Dead in the water
Normaal gaf ik niet graag toe dat ik bang was maar nu… Mijn hart bonsde als een gek en ik merkte dat ik stond te trillen op mijn benen. Dat… ding was duidelijk niet menselijk en alleen al met de gedachte aan dat afschuwelijke schepsel kromp ik in elkaar. Waarschijnlijk was ik in een soort shock aangezien ik mijn lichaam gewoonweg niet kon bewegen. Ik wist dat ik hier zo snel mogelijk weg moest zien te komen maar mijn lichaam verzette zich tegen elke beweging die ik wou maken. Ik bedacht me dat als ik zou kunnen rennen het niet eens zou durven, stel je voor dat het ‘monster’ hier nog ergens rondliep? Mijn gedachten volgens opeens naar die Dean. Hij had nadat de anderen de grot uitgerend waren er op een of andere manier heel kalm uitgezien, zelfs toen hij op dat monster schoot zag hij er kalm uit. Na die schoten had ik niks meer van hem gezien of gehoord. Een raar gevoel bekroop me en merkte dat ik me zorgen hem maakte, stel je voor dat hem iets overkomen was? Ik dwong mezelf om op te staan. Ik probeerde te kalmeren maar toen ik dat probeerde gingen mijn handen alleen maar erger trillen. Nu ik overeind stond dwong ik mezelf verder te gaan, ik moest hem vinden! Na een paar keer diep ademhalen zette ik trillend mijn handen tegen de rotsen en keek voorzichtig om de hoek om alleen maar duisternis te zien. Omdat ik helemaal niks kon zien begon mijn hart vanzelf al weer sneller te kloppen. Voorzichtig zette ik een stap naar voren en meteen perste ik mezelf tegen de muur. Nu ik de rotswand achter me kon voelen wist ik in ieder geval welke richting ik op ging. Naar een paar stappen betrapte ik mezelf erop dat ik Dean’s naam zachtjes begon te roepen. ‘Dean, b-ben je daar?’, hoorde ik mezelf hakkelend zeggen. Er kwam echter geen antwoord dus ik zette nu wat vastberadener nog een stap en riep hem nog een keer maar weer was er alleen stilte. Ik verstijfde toen ik een geluid dacht te horen en zette geen stap verder. Nu ik stil stond kon ik vaag een geluid van iets horen wat steeds iets luider weerklonk. Wat op me af kwam leek steeds sneller naar me toe te komen en opeens werd ik bij de arm gegrepen en werd ik meegesleurd. Ik voelde me opgelucht toen ik Dean’s stem zacht hoorde vloeken terwijl we naar de uitgang van deze gruwelijke plaats renden. Terwijl ik achter Dean aan strompelde liet hij zijn greep maar niet verzwakken waardoor ik achter hem aan moest blijven rennen. Nu ik hem wat beter zag omdat er steeds een lichtstreep heen en weer sprong van zijn zaklamp hoorde ik hem zwaar ademhalen. Hij keek steeds achterom en besloot om toen nog harder te gaan rennen en voordat ik het doorhad pakte hij zijn pistool en had nog een paar keer achter zich geschoten. Ik gilde natuurlijk omdat ik dit niet meteen doorhad en naast mijn gegil hoorde ik een nog erger gekrijs vlak achter ons. Het was een gruwelijke kreet waardoor ik naar adem stond te happen toen ik achter Dean stond maar ik kreeg de kans niet of hij sleurde me al weer mee. Naarmate we renden, begon ik een licht te zien. Meteen begon ik nog harder te rennen en ik merkte dat Dean hetzelfde deed. Eenmaal buiten liet Dean me los wat ik niet verwacht had en waardoor ik op de grond viel. Ik nam geen moeite om meteen overeind te komen en snoof de frisse buitenlucht in. Ik had mijn ogen gesloten en was alleen maar blij dat ik hier heelhuids vanaf was gekomen. Ik schrok toen ik een zacht gemompel hoorde en even mij ogen opendeed om een paar heldergroene ogen te zien die zich in me leken te boren. Meteen schoot ik overeind. Dean stond zuchtend op en ik stond snel