Het spoor

Lilo liep, met haar rugzak, naar de boom waar ze de voetstap hadden gezien. ‘Zou hij dit spoor bedoelen?’ vroeg ze aan Kay. ‘Of moeten we een heel ander spoor hebben?’
‘Ik weet het niet Lilo, maar zo’n opvallend spoor is een beetje verdacht, vind je ook niet? En ik heb ook geen ander spoor gezien, dus het zal wel goed zijn.’
‘Je hebt gelijk.’ Zei ze.
Ze al liepen een tijd langs het spoor toen Kay ineens stilstond. ‘Geef me dat briefje eens.’ Zei hij.
‘Hoezo?’ vroeg Lilo, die Kay onbegrijpend aankeek.
‘Er stond toch dat we naar een grot moesten, of was het een kelder?’ zei hij.
‘Een kelder. Zeker weten. “Volg het spoor naar de kelder” stond er.’
‘Hm… En hoe moeten wij die kelder herkennen?’
‘Hoe moet ik dat weten?’ zei Lilo. Ze gaf het briefje aan Kay.
‘Kijk, bij de grot houdt het spoor op. Dus we moeten naar een grot, toch?’
'Ik denk het wel, ja.' zei Lilo.
'Oké, laten we doorlopen.' zei Kay.

Lilo en Kay stonden voor een grote opening in de rotswand. Ze keken elkaar aan.
'Moeten we dit wel doen?' vroeg Lilo.
'Hebben we een keus? We zijn nu al helemaal hiernaartoe gelopen, dus nu moeten we wel gaan toch?' Hij klonk heel zeker, maar Lilo wist dat hij enigszins zenuwachtig was. Ze zette haar voet in de spleet.
'Wacht. Dat spoor, is dat niet van die beer die we tegenkwamen?' zei Kay. Lilo trok abrupt haar voet weg.
'Nee, die beer had grotere poten.' zei Kay.
'Zeker weten?' Lilo keek hem nog steeds angstig aan.
‘Ja. Zeker weten.’ Zei Kay.
‘En wat als hier nog grotere beren zijn?’
‘Lilo, het spoor dwaalde daar af.’ Hij wees richting het pad waar ze vandaan kwamen. ‘Dus hier zijn geen beren. Maar we moeten wel voorzichtig zijn.’
Lilo zette haar voet opnieuw in de spleet en hees zichzelf op. Ze wurmde zich door de spleet.

*

Mike hielp zijn meester. Hij moest de val klaarzetten, zodat Traylon ook Lilo en Kay kon vangen. Hij had in zijn boek van voorspellingen – dat hij van zijn vader had gekregen toe hij werd verkocht aan Traylon - gezien dat ze er bijna waren. Het boek van voorspellingen zag er uit als een boek, maar eigenlijk had het een soort schermpje dat de toekomst liet zien. Als hij de toekomst niet wist, zou hij nooit zo’n groot risico nemen.
‘Mike!’ de schorre stem van zijn meester galmde door de grot.
‘Ik kom eraan Heer.’ Hij liet zijn werk vallen en snelde naar zijn meester.
‘Is de val al klaar?’
‘Ja heer. Ik heb hem net geïnstalleerd.’ zei Mike.
‘Mooi. We lopen op schema.’ Zijn stem vulde de hele grot. ‘En nu moeten we ons gauw verstoppen. Ze kunnen hier elk moment zijn.’

*

‘Wat is het donker hier. Kon die Mike van jou niet wat lantaarns ophangen?’ zei Kay.
‘Waarschijnlijk mogen we hier niet komen. Dat hij ons stiekem naar binnen wil smokkelen.’ Kay schonk haar een verwijtende blik. Ze kon hem toch niet zien.
‘Loop nou maar door, straks zijn we te laat.’ Zei Lilo.
‘Waarvoor? Waarvoor zouden we te laat komen? We weten niet eens waar we heen moeten. We weten dat we Pam en Laurens terug moeten zien te krijgen. Verder niets. En die brief van Mike… Ik weet het niet hoor.’ Kay hield zijn hand tegen de wand van de grot om te voelen hoe ze moesten lopen. ‘Hier is een bocht Lilo. Niet tegen de muur aan lopen.’
Waarom zou ik tegen de muur aanlopen, dacht ze. Ze volgde Kay zwijgend, terwijl ze zich door de lange gang van de grot verplaatsten. ‘Au! Kay, waarom sta je ineens stil?!’
‘Sst!’ Hij draaide zich om. ‘Zie je dat licht daar? Ik denk dat we er bijna zijn.’
‘Oh, ik zie het! Gewoon er naartoe lopen dan maar?’ zei ze.
‘Ja, maar wel voorzichtig. Je weet maar nooit.’ Hij liep langzaam verder. Hij stapte ergens op. Het ding verdween in een razende snelheid. ‘Wat was dat? Het was een soort van sl… - Aah!’ De grond onder hen was ineens verdwenen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen