[031]
Isaiah Timber
Ergens kon ik wel begrijpen wat Paul bedoelde. Ik respecteerde zijn keuze, zijn uitleg. Maar toch vond ik het ergens jammer dat ik Paul’s wederhelft niet kon aanschouwen. Dat ik niet kon zien wat de andere kant was van de jongen waar ik zo dol op was. Dat er altijd iets zou zijn wat hij niet met mij zou delen. Iets wat hem zélf angst inboezemde. En dat terwijl ik het volste vertrouwen in de jongen had.
‘Zo, zo. Iemand is weer eens aan het piekeren.’ Elan sprong met een simpele beweging over de leuning van de bank heen en landde toen grinnikend naast mij. De bank trilde als protest onder zijn gewicht dat grotendeels bestond uit spierenmassa en gaf zich vervolgens na een kraak over. Elan’s donkere ogen keken mij afwachtend aan, terwijl hij tegen de leuning zakte. ‘Brand los.’ Hij glimlachte zijn hagelwitte tanden bloot, waarop ik zelf ook even glimlachte en toen mijn hoofd schudde.
‘Is niet nodig.’ Ik haalde mijn schouders op en liet mezelf toen ook maar achterover vallen in de kussens. ‘Er is geen probleem. Eerder een discussie met mezelf.’
‘Misschien kan ik je daar bij helpen.’ Ook Elan haalde zijn schouders op, krulde afwachtend zijn armen over elkaar. Opnieuw schudde ik mijn hoofd, beet even op mijn lip toen ik mijn eerdere gedachtes langs liet komen. ‘Nah. Ik moet gewoon niet zo nieuwsgierig zijn. That’s all.’
‘Nieuwsgierig?’ Elan kwam omhoog, rees vragend zijn wenkbrauwen. ‘Dan zit je dus wel iets dwars.’
‘Jij bent echt ongelooflijk,’ mompelde ik voor ik met mijn ogen rolde en op stond. Ik smeet een kussen in Elan’s gezicht en plofte vervolgens in de stoel naast de bank. ‘Er is niets. Einde discussie.’
‘Dan –’ Opnieuw probeerde Elan mijn masker te doorbreken, maar ik reageerde net zo terughoudend. Net zo zeker van mijn zaak.
‘Nee. En nu hou je op met zeuren.’ Ik zuchtte even en glimlachte toen zijn kant op. ‘Ik meen het.’
‘Heeft het met Paul te maken?’ Elan leek gelijk op zijn hoede door zijn eigen woorden en kreeg een serieuzere blik in zijn ogen. Direct wist ik dat ik betrapt was, dat ik gewoon weg had moeten lopen omdat Elan toch wel te weten zou komen wat me dwars zat. Net zoals hij dat altijd deed. Hij doorzag alles wat ik zei, wat ik deed, en hoe ik reageerde. ‘Spill it, Isa.’
‘Elan!’ riep ik nu verontwaardigd. Ik wilde hem niet zeggen wat me dwarszat, ik wilde hem niet over Pauls twijfelingen vertellen. Dat zou als verraad voelen. Alsof ik zonder blikken of blozen zijn geheimen door zou kunnen vertellen. ‘Ik zei dat je op moest houden!’
‘Ik kan het aan je zien, Isa,’ zuchtte Elan. ‘Ik kan zien dat het met Paul te maken heeft. Maak je – je druk om wat wij zijn?’ Hij keek me afwachtend aan, kwetsbaar. Bijna alsof ik mijn bloedeigen broer zou vertellen dat hij een monster was. Alsof ik hem zou zeggen dat ik van hem walgde en dat ik hem nooit meer zou willen zien. Ik schudde mijn hoofd, waardoor een opgeluchte zucht zijn lippen verliet.
Reageer (3)
awh<3
1 decennium geledenverder verder verder please:X
1 decennium geledensnel verder!
1 decennium geleden