Schurk - 10
“Hoe kun je?” Charlotte keek hem dodelijk aan.
“Wat?” Nu had hij echt geen flauw idee waar ze zo kwaad om kon zijn.
“Hoe kun je doen alsof je hem begrijpt, dat je hetzelfde meegemaakt hebt. Terwijl het jullie schuld is!” Waar haalde ze het vandaan? Als die jongen niet in zijn armen had gelegen, had hij haar een klap verkocht.
“Je kunt van mij en mijn vrienden denken wat je wilt, maar dit is niet ons werk. Trouwens ik ben hier.”
“Je maakt deel uit van Arnulf zijn bende. Dat kun je niet ontkennen, dus de rest ook niet. Hij is een moordenaar en jij dus ook”, beet ze hem toe. Hij legde Walter neer en trok haar hardhandig naar zich toe. Haar gezicht was nog geen handbreedte van de zijne.
“Je kunt alles zeggen, maar van Arnulf blijf je af. Nadat alles van me was afgenomen, heeft hij zich om me bekommerd. Hij is niet de wreedaard waarvoor je vader hem uitmaakt. Van hem heb ik trouwens geen hulp gekregen toen.” Ze keek hem totaal verbijsterd aan.
“Ik weet niet wat je probeert, maar denk niet dat je mij tegen mijn vrienden kunt opzetten.” Ze rukte zich los.
“Als ze daar toch dicht genoeg in de buurt waren om jou op te pikken, waarom zijn ze je ouders en broer dan niet te hulp gekomen. Aangenomen dat ze echt bestaan hebben.” Hij had haar iets aangedaan, daar was hij zeker van, als Walter op dat moment niet met een luide schreeuw uit een nachtmerrie ontwaakt was.
Reageer (1)
aaawh die prinsess bgint egt ne grote mond op te zette
1 decennium geleden