Foto bij The Clock is Ticking | 022 |

James Hook POV

Ik keek haar na, keek hoe de vrouw van wie ik hield, maar tegen wie ik het nooit had kunnen zeggen, voorgoed uit mijn leven verdween. Ik had het totaal verpest. Voor het eerst in mijn leven had ik echt een hekel aan mezelf. Een grote hekel aan mezelf, groter dan aan Peter Pan. Misschien omdat hij dood was. Die stomme rotkinderen haalden me uit mijn gedachten door met z’n allen ‘Ik geloof wel in feeën!’ te roepen. Mijn bemanning probeerde het te stoppen, maar ze gingen gewoon door. ‘Hou op met jullie gekakel over feeën, want ik geloof ook in feeën!’ riep een van mijn mannen. Wat was er gaande? Niemand van mijn mannen geloofde in feeën, wat was dit voor nonsens? De duistere wolken, de sneeuwval, de storm die op komst was, alles verdween. ‘Hij leeft nog!’ schreeuwde ik boven het geschreeuw van iedereen op mijn schip uit. Woedend stampte ik op Wendy af, ik wist zeker dat ze er iets vanaf wist, dat ze er iets mee te maken had. ‘Ik heb nog één laatste verhaaltje voordat je doodgaat,’ zei ik tegen haar. ‘Een verhaal over Peter Pan!’ Ze staarde me vol doodsangst aan, maar dat maakte me alleen maar woedender. ‘Er was eens…’ spoorde ik haar, aan terwijl de bemanning als een stel kleine kinderen om haar heen ging zitten. ‘Er was eens een jongen, genaamd Peter Pan,’ begon ze te vertellen, en ik hield mijn blik straks op haar gericht. ‘Die jongen besloot om niet op te groeien,’ Woedend greep ik haar keel. ‘Sla de intro maar over,’ siste ik. ‘Dus, hij vloog weg naar Neverland, waar de piraten zijn,’ stootte ze uit, doodsbang. Tot mijn afschuw hoorde ik Noodler. ‘Oh, heette een van die piraten Noodler?’ vroeg hij. ‘Ja,’ antwoordde Wendy. ‘Hoort u dat, captain, ik zit in een verhaal!’ zei hij enthousiast. BANG, Noodler was dood. Probleem opgelost. Ik richtte me weer op Wendy. ‘Wat een plezier moet hij gehad hebben,’ zei ik tegen haar. ‘Ja,’ stotterde ze. ‘Maar hij was nogal eenzaam.’ ‘Eenzaam?’ Ik dacht terug aan Alana. Ik had me ook altijd eenzaam gevoeld, tot zij in mijn leven kwam opdagen. En nu had ik haar weer weggejaagd. ‘Dus, hij had een Wendy nodig?’ vroeg ik, en ik probeerde mijn gedachten niet te verraden. ‘Ik heb ook een Wendy nodig!’ zei een van mijn bemanningsleden. BANG. Leren ze ooit dat ze me niet moeten onderbreken? ‘Waarom een Wendy?’ ‘Hij vond mijn verhalen leuk.’ ‘Wat voor verhalen?’ vroeg ik door. ‘Cinderella, Snow White, de Sleeping Beauty,’ zei ze. ‘Liefdesverhalen?’ vroeg ik verachtend. ‘Avonturen, waarin het goede wint van het kwade!’ riep ze. Zo te zien had ze haar moed terug. Als het aan mij lag, hoefde het goede niet altijd van het kwade te winnen. ‘Ze eindigen allen met een kus…’ mompelde ik. Mijn gedachten schoten terug naar gisteren, bij het meer. De kus… Zij was gelukkig, en zelfs ik was gelukkig. Als ons leven ook een liefdesverhaal was, dan was dat gisteren geëindigd. Dan had ik haar niet meer weg kunnen jagen vandaag. Dan waren we nu nog steeds gelukkig. Ik bekeek Wendy’s blik. ‘Een kus…’ herhaalde ik, en ik zag dat ze een beetje rood werd. ‘Hij heeft wel gevoelens… Hij heeft gevoelens voor jou!’ Met één zwiep hakte ik het touw waarmee ze vast zat los, en greep haar bij haar haren. ‘Zij vertelde hem verhalen, hij leerde haar vliegen,’ zei ik tegen mijn bemanning. ‘Hoe dan?’ ‘Je denkt gewoon aan blije gedachten, die tillen je de lucht in,’ legde ze uit. Ik dacht aan Alana toen ze me omhelsde, omdat ze dacht dat ik dood was. Ik lachte erom, maar eigenlijk raakte het me. Ik dacht aan hoe we dansten… ‘Helaas voor mij, heb ik geen blije gedachten!’ siste ik in Wendy’s oor. ‘Dat brengt je weer naar beneden,’ zei ze simpel. Haar toon beviel me niet. Ik duwde de punt van mijn haak tegen haar nek. ‘Hoe nog meer?’ vroeg ik. Ze gaf geen antwoord, maar dat deed een van de Lost Boys wel. ‘Feeënstof, dat heb je nodig!’ ‘MICHAEL!’ schreeuwden alle anderen. Ik glimlachte. ‘Hoe zit het met Pan? Brengen verdrietige gedachten hem naar beneden?’ vroeg ik aan Wendy. ‘Hij heeft geen verdrietige gedachten…’ zei ze. ‘En wat als Wendy op de plank loopt?’ Er klonk een enthousiast gejoel van mijn bemanning en tevreden glimlachte ik. Misschien ging het me eindelijk lukken. Zo duwde ik haar, geblinddoekt, de plank op en trok mijn zwaard. ‘Weet je, dit spijt me echt verschrikkelijk,’ zei ik, alsof het me echt speet. Tik tak tik tak tik tak. Het geluid ervan gaf me de rillingen, en ik sprong terug het dek op. ‘De ironie,’ lachte ik. ‘Het komt voor mij, maar krijgt een verhaaltjesverteller.’ Ik stampte een paar keer hard met mijn voet op de plank, totdat Wendy eraf viel. Het geschreeuw van de jongens deed me vreugd, maar aan de andere kant deed dit hele gedoe me denken aan hoe ik Alana bijna kwijt was. Hoe mijn mannen haar bijna vermoord hadden. Wendy verdween uit het zicht, maar er klopte iets niet. ‘Hoorde u haar in het water terechtkomen, captain?’ vroeg Smee zachtjes. Dat was wat er miste. Geen plons. ‘Ik namelijk niet,’ vervolgde hij. ‘Het beeste heeft haar geheel doorgeslikt,’ lachte ik. Maar het getik begon vrijwel meteen weer. ‘Het wilt meer,’ zei een van mijn bemanningsleden. ‘Dan geven we het meer!’ riep ik, en de kinderen werden naar de plank gesleurd. Ze gilden, schreeuwden, huilden. Maar ik had echt geen genade. Ik zocht in mijn kamer naar mijn geweer, en toen ik dat gevonden had en ermee naar buiten liep, hoorde ik gegniffel achter me. Ik draaide me om naar de kinderen, maar die zaten erbij als heilige boontjes. Ik draaide me weer om, en naar stond... ‘PAN!’

Reageer (2)

  • MsLongbottom

    BITCH GA VERDER!
    EN VERMOORD PETER PAN! klotevent dat hij is! haha

    1 decennium geleden
  • McGuiness

    Yes! Peter Pan LEEEEEEEEEEEFT!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen