Dit heb ik dan wel weer uit een story:
http://www.fanfiction.net/s/8007934/1/LONELINESS#

De oneindige bliksem slaat weer in in deze onnatuurlijke dimensie. Een enkele stem doorklieft de stille leegte met zijn leedvolle lied. Een eenzaam, engelachtig wezen zit op de top van de hoogste toren in zijn domein, met zijn haar lang en zijdeachtend wapperend in de bries, en zijn hemelsblauwe ogen gevuld met verdriet. Een hemelse gloed omringt hem, een die een doorsnee mens niet zou kunnen verkrijgen. De engel steekt af tegen de nachtelijke lucht, met zijn sneeuwwitte, smetteloze gewaad en zijn dubbel paar vleugels, wiens veren wit als de maan, wiens aanwezigheid zich niet kon laten.

Hij zong herhaaldelijk tegen niemand, hij was alleen... al voor een lange tijd... het leken wel eeuwen. Hoe hij de mens verachtte was niet met woorden uit te drukken. De haat groeide langzaam maar zeker, al sind hij wist dat hij bestond. In zijn gedachten... Ze waren niet waardig deze planeet te bewonen. Alleen wezens zo machtig als hij zouden deze planeet moeten kunnen bevolken. Dus waarom? Hij kon niet begrijpen waarom de Mermaids ze wilden beschermen. Zien ze dan niet hoe ze langzaam deze planeet, die hen geschonken is door de Goden, verwoesten? Hij kon niet begrijpen waarom ze het niet eens waren met zijn manier van denken. Misschien... misschien als ze het wel deden... zouden dingen wel heel anders uitgepakt zijn.

'Dromen zijn wonderen, zelfs nu bloeien ze ergens, zweverig en geheim.'

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen