``7``
Gelukkig had Dean muziek aan gedaan. Er hing sowieso al een spanning in de auto. We reden nu al voor 20 minuten en het volgende dorp was nog eens in zicht. Opeens voel ik een trilling. Gelijk begin ik mijn zakken door te spitten. Wie belde mij? Even hou ik mijn mobiel in mijn hand. Stel dat het de politie is. Het schermpje verlicht nog eens en dan neem ik toch op. ‘hallo, met Alexandra’ de stem klinkt zwaar, maar rustig. ‘ja, hoe weet u dat?’ Dean en Sam kijken elkaar even aan. Ik mompel een paar keer iets instemmend en bijt dan op mijn lip. ‘ja, meneer. Ik zal het proberen, kan ik nog iets doorgeven?’ ik leg mijn mobiel neer en kijk uit het raam. ‘en ga je ons nog wat vertellen?’ even scheur ik mijn blik los en kijk naar het spiegeltje. Mijn ogen ontmoeten die van Dean. ‘zoals?’ de irritatie is duidelijk van zijn gezicht te lezen. Er speelt een lachje om mijn gezicht. Nu pas heb ik door hoe leuk ik het vind hem te irriteren. ‘wie belde er, Alexandra’ even spits ik mijn oren bij het horen van mijn naam. ‘dat is geheim, ik mag het niet zeggen, maar is het goed als ik misschien nog een tijdje met jullie mee kan reizen. Ik heb tenslotte geen huis meer’ Sam en Dean kijken elkaar even aan. De auto stopt abrupt en ik kijk lichtelijk verbaast naar Dean die zich omdraait. ‘eerst vertel je ons alles wat wij willen weten, dan pas beslissen we of je mee mag.’ Ik verroer me niet. ‘ik vertel alleen van wie ik dat telefoontje had’ ze knikken. Ik zie dat Dean er tegen in wilt gaan maar met een waarschuwende blik van Sam houd hij zich in. ‘John Winchester’ het is doodstil. Het lijkt net alsof de radio er ook mee is opgehouden maar dan hoor ik hem weer. AC/DC, goede muziekstijl. ‘wat zei hij?’ vraagt Sam onverschillig. Ik merk gelijk dat ze meer willen weten. Na een zucht besluit ik dan toch maar iets te vertellen, anders zouden ze me zo achter laten. Heb ik het gevoel. ‘hij heeft me gevraagd om op jullie te passen. Hij kende mijn familie, en weet wat ik kan. Volgends hem kan ik jullie helpen. En hij vroeg of ik net zo lang bij jullie kon blijven als ik kon’ ze zijn even stil. Een aarzeling, maar dan vertel ik er achteraan; ‘hij mist jullie’ uit het niets komt er een scheldpartij. Met grote ogen kijk ik hoe Dean weer recht gaat zitten en hard op het gaspedaal trapt. Het enige dat ik kan opvangen is; ‘en hij belt haar in plaats van ons? We kunnen haar niet eens vertrouwen’ en nog meer van zulke dingen. Ik haal mijn oordopjes en iPod uit mijn tas en ontspan me. Even masseer ik mijn schouder weer. Mijn schouder was altijd al een beetje een zwak geweest.
Reageer (1)
Whahahahah hoe wil je ze op de kast jaguh egt meesterlijk :D:D
1 decennium geleden