Foto bij 6.2: Gotten

Hye lieverds, hier zijn we dan. Het voorlaatste hoofdstuk. Laat me alsjeblieft weten wat jullie van het verhaal vonden. Vonden jullie het realistisch, te romantisch, te kort, saai, moeilijk geschreven, niet echt vlot geschreven?
Gebruik dat reageervakje!
opmerkingen
-John Watson pov
- Writerssong


Ik keek nog een laatste keer naar hem terwijl ik mijn jas dicht deed. Ik moest gek zijn voor het gene waarvan ik op het punt stond het te doen, werkelijk t doen. Het ging in tegen alles wat ik geleerd had over relaties. Het was grof en laag voor iemand als ik die zich altijd probeerde te houden aan de “regels” . En je verloofde dumpen op de dag van het huwelijk, was zowat het meest grove ding dat een man zijn vriendin kon aandoen.
Laat staan haar dumpen voor een andere man. Dat is zoals haar in het gezicht slaat met een baseballbad.
Maar ik moest het doen. Anders zou ik over twee uur een getrouwde man zijn, een zeer ongelukkige getrouwde man. Ik had er geen problemen mee gehad om te trouwen en kinderen te krijgen met Mary om haar gelukkig te maken indertijd omdat ik er zeker van was dat ik er zelf geen kans meer op had. Dus het dichtste dat ik bij geluk en liefde kon komen, was leven tezamen met iemand die ik gelukkig maakte. De kinderen die we zouden krijgen, dat zou het dichtste bij liefde zijn dat ik ooit nog zou hebben. De liefde van een vader voor zijn kinderen.
Maar kennelijk had het lot iets anders voor me in petto. In plaats van een respectabele gentleman die nooit ontzettend vrolijk is zou ik voortaan door het leven gaan als een stomme, boerse dwaas die zijn vriendin aan het altaar liet staan voor een onuitstaanbare vent. En bovenop dat, als ik voor Sherlock koos zou dat ook een kinderloos bestaan betekenen. Ik had kinderen altijd leuk gevonden. Maar met Sherlock zou dat er nooit van komen. Ten eerste zou ik dat nog niet eens op durven brengen, wetend dat ik een resolute :“Nee, John. Pas me die proefbuis eens?” zou krijgen. Ik zou ook medelijden hebben met de kinderen. Sherlock zou absoluut de meest afgrijselijke ouder ooit zijn. Niet alleen vanwege zijn cynische, redelijk gevoelloze karakter maar ook omdat ik bang was dat hij misschien tests op hun jonge lichaampjes zou uitvoeren. Geen gezin en een slechte naam als ik voor Sherlock koos. Geen liefde als ik voor Mary koos.
Toch zou ik voor Sherlock gaan, ik was te egoïstisch om haar geluk voor het mijne te plaatsen. Ik vond mijn eigen geluk belangrijker dan het hare.
Ik verliet het appartement en ging de koude, witte straten van het winterse Londen op.
Eens in het gemeentehuis voelde ik me absoluut verloren. De hoeveelheid trappen en gangen en vermoedelijk nog grotere hoeveelheid kamers gaven me het gevoel dat ik haar nooit op tijd zou vinden.
Wanneer ik een vrouw zag met een naamplak die formeel gekleed was, stapte ik meteen op haar af. ‘Excuseer mevrouw, werkt u hier?’ ‘Ja, wat kan ik voor u doen heer?’ ‘De bruid, waar zit een bruid normaal gezien vlak voor het huwelijk. Is er daar een speciale kamer voor?’ ‘Ja meneer, maar er zijn momenteel twee bruiden hier voor een huwelijk rond negen uur. Wiens kamer moet u hebben?’ vroeg ze en begon door de papieren te bladeren die ze in haar handen had. ‘Mary, Mary-‘ ‘Ik heb haar al gevonden. Is het Mary Brown.’ ‘Ja.’ ‘Ga helemaal tot boven, sla links af, eerste deur aan je rechterkant.’ Ik knikte. ‘Bedankt.’ ‘Meneer, bent u de weddingplanner?’ ‘Nee, de bruidegom.’ ‘Oh’, zei de vrouw zachtjes en ze bekeek me niet begrijpend. Logisch, een man hoort zijn vrouw pas te zien aan het altaar of bij het bureau van de burgemeester. Het was weer één van de regels die ik brak.
Ik beende snel de trap op. De bovenste verdieping. Hoe veel trappen kan dat zijn in een stadhuis? Ik beklom de trappen op een aardig tempo. Maar na de derde verdieping begon ik langzamerhand moe te worden, gerekend dat het twee trappen waren per etage. Misschien had ik beter de lift genomen. Maar ik had geen zin om nu te gaan zoeken naar de liftschacht op deze verdieping en stapte snel verder. Uiteindelijk kwam ik lichtelijk buiten adem aan op de zesde verdieping.
Goed, wat had de vrouw gezegd? De eerste aan mijn rechterkant van links was het, dacht ik. Ik sloeg linksaf en klopte op de rechterdeur.
‘Binnen’, klonk de vrolijke stem van Mary. Mijn schuldgevoel groeide met de seconde. Ik voelde me een echt monster door deze dag voor haar te bederven, zeker nu ze zo vrolijk klonk. Ze was zich van niets bewust.
Ik open de deur en schuifel binnen. Mary staat vlak voor een grote spiegel haarzelf langs elke hoek te bekijken om zich ervan te verzekeren dat alles perfect zit. Ze merkt me op in de weerspiegeling. ‘John!’ roept ze en draait zich geschrokken om. Ik glimlach schaapachtig. God, ik wou dat ik dit niet hoefde te doen.
‘We moeten spreken’, zei ik op een kalme, haast emotieloze toon. Nooit gedacht dat ik zo kalm kon klinken. Ze fronste en liep naar me toe. ‘Wat is er, John? Het kan maar beter serieus zijn want je weet toch dat het ongehoord is de bruid te zien vo-‘ ‘Ik weet het Mary, en helaas is het wel serieus.’ ‘Wat is er dan?’ ‘Wil je het op de zachte manier of de harde horen?’ ‘Gewoon voor de draad ermee. Geen verbloemingen.’ ‘Goed dan. Mary. Ik kan niet met je trouwen. Ik hou niet van je.’ ‘Oh, dat weet ik John. Wees gerust. Je hoeft je daar niet slecht over te voelen. Maar dat heeft je toch niet verhinderd van toe te stemmen in het huwelijk indertijd dus ik nam aan dat je er niet echt op tegen zag ook om met mij te trouwen en kinderen te hebben.’
‘Dat heb ik ook niet, maar zie je. Ik hou van een ander, dat is het de hele tijd geweest. En jaren geleden ben ik die persoon kwijt geraakt en ik dacht dat ik toch nooit meer echt gelukkig zou zijn, dus had ik er niets op tegen om jou gelukkig te maken en jou het leven te geven dat je wilde. Want zelf zou ik het niet meer zijn. Maar die persoon van jaren geleden, waarvan ik echt geloofde dat ik die nooit meer zou zien en dat die persoon nooit een relatie met me zou willen is gisteren opgedoken. Alles is onzeker en ik ben er zeker van dat ik gek ben. Maar ik kan niet met je trouwen wanneer ik een kan heb om dat geluk terug te krijgen.’
‘John, John, John. Waar heb je jezelf ingebracht? Je moet geen overhaaste conclusies trekken. Het was één nacht en wij, we zijn al tijden samen. Wie weet komt er daar niets van en dan sta je daar met lege handen terwijl je getrouwd had kunnen zijn.’ ‘Ik kan geen dingen afwachten, Mary. We trouwen over een uur. Er is geen tijd om dingen af te wachten.’ ‘Is die liefde werkelijk zo groot dat je na één nacht zeker bent dat er geen toekomst is voor ons?’ ‘Het huwelijk is een gelofte waarin je mekaar belooft er altijd voor mekaar te zijn en altijd van mekaar te houden. We falen daarin nog voor we beginnen.’ ‘Ga. Ik zal iedereen op de hoogte stellen. Ga, maar weet dat zeventig procent van de onkostenvergoedingen en zo voor jou zijn. Ik kan met een man trouwen wiens hart niet klopt. Maar niet met een man wiens hart voor een ander klopt.’ ‘Mary, ik kan je niet zeggen hoe beschaamd ik ben en hoeveel het me-‘ ‘-Laat het John. Ik ken je. Ik weet dat het je veel moeite moet kosten om zo grofweg een meisje te dumpen. Zeker als je haar dumpt voor een ander. Je bent een gentleman John, met een bepaalde trots en waardigheid. Dat je moet afstand doen van dat zelfgemaakte beeld moet vast moeilijk zijn voor je.’ ‘Je hield ook niet van mij. Anders zou je niet zo nuchter zijn, hé?’ vroeg ik plots verbaasd.
Ze glimlachte en schudde haar hoofd. ‘Ik zie huwelijk graag als een doelgericht partnerschap. Jij was wat ik nodig had en ik voelde me fysiek ook tot je aangetrokken. Maar echt verliefd ben ik niet nee.’ ‘Ik hoop werkelijk dat er ooit een man is die je dromen kan laten uitkomen, Mary. Je bent een prachtige persoonlijkheid en je verdient het. Maar ik kan het niet zijn.’ Ze knikte en strekte haar hand uit. ‘Vaarwel ,John.’ Ik nam haar hand aan en schudde die. ‘Vaarwel , Mary.’ Ik wandelde terug naar de deur en net wanneer ik wou buiten gaan, riep ze me. ‘Oh John?’ Ik keek over mijn schouder. ‘ Het meisje dat jouw hart heeft weten te bereiken mag zich echt gelukkig prijzen. Ik heb moeite gedaan maar het nooit gevonden.’ Ik glimlachte en sloot de deur achter mij. ‘Ja. Wat boft die meid’, mompelde ik zachtjes en liep terug naar de trappen en stapte deze keer op een traag tempo.
Nu ik toch bezig was kon ik even goed mijn baan opzeggen. Het leven dat ik had opgebouwd lag toch helemaal overhoop. Zou Sherlock er nog steeds zijn als ik thuis kwam of zou hij weg zijn waarna ik wakker werd in een leeg bed en alles een droom leek te zijn?
Nee, geen dromen. Ik had net serieus een vrouw laten staan aan het altaar. Ik was geen greintje beter dan Sherlock. Ik had het altijd afgekeurd wanneer hij sociale regels brak en nu had ik zelf één van de belangrijkste gebroken in mijn opzicht. Bij Sherlock was het nog grappig geweest wanneer zijn bokkigheid en eigenzinnigheid hem in situaties brachten zoals die keer in Buckingham Palace waarin hij weigerde kleren aan te doen. Absoluut ongehoord, voor een normaal persoon ontzettend beschamend en ondenkbaar.
Sherlock stoorde er zich niet het minste aan. Maar voor hem was lak geven aan sociale regels en formaliteiten even evident als ademen. Ik keurde het af, maar op één of andere manier vond ik het ook grappig en normaal bij hem. Maar voor mezelf was het onvergeeflijk. Waarschijnlijk als ik thuis kwam zou hij er niet het minste van zeggen. Hij zou zich vast niet kunnen inleven in hoe miserabel ik me hierom voelde.
