- 016.
Maar ook vanavond heb ik de eer niet om in mijn eigen bed te gaan slapen, en de reden daarvan is Sirius. Gelukkig niet Dumbledore, ik heb het niet zo op harig. Ik grinnik en sla mijn armen om Sirius.
"En de andere jongens dan?" vraag ik. Hij glimlacht. "Het is niet zo dat we wat gaan doen, of had jij andere plannen?" Ik grinnik. "Nee tuurlijk niet, maar ik wed dat Pettigrew nog nooit een meisje in de zaal heeft gezien. Dus die krijgt dan sowieso een hartstilstand," grijns ik. "Oké, oké, vanwege Peter's veiligheid doe ik de gordijnen dicht!" Sirius gooit zijn armen in de lucht en ik kan een grinnik niet laten. "Sweetie," giechel ik en ik geef hem een kusje op zijn neus. Verbaasd kijkt hij naar zijn neus wat mij in lachen uit doet barsten.
Remus, James en Peter komen binnengelopen en gaan bij ons zitten. "Zo, gezellig hier!" kirt James. Remus kijkt hem even raar aan en we schieten weer in de lach. Ik schudt mijn hoofd en grijns breed als Lily binnenkomt. "Hé Lils!" roep ik en ik vlieg haar om haar hals. "Waar heb jij last van?" vraagt ze lachend. "Nou! Mag ik niet blij zijn om jou te zien? Waar is Amber trouwens?" ratel ik. "Ten eerste, je bent hyper. Ten tweede, ik heb geen flauw idee waar dat kind nu weer uithangt. Waarschijnlijk iemand uit haar afdeling gevonden om vannacht te blijven." Lily en ik schieten in de lach. "Kom mee, dan gaan we bij James zitten!" Ik kijk haar veelbetekenend aan. "Val, ik heb geen gevoelens voor die kleuter," zegt ze blozend. "Jaja, maak dat maar iemand anders wijs. Kom mee!"
We lachen en gaan bij ze zitten. Remus kijkt op. "Is Amber er niet?" vraagt hij 'luchtig'. Ik schudt lachend mijn hoofd. "Volgende keer beter, Reems." Hij kleurt rood en mompelt iets van huiswerk, waarna hij naar boven verdwijnt. Lily gaat ook naar bed en even later James en Peter ook. Ik kijk Sirius aan. "Zullen wij zo ook gaan?" vraagt hij. Ik knik grijnzend en volg hem naar zijn kamer. Hij geeft me een lange shirt en ik ga naar de - stinkende - badkamer om hem aan te trekken. Als ik met een vergiftigde neus terug kom, ga ik naast Sirius liggen. "Ik hou van je," mompelt hij. Ik glimlach. "Ik ook van jou."
Ik snuif zijn heerlijke geur op, wat mijn neus deels doet genezen maar niet helemaal. Die geur daar was echt verschrikkelijk, you don't want to know.
Hij slaat zijn arm om me heen en ik voel hoe de vermoeidheid de meester van me wordt.
Er zijn nog geen reacties.