H20
Vrijdag begin ik wel aan mijn nieuwe storie War of the Gods: Hell of the Titans ,maar ik blijf ook gewoon door gaan met deze storie.
Veel plezier !
‘Daar is het eiland waar ze Marina op woont’ riep Eline toen ze naar het eiland voor ons wees. Toen we bij het eiland waren sprongen we ervan af en liepen het eiland op. ‘De hoofdstad is bij mijn weten niet ver weg’ zei Eline. We liepen door een bos met grote bomen. Op een of andere manier werd het steeds donkerder. Langzaam schoof er een mist over ons heen. ‘Ik zie even serieus helemaal niets meer’ zei Marcha. Het was erg moeilijk om door de mist heen te kijken. Langzaam zag ik verschillende gedaantes voor ons verschijnen. Nee, gedaantes was niet het goede woord. Het waren meer schaduwen. Langzaam trok de mist half weg. Voor ons stonden, nee zweefde kleine witte huizen. We stonden ineens pal voor een stad. De mensen die uit hun huis stapte, kwamen heel langzaam op de grond terecht, alsof ze bijna geen zwaartekracht kenden. Alle mensen hadden witte kleding aan en witte felle ogen. Ze keken ons aan, alsof ze nog nooit mensen uit een ander element hadden gezien. Ineens kamen er twee brede mannen naar ons toegelopen. Alle mensen bleven plotseling stil staan. ‘Komen jullie voor Marina?’ vroeg een van de twee mannen. Ik vermoedde dat het wachters waren. ‘Dat klopt’ zei ik. Alle mensen keken ons ineens niet meer vreemd aan, maar juist hoopvol. ‘Kom snel mee, Marina verwachtte jullie al’ zei de andere wachter. We keken elkaar even aan, maar besloten toen om mee te gaan.
Hoe dieper we verder de stad in liepen, hoe meer mist er weer om ons heen kwam. ‘Het is hier, zo vredig’ zei Marcha. ‘Dat komt omdat alle vijanden, verdwaalt raken in de mist. Alleen degene die echt welkom zijn in de hoofdstad, zullen de weg vinden’ zei de wachter. Toen ineens zag ik weer een schaduw door de mist door. Toen ineens nam de mist weer langzaam af en stonden we ineens voor een prachtig zwevend paleis. Hij was spierwit en de torens waren lichtroze. Het had vele balkons die gevuld waren met wachters. ‘Hoe komen we boven?’ vroeg ik aan de wachter. ‘Wacht maar af’ zei hij. Even stonden we een tijdje stil. Toen ineens begonnen mijn voeten te zintellen en langzaam werden we omhoog getrokken, alsof de zwaartekracht was omgedraaid. Langzaam werden we naar de hoofdpoort getrokken. Toen we voor de poort neerkwamen en de wachters naar elkaar hadden geknikt, ging de poort open zodat we naar binnen konden lopen.
Toen we de hal binnen stapten, viel mijn mond open. De binnenkant was prachtig versierd met allerlei dingen. Er hingen overal engelen aan het plafond en overal liepen beekjes water en stonden fonteintjes. Helemaal aan het einde van de hal ging een grote trap omhoog waar helemaal boven in een grote stoel stond. Daar zat een vrouw op met lang blond krullend haar. Vanuit haar rug liepen twee enorme vleugels. Naast haar stond een ander blond meisje met ook lang blond krullend haar. Gelijk bogen we met z’n allen voor haar. Meteen stond ze op en kwam ze naar ons toegevlogen. Het meisje sprong van de trap af en kwam langzaam neer op de grond door luchtsturing. ‘Ik ben zo blij dat jullie er zijn’ zei Marina met een zachte stem. ‘We moeten nu zo snel mogelijk hier weg, ik leg jullie alles uit als we in de lucht zitten’. Nog voor we konden reageren, kwamen verschillende wachters in actie. Vanuit een doorgang kwamen twee grote pegasussen aangelopen met daarachter een grote koets, met aan weerszijde twee grote vleugels. ‘Uw koets is klaar voor vertrek’ zei een van de wachters. ‘Volg me’ zei Marina die naar de koets toe vloog. We liepen achter haar aan en stapten de koets in. Daarna ging de poort open en vlogen we naar buiten.
‘Claire aan jou het woord’ zei Marina tegen het blonde meisje. We zweefde nu hoog in de lucht, op weg naar het metaallandschap, dacht ik in ieder geval. ‘Mijn naam is dus Claire’ begon Claire. ‘Ik ben net zoals jullie een kind dat aan een ander element gekoppeld is’. Ze stroopte haar mouwen op en liet ons haar twee tekens zien, lucht en metaal. ‘Ik ben net zoals jullie ook aan twee elementen gekoppeld, dat gebeurde toen ik mijn ouders aanraakte’. ‘klinkt allemaal bekend’ zei Eline. ‘Maar toen ik weer onderweg was naar de luchteilanden, om Marina te spreken, kwam ik een van de 7 zussen tegen. Ik kon ze afluisteren toen ik ze hoorde praten over jullie 4. Ze zei dat jullie nog een kind moesten vinden en dan zouden jullie allemaal bij elkaar zijn. Net toen ze omdraaide om weg te lopen, moest ik heel hard niezen. Ze draaide zich meteen om en zag mij, en mijn twee tekens. Ze zei dat ik verplicht was om met haar mee te komen, maar dat heb ik natuurlijk niet gedaan. Ik ben gevlucht, wat niet helemaal lukte. Toen ik ingesloten werd door geestendrijvers, werd ik gelukkig gered door Marina en de luchtstuurders. Toen ik veilig in het paleis was, heb ik Marina alles verteld en dat ik had gehoord dat jullie op weg waren naar Marina om de leiders te verzamelen in het metaallandschap. Ik ben dus bij Marina ingetrokken net zo lang totdat jullie zouden komen, en gelukkig zijn jullie snel gekomen’ zei Claire. ‘We zullen waarschijnlijk over 2 uur in het metaallanschap zijn, deze pegasussen vliegen in een rap tempo’ zei een van de wachters. ‘Dat komt goed uit’ zei Marina. ‘We moeten de ernstige situatie goed bespreken met z’n allen’.
‘We zullen een klein gedeelte over het geestenrijk moeten vliegen’ zei een van de wachters. ‘Op hoop van zegen dan maar’ zei Marina. Toen ik naar beneden keek, zag ik een grauwe ondergrond met allerlei dode bomen en planten, het geestenrijk. ‘Het ziet er echt vreselijk uit’ zei Marcha. ‘Dit valt nog mee’ zei Rodi. ‘De hoofdstad is net een spookstad. Alleen de naam al, Yomora, dat zegt toch al genoeg’ zei Rodi lacherig. Toen ineens viel mijn oog op een grote grijze massa, met daar middenin een vrouw met lang rood bruin haar. ‘Shit!’ zei Marina ineens. De vrouw in het midden keek mij recht aan en ineens had ik door wie en wat het waren. Het was een van de zussen met een grote massa geestendrijvers, op weg naar het metaallandschap. ‘En nu?’ vroeg ik aan Marina. ‘Nu zo snel mogelijk in het metaallandschap zien te komen’ zei Marina. ‘Over 10 minuten zijn we er’ zei de wachter. Ik keek nog achter me om een laatste glim van de geestendrijvers op te vangen, daarna vlogen we uit het zicht van het geestenrijk, over het water.
‘Daar is het!’ riep Marcha opgewekt. En inderdaad, we vlogen zonder dat we het echt merkte allang over het metaallandschap en voor ons lag de hoofdstad met de grote fabriek in het midden. We pegasussen zette de landing in en de koets begon langzaam te dalen. Toen ik beter zicht kreeg op de fabriek, zag ik dat het zwart stond van de wachters uit verschillende elementen. Ik herkende waterstuurders, metaalstuurders, vuurstuurders en aardestuurders. Zo gauw we met de koets op de grond kwamen, kwamen er verschillende mensen uit de fabriek lopen, de leiders. ‘Eindelijk!’ riep Gwendolin toen ze naar ons toe kwam gerend. ‘Wat ben ik blij om jullie weer terug te zien’ zei ze toen we bij haar in de armen sprongen. ‘Er zijn problemen’ zei Marina gelijk tegen de andere leiders die om de koets heen stonden. ‘Theodora is onderweg met een grote massa geestendrijvers’ zei Marina. De ogen van de leiders werden groot. ‘Wachters!’ riep Casandra gelijk. ‘Maak je klaar voor een gevecht’. ‘Hopelijk kan het ook zonder gevecht’ zei Samuel. ‘Laten we maar uit gaan van het ergste’ zei Cleveron. Gelijk begonnen alle wachters zich op te stellen terwijl wij de fabriek weer ingingen. Er stond ons een flinke confrontatie te wachten.
Reageer (2)
Snek verder ^^
1 decennium geledenLike it
het valt me echt op dat je heel veel toen ineens of toen gebruikt LOL! doe ik ook...
1 decennium geleden