Ik stapte door draaideur en de kille wind sneed meteen recht in mijn gezicht. Ik sloot mijn ogen even en haalde diep adem en net op dat moment liep er iemand op volle snelheid tegen me aan. Ik viel met een doffe plof in de sneeuw met een lang lichaam dwars over mij. Ik opende mijn ogen en zag Sherlock snel overeind komen. ‘Sherlock, wat doe jij hier?’ vroeg ik terwijl ik overeind kwam. Hij antwoordde niet en bekeek me van kop tot teen. ‘Je trouwt niet’, concludeerde hij op een opgeluchte toon. Ik bleef hem vragend aankijken waarna hij een diepe zucht slaakte. ‘Toen ik opstond was je weg en ik zag je kostuum niet meteen ergens liggen dus ik dacht dat, gezien jij nooit die sociale regels van je zou breken, je vertrokken was om te gaan trouwen met die verpleegster omdat je, je verantwoordelijkheid niet wilde ontlopen vanwege mijn kleine…. Actie, gisteravond.’ ‘Wou je me tegenhouden als ik zou trouwen?’ Hij bleef stil staan en na een minuut begon ik te glimlachen. ‘Goeie god, Sherlock. Je bent helemaal naar hier gekomen’, ik bekeek hem even en door de snelheid waarop zijn borstkas tekeer ging wist ik hoe, ‘te voet. Omdat je bang was me te verliezen aan haar.’ Hij keek een beetje ongemakkelijk heen en weer. ‘Kunnen we nu gaan?’ vroeg hij op zijn typische ongeduldige toon. Ik grijnsde. ‘Wat je maar wil.’ We begonnen te wandelen en ik stak snel mijn handen in mijn zakken. ‘Dus, ben je van plan om terug…. Je weet wel, met Lestrade te gaan werken en zo?’ ‘Ik zou niet inzien waarom niet. Maar niet direct, ik zal me bij kleine opdrachten houden, voor nu.’ Ik schudde lachend mijn hoofd. ‘Dat vroeg ik je jaren geleden.’ Een klein glimlachje gleed voor een paar seconden over zijn gezicht.
We wandelden een paar minuten verder in stilte. Dit verschilde niet veel met vroeger, realiseerde ik me. Hij was nog steeds alwetend en doorziend en ik was nog steeds degene aan wie dingen uitgelegd moesten worden. En één van die dingen die ik uitgelegd wilde krijgen. Gisteren had hij beweert van me te houden. Dat had hij uitgelegd met logische argumenten in plaats van romantische woorden, typisch Sherlock. Maar de vraag was hoe het verder zou gaan vanaf hier nu we op de hoogte waren van mekaars gevoelens.
Ik zag Sherlock niet meteen thuiskomen met en boeket rozen op valentijn, hemel. Wat een belachelijk idee was dat. Noch zag ik hem op regelmatige basis affectie tonen. Dat ging in tegen al zijn gedragingen die ik ooit had waargenomen. Maar gisteren ging ook in tegen zijn normale gedrag. Emoties tonen tot zelfs… Oh god ik durfde het amper in mijn gedachten uit te spreken, liefde te bedrijven. Hij was een absolute maagd mocht ik iedereen geloven. Liefde hoorde compleet onbekend te zijn voor hem.
Maar ik moest er naar kijken op de Sherlock manier. De wetenschappelijke manier. Hij had gezegd onderzoek gedaan te hebben naar zijn gevoelens voor mensen. Wat moest ik me daarbij voorstellen. Een checklist à la: hart slaat sneller als je die persoon ziet, die persoon doet j glimlachen op je slechtste dagen … Kort gezegd een “Ben je verliefd op hem/haar”-test uit één of ander meidenmagazine? En dan wat, onderzoek naar liefde. Dat kun je toch niet onderzoeken, het is en emotie. Die hoor je aan te voelen. Het is voor iedereen anders. Het is niet wetenschappelijk. Er is geen echt antwoord zoals 1+1=2.
Met elk ding dat ik me bedacht doken er weer twee nieuwe vragen op die de eerdere theorie in vraag stelden. Misschien moest ik het laten rusten en gewoon zien hoe het loopt. Dat klonk goed. Zo ontliep ik een ongemakkelijke situatie en een spottend blik waarna ik zou denken: Hemel, hij heeft gelijk. dat klinkt logisch. Waarom ben ik daar niet opgekomen?
‘John’, ik schrok op uit mijn gedachten en Sherlock keek me geërgerd aan vanop de trap van 221 Bakerstreet. Ik knipperde even. Hij klonk geërgerd, hoe lang stond ik hier al stil in de deuropening van ons huis?
Ik stapte net de eerste, krakende traptrede op wanneer de deur van mevrouw Hudson open ging. ‘Oh, John. Wat doe jij hier nog? Ik was net op weg naar je bruiloft.’ Ik slikte ongemakkelijk. ‘Mevrouw Hudson, het huwelijk is afgelast. ‘Oh goeie grutjes, waarom?’ ‘We hebben ons gerealiseerd dat we toch niet voor mekaar gemaakt waren.’ ‘Oh, John’, zei ze meelevend en legde haar hand op mijn schouder. ‘Het is goed, mevrouw Hudson. Beter dat we het ons nu realiseren dan te laat.’ ‘Dat is waar jongen. Zal ik een kopje thee voor ons twee zetten?’ ‘Voor mij ook, allicht?’ Mevrouw Hudson liet haar hand van mijn schouder glijden en sprong enkele centimeters de lucht in terwijl ze een geschrokken kreet slaakte en naar de trap keek.
Sherlock knikte naar haar. ‘Goeie grutjes, Sherlock, ben jij dat?’ ‘Natuurlijk ben ik het.
Je ziet me toch ?’ ‘Ja, maar…’ Ik glimlachte. ‘Misschien kan hij het ons uitleggen terwijl we onze thee drinken. Want ik wil ook wel eens het hele verhaal horen.’ Sherlock knikte stijfjes en we liepen allemaal mevrouw Hudsons woonkamer in. Arme mevrouw Hudson, ze trilde nog steeds op har benen van de shock.




