Water linked dream
Het meisje stond vermoeid haar tanden te poetsen: 'Ik ben helemaal op. Mijn geluk staat niet aan mijn kant vandaag. Mijn geluk-ongeluk kennende weet ik dat morgen dan een goede dag wordt.'
Uitgeput plofte ze op haar bed en viel vrijwel meteen in slaap.
De volle maan stond hoog aan de hemel, en straalde haar stralen naar binnen. Ze was de gordijnen vergeten dicht te doen. Maar terwijl de maan volop naar binnen scheen veranderde iets. Ze begon blauw op te gloeien, en het licht begon zich te concentreren rond haar voorhoofd, vormde een zilveren amulet, rijkelijk versierd met een azuurblauwe edelsteen erin. Tenslotte concentreerde al het licht zich in de edelsteen en verween erin.
Ze beleefde een droom die haar leven zou veranderen...
Ik zat in de klas, als iedere andere dag. Plots opende zich een portaal. Niemand leek het te zien, behalve ik. Wel werd ik door enkele mensen aangekeken. Ze hadden mijn vrienden moeten zijn, voel ik. Behalve Josefien, die mocht ik niet zo.
Een paar mensen beginnen naar het portaal toe te lopen. Plots word ik aangetrokken door een mysterieuze kracht. Ik MOET naar het portaal toe, dacht ik. Zo gezegd zo gedaan.
Ik ging als de eerste het portaal binnen. Het was haast duizelingwekkend, een klein stukje ruimte, afgesloten van de rest van de wereld, dat toch zo lang en eindeloos was. Ik stond stil. Eigenlijk was het best wel ruim. Voor me lagen vijf paden, een witte, een lichtblauwe, een azuurblauwe, een groene en een rode, ieder vertegenwoordigde een element. Wacht, vijf?
Op een of andere manier werd ik naar het blauwe pad getrokken. Het lag vlak naast het lichtblauwe pad. Ik volgde het azuurblauwe pad. Op een gegeven moment splitste het zich in twee verschillende paden, één met een maan erboven en één met een zon. Het pad van de maan reflecteerde een azuurblauwe kleur, terwijl dat van de zon haast leek te schijnen. Ik wandelde rustig door en koos uiteindelijk het pad van de maan.
'Je hebt het juiste pad gekozen, jongeling.' weergalmde een stem. Ik deed niet eens meer de moeite om te vragen waar hij vandaan kwam. Aan het einde van het pad vond ik een azuurblauwe edelsteen, in de vorm van een druppel water in een zilveren houder aan een ketting. Ik vond hem zo mooi, ik reikte meteen mijn hand ernaar uit. Onderweg moest ik door een soort barrière, een onzichtbare muur. Instinctief koos ik ervoor om niet meteen dwars door de muur heen te rammen, hij leek me nogal massief. Ik bedacht een oplossing, maar kon hem niet vinden. Uiteindelijk wist ik niets meer, dus stapte ik op de muur af, rustig. Langzaam liep ik er tegenaan, en hij gaf mee. Meteen probeerde ik wat harder, maar toen gaf de muur alleen maar meer weerstand.
Ik besliste dat ik met de stroom mee moest gaan, en gewoon rustig door die muur heen moest lopen. Uieindelijk was ik er doorheen. Ik mopperde nog gauw even "Wat een dikke muur" voor ik weer op weg ging naar dat amulet. De stem was weer terug: 'Weet je zeker dat je je menselijke lot wil opgeven om deze krachten te verkrijgen?' Ik vroeg me af, 'Welk lot? Alleen zijn en net als alle andere mensen een leven leiden kon geen oplossing zijn, nietwaar? Ik zou toch alleen weer uitgekotst worden door de menigte. Volwassenen zijn nog erger dan kinderen. Alle mensen dragen toch alleen maar bij aan het verwoesten van deze planeet.'
'Ik hoor dat je je nieuwe krachten hebt geaccepteerd. Het zal nog wel even duren voor ze zich activeren, alleen wanner het nodig is. De trigger is het ongewone...' De stem stierf weg. Maar goed ook. Ik had niet eens zin om me af te vragen wat die krachten waren, als ik van dit lot af was was het toch prima. Ik was anders dan alle andere mensen, dat liet zich al zien toen ik nog maar één jaar oud was, ik leerde mezelf lezen. Later, in groep één werd bekend dat mijn grove motoriek niet al te best was. Ik moest daarvoor op een cursus. Naar mijn mening heeft het niet veel geholpen. Op de shuttle-run test kwam ik dan ook maar tot trap drie. DRIE nota bene! Nu is het niet veel beter, ik verbeterde laatst mijn record met trap vier.
Vastberaden stapte ik nog steeds naar het amulet toe, het was nu zo dichtbij dat ik het bijna kon aanraken. 'Zijn alle verschillen tussen mij en de rest van de mensheid hier een teken voor geweest?' Ik pakte het amulet vast en deed het om mijn nek. Het begon een koele, blauwe gloed af te stralen. Het gaf me een gevoel alsof ik helemaal compleet was.
En toen moest ik zo nodig wakker worden. Het was zeven uur, tijd voor school. Maar toen ik opstond hing het amulet nog steeds om mijn nek. Ik zag een langzaam vervagende gloed ervanaf komen. De woorden van de stem galmden nog steeds door mijn hoofd; 'De trigger is het ongewone...' Misschien was het dan toch geen droom...
Reageer (1)
wow
1 decennium geleden