Hoofdstuk 4 || Eline
Doodmoe kwam ik weer terug van het stichtersfeest. Het was alweer 10 uur ’s avonds en ik heb de hele dag in dat verdomde korset moeten rondlopen. Strontchagerijnig sjokte ik via de grote trap naar mijn kamer en ik plofte neer op mijn bed. Terwijl ik op mijn buik op mijn bed lag, met mijn gezicht in het kussen verstopt, probeerde ik de veters van mijn korset los te maken. Ik vloekte toen ik merkte dat het niet lukte en ik hoorde Mary-Elizabeth de gang doorlopen. “Mary!” riep ik, mijn stem gesmoord door het hoofdkussen. “Ik kom al.” De deur ging open en Mary kwam mijn kamer binnen. “Doe mijn korset uit.” Mary begon aan de veters te frummelen en ik genoot van het feit dat ik weer een beetje normaal kon ademhalen. Ik haalde diep adem en blies uit door mijn wangen. Mary pakte mijn ‘huisjurk’ uit mijn kledingkast en kleedde me aan. Deze jurk had geen korset nodig en zat een stuk comfortabeler. Ik geeuwde en ik hoorde mijn vader me van beneden roepen. “Eline?” zijn stem klonk boos. Ik fronste even. Papa was niet snel boos op mij. Mary keek me medelijdend aan. “Waar gaat dit over?” vroeg ik aan haar. “Ga maar.” Zei ze alleen maar. Ik liep naar beneden naar de woonkamer, waar mijn vader op de bank zat voor het vuur. Hij had zijn grijze krullende pruik afgedaan. “Wat is dit, Eline?” zei hij. Ik liep naar hem toe en zag dat hij met mijn tekeningen in zijn handen zat. Míjn tekeningen. Ik slikte. “Dat zijn mijn schetsen, vader.” “Weet jij nog wat ik tegen je gezegd had, toen je zei dat je wilde tekenen? Toen je nog heel klein was?” Ik slikte. Dat wist ik maar al te goed. “U zei dat tekenen en schilderen voor sloebers is die te weinig geld verdienen. Dochters van de gouverneur moeten zich interesseren in dingen die zin hebben.” “Je hebt niet naar me geluisterd, Eline. Waarom niet?” “Ik hou van tekenen.” “Dat vind ik niet goed.” “Ik wel.” “Het gaat hier niet om jou, Eline!” riep mijn vader boos. Ik schrok van zijn woedeuitbarsting. “Weet je wel niet wat voor slechte naam mij dit gaat geven, Eline? Dit is prutswerk! Het is rotzooi!” Met tranen in mijn ogen keek ik toe hoe hij de tekeningen verscheurde. “HET WAS NIET VOOR JOUW OGEN BEDOELD, PAPA!” “WAT DOET DAT ERTOE? IK HEB HET GEVONDEN!” Hij gooide de tekeningen in het vuur. “NEE!” gilde ik en ik probeerde hem nog tegen te houden, maar het was al te laat. Het papier krulde op in het vuur en tranen van woede liepen over mijn wangen. “Stik er maar in, vader! Ik haat u! U heeft mijn hele leven al voor me uitgestippeld en ik weiger me er aan te houden. Ik heb ook een leven!” Tot mijn afgrijzen barstte mijn vader in een hysterische lachbui uit. “Alsof jij een keuze hebt!” schaterde hij. Ik werd hier alleen nog maar bozer van. “U heeft me diep teleurgesteld, vader.” Zei ik kil en ik liep terug naar de gang, waar ik mijn jas van de kapstok haalde. Ik trok mijn jas aan en deed de grote voordeur open, en ik liep naar buiten. Het was pikdonker en de warme temperatuur van vanmiddag was gedaald. Ik voelde de koude wind op mijn gezicht en boos veegde ik mijn tranen weg. Ik had geen idee waar ik heen moest. Ik kende de buurt niet, ik kwam alleen naar buiten als we naar feesten gingen en dan werd ik met koets naar het dorp gebracht. Ik liep de kronkelige straten naar beneden af en sloeg een steegje in. Het stonk er naar pis en ik zag een zwarte kat achter een regenton schieten. Ik rilde toen het begon te regenen. Kon het nog erger? De regen ging steeds harder en uiteindelijk was ik kletsnat. Ik wilde me net omdraaien en teruglopen toen ik ruw vastgepakt werd. Een hand werd om mijn mond geklemd en ik probeerde te gillen, maar mijn kreet werd gesmoord. Er werd een harde klap op mijn hoofd gegeven en daarna voelde ik helemaal niks meer.
Reageer (1)
snel verder!!
1 decennium geleden