H25
Veel plezier
We hadden nu een lange dag hard getraind, en we hadden nu alle twee de elementen goed onder controle. Ik wist verschillende aanvallen te maken met aarde en met water kon ik dat natuurlijk al. Ook kon ik goede combinaties maken met Eline. ‘Hoe gaan wij een leger vandaag nog hier krijgen?’ vroeg ik aan de leiders. ‘Is al geregeld’ zei Casandra. ‘Vanavond staan hier de sterkste meesters van alle elementen, die samen met ons naar het waterrijk trekken’. ‘En dat gaat lukken zonder dat de geestendrijvers het in de gaten hebben?’ vroeg Eline. ‘Zeker, we verzamelen ons in het waterrijk zelf, waar niemand woont, dus waar ook geen geestendrijvers zijn’ zei Cleveron. ‘Hopelijk gaat alles lukken’ zei Rodi. ‘Dat hoop ik ook’ zei Gwendolin. ‘We zullen waarschijnlijk echt mee moeten gaan vechten want dit gaat de geestendrijvers nooit in hun eentje lukken’.
In de middag waren we allemaal weer voor ons eigen aan het oefenen. Ik was net aan het oefenen met aardesturen toen Gwendolin ineens achter me stond. ‘Omdat we alle sterkste stuurders hebben uitgenodigd, zitten daar ook twee mensen bij die staan te popelen om jou te zien. Ze zijn als eerste gearriveerd’. Toen ik me omdraaide schoot er een gevoel van geluk door me heen. Achter Gwendolin stonden mijn ouders. ‘Papa, mama!’ riep ik en ik rende op hun af. ‘O, Odin’ zei mijn moeder. ‘Wat ben ik trots op je! Je kan het element aarde besturen’. ‘Dat is nog is een verassing om te zien’ zei mijn vader. ‘Zijn jullie al op de hoogte gesteld van de situatie?’ vroeg ik aan mijn ouders. ‘Ja dat zijn we, wat een tragisch nieuws’ zei Hariëtte, mijn moeder. ‘Jullie zijn hier dus om te vechten?’ vroeg ik. ‘Natuurlijk, we gaan jou toch niet alleen laten vechten?’ zei Hans, mijn vader. ‘Dan kunnen jullie dus wel een training gebruiken’ zei ik lacherig. ‘Kom maar op’ zei mijn vader.
Mijn vader stond een paar meter verderop, in de gevechtshouding. Ik stond hetzelfde maar dan aan de andere kant. ‘Start!’ riep mijn moeder die aan de kant stond. Mijn vader sprong omhoog en kwam neer op de grond, waardoor verschillende aardrotsen omhoog kwamen en dreigend mijn richting opschoven. Ik maakte een grote muur van aarde voor mijn neus en vuurde die samen met twee waterstralen af. De muur gebruikte hij om de waterstralen te blokkeren en de muur liet hij omvallen en sprong er vervolgens bovenop waardoor hij de muur als surfplank kon gebruiken. Ik stuurde een grote golf en sprong er bovenop. Onze aanvallen raakte elkaar in het midden waardoor we allebei de lucht in werden geslingerd. Ik stond gelijk om en bevroor het water waar mijn vader in lag. Hij zat muurvast, wat betekende dat ik had gewonnen. Ik maakte mijn vader los en gaf hem een hand. ‘Goed gevochten hoor’ zei ik lacherig. ‘Gefeliciteerd’ zei hij met een uitdagende blik. Daarna keek hij naar mijn moeder, die op mij af kwam gelopen. ‘Nu is het mijn beurt’ zei mijn moeder met een vals stemmetje. Ik lachte en ging klaar staan in de gevechtshouding.
‘Start!’ riep mijn vader. Mijn moeder kwam gelijk in actie en zette een heftige aanval in. Er kwamen drie stenen punten op mij af, die ik niet meer kon ontwijken. Ik vloog door de lucht en kwam pijnlijk neer. Gelijk stond ik op en stuurde een waterstraal maar mijn moeder was verdwenen. Het enigste wat ik nog zag was een zwart gat in de aarde. Plotseling bewoog de aarde onder mijn voeten en mijn moeder schoot de aarde uit. Ik vloog door de lucht en kwam terecht in een vijver. Mijn moeder stond aan de kant te lachen samen met mijn vader, de leiders en de andere kinderen. Ik begon zelf ook te lachen, daarna werd mijn gezicht serieus. Ik draaide wild rond en om mij heen vormde zich een draaiklok. Ik ging steeds hoger in de lucht en keek nu op iedereen neer. Ik hield mijn handen naar voren en verschillende waterstralen vlogen uit de draaiklok, waarvan twee mijn moeder raakte. Zo gauw ze in het water lag, bevroor ik haar. ‘Whaha’ lachte ik toen ik weer met mijn voeten op de grond stond. Ik maakte mijn moeder los en gaf haar een knuffel. ‘Goed gevochten’ zei ik tegen haar. ‘Ik hou van je’ fluisterde ze in mijn oor.
‘We moeten gaan’ schoot de stem van Gwendolin ineens door me heen. ‘Nu al?’ vroeg ik. ‘Het leger is er over ongeveer een uur en die tijd hebben we nodig om bij het waterrijk te komen’ zei Casandra. Ik knikte en ging de andere halen.
‘We gaan’ zei ik tegen de andere vier. ‘Oké, we hebben nu wel genoeg getraind’ zei Marcha. ‘Het zal een heftig gevecht worden’ zei Rodi. Toen we ons aansloten bij de leiders en mijn ouders, vertrokken we de stad uit. Aan de rand van de stad, hielden verschillende geestendrijvers ons tegen. ‘Waar gaan jullie heen?’ vroeg er eentje. ‘Naar het waterrijk, kijken hoe daar de huidige situatie is’ zei Gwendolin. ‘Met zoveel mensen?’ vroeg een andere geestendrijver. ‘Die hebben we wel nodig in deze tijden ja’ zei Gwendolin. De geestendrijver twijfelde even en liet ons daarna erdoor. ‘Jij kan goed liegen’ zei ik tegen Gwendolin. ‘Liegen om de werelds bestwil’ zei Gwendolin. ‘Op naar het leger en daarna, op naar de mores’.
Reageer (1)
Verder !!
1 decennium geleden