig?”
“Ze is veilig. Ik zag enkele soldaten haar naar binnen brengen”, antwoordde Walter.
“Waarom ben je niet bij haar?” vroeg hij. Hij wist het antwoord al, maar iets in hem zei dat zoiets onmogelijk was.
“Ik moest je daar zien weg te krijgen. Ze mochten je niet vinden”, zei Walter flink, maar hij had er heel wat voor opgeofferd.
“Je had moeten blijven en ridder worden”, zei Gadeck het klonk bijna bestraffend.
“Maar dan hadden ze jou iets aangedaan”, verdedigde Walter zich.
“Walter…”, hij wist niet wat hij moest zeggen.
“Ridders laten hun vrienden niet in de steek en jij bent mijn vriend,” klonk Walter overtuigend.
“Na alles?” het praten deed zijn lichaam geen goed, maar hij moest het weten.
“Je hebt me toch gered, verzorgd en leren paardrijden?” antwoordde Walter. Gadeck sloot zijn ogen. Hij voelde zich ontzettend gelukkig en schuldig tegelijk. De jongen die hij nog geen maand geleden zwaar gewond uit de struiken had geplukt, hield van hem. En hij was de enige persoon in de wereld van de levenden die dat deed en hij had zojuist zijn droom en waarschijnlijk zijn gehele toekomst vergooid om hem te redden. Hij kon het hem nooit terugbetalen. Hij had zelfs geen idee hoe hij voor hem moest zorgen. Hij… Au wat deed zijn hoofd zeer. Hij moest rusten, als hij ziek was kon hij er zeker niet voor hem zijn.
Reageer (1)
aaaaawh walter is egt super da hij da allemaal eft opgegeve vo gedeck te bescherme en nu moe de prinses iets goe voor hen doen omda ze de prinses is dus aan haar vader de konig zegge hè
1 decennium geledensnel verder(H)