H24
De ogen van Marcha en Eline waren strak op mij gericht. Het was twee tegen één, want Rodi was al uitgeschakeld door Eline. We waren aan het oefenen met onze elementen. Ineens kwam Eline in beweging en gaf mij een flinke luchtstoot. Ik maakte gebruik van de stoot om vaart te maken en kwam keihard op de grond, waardoor twee palen van aarde uit de grond schoten onder de voeten van Marcha en Eline, waardoor ze meters de lucht invlogen. ‘Marcha, dit was jou tiende klap, dat betekend dat je eruit ligt’ zei Claire die bepaalde wanneer je eruit lag. Nu was het nog één tegen één. Eline stond op en kwam gelijk in actie en stuurde een waterstraal op mij af. Ik nam de straal van haar over en vormde er een krachtige golf van die ik haar richting op stuurde. Eline bevroor de golf en sprong er bovenop, liet hem smelten en vormde een krachtige bol die ze weer op mij afstuurde. Ik sprong op de grond en onder mijn voeten vormde zich een berg waar de golf tegenaan botste. Ik stond nu op de berg en was dus hoger dan Eline. De ene rotsblok na de andere rotsblok raakte Eline. ‘Dat was nummer tien voor jou’ zei Claire. ‘Gewonnen!’ riep ik lachend. Toen ik van de berg afsprong en zag ik dat de ogen van Claire, Rodi, Marcha en Eline achter me keken. Toen ik achter me keek zag ik drie vrouwen op ons afkomen met verschillende geestendrijvers achter zich aan.
Het waren drie zussen, daar twijfelde ik niet aan, maar ik herkende er geen een van. Toen ze voor ons stopte met lopen bogen we alle vijf. ‘Hard aan het oefenen zie ik’ zei de middelste. ‘Dat klopt’ zei Eline. ‘Emma, waaraan hebben jullie bezoek te danken?’ hoorde ik de stem van Cleveron achter ons zeggen. Achter hem kwamen de andere leiders aangelopen. ‘We wilde graag even met jullie praten’ zei een van de andere twee. ‘Kom binnen’ zei Cleveron terwijl hij een gebaar maakte naar de fabriek. De zussen liepen achter de leiders naar binnen en de geestendrijvers gingen rond de fabriek staan. Ik liep naar een van de geestendrijvers toe. ‘Sorry, zou ik er even langs mogen’ zei ik. Hij keek naar onze polsen en verassend genoeg liet hij ons naar binnen.
Toen we binnen aankwamen zagen we alle leiders plus de zussen rond een tafel zitten. Onze wachters kwamen gelijk naar ons toegelopen. ‘Volgens mij zijn jullie hier niet welkom op dit moment’ zei Rosa. ‘Het gaat ook ons aan’ zei Rodi. We bleven stil op een afstandje staan luisteren, zonder dat ze in de gaten hadden dat wij hier stonden. ‘We hebben de schuilplaats van de Mores ontdekt’ zei een van de zussen. ‘En waar is die dan precies, Cleopatra?’ vroeg Gwendolin. ‘In het waterrijk’ zei Cleopatra. De ogen van Gwendolin werden plotseling groot. ‘Het is in een gebied waar niemand woont, ze hebben zelf een kamp weten te bouwen, het stinkt er echt verschrikkelijk’ zei Emma. ‘Valencia en ik zijn er wezen kijken en we schrokken van hun aantal’ zei Cleopatra. ‘Als we niet snel onderhandelen, betekend dit het einde van de elementen’ zei Valencia. ‘We vallen over twee dagen aan’ zei Emma. ‘Heel het geestenrijk zal met ons meevechten, dat betekend dus dat we jullie hulp niet nodig zullen hebben’. Even bleef het stil. ‘En waarom zijn jullie hier dan?’ vroeg Casandra. ‘Om ons gewoon te kwellen’ zei Nodis. ‘Om verwarringen te voorkomen’ zei Valencia. ‘Waar zijn jullie bang voor? Dat wij met een leger jullie komen helpen en zo meer doden kunnen besparen?’ vroeg Gwendolin. ‘Jullie hulp is niet nodig!’ zei Emma nu op een strengere stem. ‘Heel dom’ zei Samuel. ‘Maar goed, als jullie onze hulp niet willen, dan krijgen jullie die ook niet’. ‘Zo mag ik het horen’ zei Valencia. ‘Ik weet genoeg’ fluisterde ik en samen met de andere liep ik naar buiten.
‘Over twee dagen gaan ze dus aanvallen’ zei Rodi. ‘Ik ben benieuwd wat dat voor ons betekend’ zei Claire. ‘Niets, je hebt de zussen toch gehoord?’ vroeg Eline. ‘En jij denkt dat de leiders zich daar aan gaan houden?’ vroeg ik. ‘Ik denk dat we maar beter kunnen gaan door trainen, want twee dagen zijn zo om’. En met z’n vijven gingen we weer trainen.
Na ongeveer 15 minuten kwamen de leiders en zussen weer naar buiten. De zussen liepen zonder iets te zeggen door, met de geestendrijvers achter zich aan, en verdwenen uit het zicht. ‘En?’ vroeg ik aan de leiders. ‘Kom maar mee naar binnen’ zei Cleveron en met z’n allen liepen we de fabriek binnen.
‘Over twee dagen vallen ze de Mores aan’ begon Cleveron. ‘Ze zijn erachter gekomen waar de Mores zitten, namelijk in het waterrijk. Ze kwamen hierheen om nog even tegen ons te zeggen dat onze hulp niet nodig was’. Toen bleef het even stil. ‘Maar?’ vroeg ik. De leiders keken elkaar aan. ‘Maar, dat gaat niet gebeuren. We verzamelen een goed leger die we naar het waterrijk gaan sturen om tegen de Mores te vechten, onderleiding van ons allemaal’. ‘Dat wordt een flink bloedbad’ zei Eline. ‘Dat wordt voor de Mores inderdaad een bloedbad, hopelijk voor ons niet’ zei Marina. ‘Dus we hebben nog twee dagen om te trainen?’ vroeg Rodi. ‘Klopt’ zei Casandra. ‘En daarvan mogen we er geen een van verspillen, dus ik zou zeggen. Aan de slag!’
Reageer (2)
Sneeeeel verderr!!!!
1 decennium geledenikbzou het echt jammer vinden als een van de tweeling (samuel en nodis) dood zal gaan tijdens het gevecht. tweelingen zijn altijd cool in verhalen!
1 decennium geleden