zonder iets te zeggen op. Ondanks een snee in zijn wang en zijn haar in de war zag hij er volkomen kalm uit. Ik daarentegen probeerde nog steeds mijn handen op te laten houden met trillen. Dean keek me met opgetrokken wenkbrauw aan en ik sloeg mijn armen over elkaar om niks te laten merken. ‘Gaat het wel?’, vroeg Dean na enige stilte en ik knikte meteen. ‘Weet je het zeker?, je handen trillen nogal’, ging hij duidelijk geamuseerd verder en ik rolde daarop mijn ogen. Hij grinnikte en begon te lopen en ik bleef gewoon op mijn plek staan terwijl ik naar mijn mobiel zocht. Kennelijk merkte Dean dat ik hem niet volgde dus draaide hij zich om. ‘Hé kom je nog?’, hoorde ik hem brommen en ik keek hem verbaasd aan. Ik besliste uiteindelijk om toch maar te volgen aangezien ik mijn mobiel kwijt was en hij had me een soort van gered dus ik vertrouwde hem. Voor nu dan. We liepen al een tijd zwijgend door de struiken en Dean had kennelijk alleen aandacht voor zijn pistool dus ik zei maar niks. Misschien was het toch niet zo’n goed idee om met hem mee te gaan aangezien ik geen enkel idee had waar we naartoe gingen. We kwamen aan bij een auto en mijn mond viel open toen ik zag dat het een hele mooie was. Ik liep er zonder erbij na te denken naartoe en liep er een rondje omheen. ‘Dean, waar is dat meisje?, is alles goed met haar?’, hoorde ik Sam vragen en ik zag dat hij uit de struiken tevoorschijn kwam en naar Dean toeliep. ‘Ja, ze ik heb haar hier bij me en gaat alles goed met de rest?’, zei Dean tegen Sam en Sam knikte. Hij zag me staan en liep bezorgd naar me toe. ‘Het gaat wel hoor, er is niks aan de hand’, mompelde ik verlegen toen hij me onderzoekend aankeek. Toen ik hem vertelde dat ik mijn mobiel kwijt was zei hij dat ze zelf ook geen mobiel hadden wat ik maar raar vond. Hij liep even naar Dean toe en ze mompelden zachtjes iets tegen elkaar en keken me allebei enkele seconden aan en praten toen weer verder. Uiteindelijk gooide Dean zijn handen in de lucht en liep vloekend weg. ‘Negeer hem gewoon maar, lachte Sam en hij vertelde me dat ze naar het dichtstbijzijnde dorp zouden gaan en ik mee mocht liften. Ik knikte gewillig maar ik keek langs Sam heen om Dean met de rug naar me toe gekeerd te zien staan. Met een raar gevoel stapte ik in de auto en reden we weg.
Met open mond keek ik naar Dean en zijn mega sandwich. Zelf had ik niet heel veel honger en ik keek stil naar mijn bord met pannenkoeken. Ik dacht nog steeds aan dat wezen wat ik in de grot gezien had maar ik durfde er niet meteen over te beginnen. Het klonk allemaal gewoon zo onwerkelijk en straks verklaarden ze me nog voor gek. Ik hoorde vaag Dean en Sam tegen elkaar praten en hoorde iets over water blablabla, vermist blablabla wacht eens even… Ik boog meteen naar voren en Dean keek me vragend aan. ‘Hebben jullie het over een zaak die jullie hebben, een vermissing?’, vroeg ik enthousiast. Dean kon een grinnik niet meer onderdrukken. ‘We zeggen niks, en als we het daar over zouden hebben bemoei jij je er niet mee’, lachte hij en tikte met een pen die hij vast had op mijn neus. Geiriteerd zakte ik in mijn stoel terug. Als ik er nou voor zou kunne zorgen dat ik iets langer met hun was, kon ik hun uithoren over wat er nou precies in de grot gebeurd was. En als dat kon konden Jake en ik stiekem de zaken die zij toegewezen kregen, overnemen. Zelf voldaan glimlachte ik. Dan moest Jake eerst maar eens wachten, dit ging voor. Met mijn zieligste blik keek ik naar Sam en Dean. Dean reageerde hierop door weg te kijken...
Reageer (1)
doooooooooooooooooooooooor
1 decennium geleden