Langzaam werd Lilo wakker. Het zonlicht scheen haar kamer binnen, wat haar wekker moest voorstellen. Haar echte wekker was kapot. Ze trok haar sloffen aan en liep naar de keuken. Haar enige pan stond nog op het fornuis – ze was hem gister waarschijnlijk vergeten af te wassen. Lilo keek of er nog brood was. ‘Hm’ mompelde ze. Er waren nog een paar klompjes. Dat moest wel genoeg zijn voor vanochtend. Ze pakte het brood uit de kast en gooide het op een eiken plankje. ‘Pam!’ riep ze naar haar huiskrijger, ‘Kom je ontbijten?’ Er kwam geen antwoord. ‘Pa-am!’ riep Lilo nog eens. Ze liep naar zijn kleine kamertje. Het bedje was leeg. Lilo keek de kamer rond. Het was niets voor Pam om op eigen houtje ergens naartoe te gaan. Misschien was ie even naar buiten om wat frisse lucht te halen. Het rook hier ook altijd een zo muf. Lilo liep, nog steeds met het plankje met brood in haar handen, naar de voorkant van haar zweefhut. Het was verlaten. Ook na een rondje om de hele hut gelopen te hebben was er nog geen spoor van Pam.
Lilo draaide aan de hendel van de loopplank. Dat ding ging altijd veel te langzaam, vond ze. Maar er was nou eenmaal geen andere manier om naar de andere zweefhutten te komen. Zodra de brug de zweefhut van Kay en Laurens bereikte stapte Lilo erop. Haastig liep ze naar de andere zweefhut, en klopte op de deur. Het duurde even voordat ze Kay’s voetstappen op de gang hoorde. Hij deed de deur open. Zij uitdrukking was enigszins verbaasd. Vast omdat ze hier zo vroeg in de ochtend was, dacht Lilo.
‘Hoi Lilo,’ zei Kay, ‘Is er iets?’
‘Eh, eigenlijk wel ja.’ Zei Lilo. ‘Heb jij Pam gezien?’
‘Nee, hoezo? Is ie niet bij jou soms?’ vroeg Kay.
‘Nee,’ antwoordde Lilo, ‘ik heb overal gezocht, maar ik heb nog geen spoor van hem gevonden. En het is niets voor Pam om weg te lopen.’
‘Je hebt gelijk. Zou iemand hem misschien meegenomen hebben? Hm.. wat dan ook, we moeten hem zoeken. Kom anders even binnen, dan kunnen we samen met Laurens een plan bedenken’
‘Klinkt goed!’ zei Lilo, en ze stapte de zweefhut van de jongens binnen.

Lilo, Kay en Laurens zaten rond de tafel. Het begon al te schemeren. De kinderen waren druk in gesprek en de tafel lag vol met tekeningen. In het midden stond een olielamp. Plotseling stond Lilo op. Het plan was rond. Ze zouden morgen vroeg opstaan, en naar het grote woud gaan om daar naar Pam te zoeken.
Lilo liep terug naar haar zweefhut en pakte het laatste stompje brood dat nog over was. Ze mompelde wat, en stopte het toen in haar tas. Ze doofde de lamp en liep naar haar slaapkamer. Morgen zou ze weer bij Pam zijn. En met die gedachte voor ogen viel Lilo langzaam in slaap.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen