Foto bij Schrijfwedstrijd Unplugged || Opdracht 3

Het spijt me dat ik om uitstel heb gevraagd, maar ik was al bezig met mijn SA. Alleen had ik niet de moed om het af te schrijven. Het onderwerp lag nog te dichtbij en het was te kort geleden om er al over te schrijven. Ik heb alles wat ik toen al heb geschreven gedeleted en ben over een ander onderwerp begonnen, omdat ik het gewoonweg nog niet aankon. Hier is dan toch mijn inzending (over een ander onderwerp dan ik eigenlijk van plan was).
Succes met het nakijken van alle inzendingen...

Diep verscholen in mijn kraag liep ik door de regen. De dikke druppels zochten hun weg naar beneden en zo ook mijn tranen. Niemand die mijn pijn zag of mijn verdriet, maar het was er wel en had een diep litteken achtergelaten. Geen litteken dat te zien was met het blote oog, maar een litteken diep van binnen.
Het was prettig om door de regen te lopen, zodat mijn tranen gemengd werden met de genadeloze regendruppels die op me neerdaalden. Pijn, verdriet, machteloosheid. Verschillende emoties kwamen bij me op en de verschrikkelijke beelden flitsten weer aan me voorbij.


Onhandig maakte ik me los uit de omhelzing. Bij elke aanraking was ik bang om je pijn te doen. Het ging steeds slechter met je, maar je sloot je af en niemand kon je bereiken. Een grote muur van steen had je om je heen gebouwd, waar niemand ooit door heen zou komen. Het deed me pijn om je zo te zien en het deed me vooral pijn dat ik je niet kon helpen, niet mocht helpen. Je uitgemergelde lichaam, je bleke gezicht en je handen die altijd trilden van de kou. Steeds opnieuw deed het me huiveren.
Voor de buitenwereld leek je nog altijd even vrolijk, maar van binnen brak je. Dat was één ding waar ik zeker van was, daarvoor kende ik je maar al te goed. Mensen zagen dat je er slecht uit begon te zien, maar je wimpelde het weg. Een groot masker droeg je en achter het masker zat de echte jij verscholen. Alles opgekropt; je pijn, woede en verdriet. Je moet hopeloos geweest zijn, maar je hield je sterk. Als ik dan weer huilend op school kwam, was jij degene die me troostte. De sterkste van ons twee. Nooit had ik geweten dat ik eigenlijk de sterkste moest zijn en dat ik jou had moeten troosten. Totdat het te laat was. Toen vielen plots alle puzzelstukjes op zijn plaats.

Elke keer als ik langs jouw huis fiets of als ik in de pauze op het bankje ga zitten waar we altijd met z’n tweeën zaten, flitsen de beelden van die verschrikkelijke oktobermiddag weer door mijn hoofd. Het is dan misschien al een halfjaar geleden, maar elke dag word ik er weer aan herinnerd:
De middag waarop je langs mijn huis fietste en een envelop in mijn handen duwde.
‘Je mag het pas openen als ik weg ben,’ zei je met een grote glimlach op je gezicht. Nu weet ik dat dit geen echte glimlach was, want die middag had je weer je masker opgehad. Ik vertrouwde je en had nooit gedacht dat je leven zo’n grote puinhoop was. Dus beloofde ik je dat ik hem inderdaad niet eerder open zou maken. Lang ben je niet gebleven, waarschijnlijk was het te moeilijk voor je. Ik weet dat je om me gaf en ik gaf ook om jou. Dat doe ik nog steeds ook al kan ik het je niet meer vertellen. Toen je was vertrokken, heb ik zo snel mogelijk de brief geopend en er dwarrelde een handgeschreven brief uit:

Liefste Milou,
Dit is niet zomaar een brief. Het is een afscheidsbrief, want zoals je denk ik wel doorhad, ging het steeds slechter met me. Alles in mijn leven gaat fout en ik kan het niet meer aan. Op het moment dat je deze brief leest, ben ik er waarschijnlijk al niet meer. Je hebt me beloofd om hem pas te openen als ik weg was. Waarschijnlijk ben ik dat nu al. Het leven had voor mij geen zin meer en daarom heb ik er een einde aan gemaakt. Je bent nu vast hopeloos, maar het is al te laat. Ik ben er niet meer, tenminste dat is de bedoeling. Met deze brief wil ik je vertellen dat ik heel erg van je houd of hield, het is maar net hoe je het bekijkt. Beloof me dat je niet teveel verdriet zult hebben en wat zult maken van je leven. Ik zal er altijd voor je zijn. Ook al zie je me niet meer. Ik ben de ster die voor jou straalt, de zon die je verwarmt als je het koud hebt en de eerste bloem die na de lente weer opkomt uit de grond.
Liefs Fenna


Inmiddels is de brief bijna onleesbaar door de tranen, die ik heb gehuild. De brief ligt al een halfjaar lang onder mijn kussen en elke avond lees ik hem opnieuw. Inmiddels ken ik hem al helemaal uit mijn hoofd.
De middag waarop ik de brief kreeg, ben ik de hele stad doorgefietst om je te zoeken. Uiteindelijk vond ik je bebloede lichaam. Met een mes was mijn naam en een hart in je arm gekerfd. Huilend viel ik neer op de grond. Ik had je niet meer kunnen redden en het was grotendeels mijn schuld.

Reageer (2)

  • HoranHug

    Waarom moet ik altijd huilen als ik zoiets lees?

    1 decennium geleden
  • HoranHug

    Sorry, ik heb het nog niet gelezen maar ik las de inleiding. Zit je er nog steeds erg mee, Berna?

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen