Schurk - 8
Ze reden over een heuvelrug heen. In de verte zagen ze een zwarte rookwolk. Gadeck trok aan de teugels. Als versteend staarde hij naar de donkere massa. Charlotte gilde. Een kleine gedaante lag onderaan de heuvel in een plas bloed.
“Gadeck, alsjeblieft laat me hem…” Hij had zijn hielen reeds in Storms flanken gedrukt en was al weg. “… helpen”, mompelde Charlotte terwijl ze hem achternaging. Hij onderzocht de jongen vluchtig. Zijn verwondingen waren niet al te ernstig, maar hij had erg veel bloed verloren. Zeker als hij rekening hield met zijn leeftijd en tengere lichaamsbouw. Met vaardige hand legde hij enkele verbanden aan. Charlotte stond de hele tijd bezorgd naar de jongen en verbaasd naar hem te kijken. Iedereen mocht hem dan een schurk vinden, maar als ze dachten dat hij een kind aan zijn lot zou overlaten, dan kenden ze hem niet.
“Wat zou er met hem gebeurd zijn?” vroeg Charlotte. Gadeck staarde naar de rook in de verte. “Rovers.” Er was een vreemde klank in zijn stem.
“Kunnen we er niet heen, om te zien of we iets kunnen doen?” opperde Charlotte voorzichtig. Gadeck schudde zijn hoofd:
“Behalve doden begraven, nee.”
“Jij zult het wel weten, zeker”, zei Charlotte hatelijk. Ja, hij wist het als geen ander, maar niet om de reden die zij in gedachten had. Hij pakte de bewusteloze jongen op en legde hem voorzichtig op Storm.
“We moeten hier weg, misschien komen ze deze kant uit of dagen er soldaten op.” Gehoorzaam besteeg Charlotte Dauw. Haar blik bleef gericht op de jongen, maar vermeed zorgvuldig de zijne. Verdomme, dacht ze echt dat hij hier iets mee te maken had? Zo dom kon ze toch niet zijn?
Reageer (1)
jawel zo dom is ze dus wel(lol)
1 decennium geleden