Schurk - 14
Ze reden nog twee dagen verder tot ze bij een kleine stad kwamen waar een wildvreemde jongen niet zo op zou vallen als in een dorpje waar iedereen iedereen kent.
“Kees, wil je me leren zwaardvechten?” vroeg Walter smekend.
“Nee,” antwoordde Gadeck resoluut.
“Maar,” sputterde Walter, “ik wil ridder worden en dan moet ik toch kunnen zwaardvechten.”
“Nee,” zei Gadeck onvermurwbaar.
“Dan ga ik ook niet naar de markt voor jullie”, zei Walter koppig.
“Dat is dan geen eten van avond.” Charlotte was natuurlijk razend op hem, maar veel zou ze er niet aan kunnen veranderen. Ze hadden die morgen namelijk hun laatste voorraad opgegeten en hij was niet van plan om toe te geven. Hij ging hem echt niet leren hoe hij iemand moest doden. De volgende ochtend werd de honger Walter te machtig.
“Ik ga wel,” gaf hij schoorvoetend toe.
“Fijn, maar haast je wat. Anders heb ik geen tijd meer op je te leren paardrijden”, glimlachte Gadeck. “Echt waar? Bedankt Kees,” de jongen vloog hem om de hals, “Dan vertrek ik onmiddellijk.” Gadeck staarde hem met gemengde gevoelens na. Enerzijds was hij blij dat Walter hem zo graag mocht, anderzijds wist hij dat hij die liefde niet verdiende.
Reageer (1)
aaawh ogarme walter snel verder
1 decennium geleden