Chapter One
Penelope POV
Ik keek naar Isis, die nu naar de kom met namen liep. We stonden met z'n allen in een met touwen afgezet gebied, net als in de districten op de boetedag. Met moeite slikte ik. Ik was bang, zo bang, dat ik gekozen werd. Was het ook altijd zo in de districten? Zouden die mensen net zo bang zijn als ik? Ik had er nog nooit over nagedacht, nog nooit.
Ik keek om, naar mijn moeder. Ze begroef haar gezicht in haar kraag en haar schouders schokten. Mijn vader was er niet om haar te troosten. Mijn vader was namelijk ergens anders bezig.
Mijn vader was hoofdspelmaker. Alsof het nog niet erg genoeg was.
Het was doodstil terwijl Isis trillend naar de kom liep. Zou ze weten hoe gespannen we naar haar keken? Nog een stap. Ik voelde de angst om me heen gewoon. Nog een stap. Gesnik achter me. Een klein meisje. Nog een stap. Ze was bij de kom. Haar hand trilde toen ze hem uitreikte. Ik sloot mijn ogen. Ik wilde het niet weten. Ik wilde het niet, ik wilde hier weg. Maar ik kon niet vluchten. Ik kon nergens heen. Dit was mijn thuis, ook al zou het meer mijn thuis zijn. Dit? Dit was het Kapitool niet. Dit was een verloren stad, overgenomen door de rebellen. Het kapitool zou me gered hebben. Maar ik had geen enkele redding. Het kapitool beschermde me niet meer.
Isis' hand kwam dichterbij en dichterbij en... ze zakte in elkaar. Ze huilde. Een paar mensen liepen naar haar toe. Duidelijk rebellen. Ze waren niet blij, zeiden dat ze op moest staan.
"Ik kan het niet," snikte ze nauwelijks verstaanbaar. Twee mensen sleepten haar kwaad van het podium af. Ik wilde niet eens denken aan wat ze met haar gingen doen.
Eén van de mannen liep naar de kom toe en zei niet heel erg vriendelijk:
"De meisjestributen eerst." Hij griste een naam uit de kom.
"Misty Lavaridge." Een meisje begon te huilen. Ze was amper twaalf. En het enige wat ik kon denken was: Ik ben het niet.
Een andere man liep van het podium af en nam het meisje mee naar het podium.
Nog maar elf te gaan.
"De volgende tribuut is..." Gegrabbel. "Penelope Moore!"
Het was alsof mijn binnenste in ijs veranderde. Ik kon me niet verroeren, besefte nauwelijks wat er gebeurde. Het enige wat ik wist, was dat dat mijn naam was. Mijn naam. Ik werd ruw meegesleept naar het podium, en werd weer neergezet naast het kleine meisje.
Het besef kwam langzaam. Ik moest meedoen aan de hongerspelen.
Er zijn nog geen reacties.