QuickNot: Wow, dit is volgens mij echt het langste chapter van de hele story hahah xD

Reageer (2)

  • Grizzly

    het is kort maar compleet, denk ik (ik kan pas volledig oordelen als ik het laatste hoofdstuk gelezen heb).
    soms merk ik wel, bij dialogen, dat het moeilijk te volgen is. je zou beter witregels laten. (geen enter, maar enter+shift.) je zou dan dit effect bereiken:

    ‘Goeie god, Sherlock. Je bent helemaal naar hier gekomen’. Ik bekeek hem even en door de snelheid waarop zijn borstkas tekeer ging wist ik hoe, ‘te voet. Omdat je bang was me te verliezen aan haar.’
    Hij keek een beetje ongemakkelijk heen en weer.
    ‘Kunnen we nu gaan?’ vroeg hij op zijn typische ongeduldige toon. Ik grijnsde.
    ‘Wat je maar wil.’
    We begonnen te wandelen en ik stak snel mijn handen in mijn zakken. ‘Dus, ben je van plan om terug…. Je weet wel, met Lestrade te gaan werken en zo?’
    ‘Ik zou niet inzien waarom niet. Maar niet direct, ik zal me bij kleine opdrachten houden, voor nu.’ Ik schudde lachend mijn hoofd.
    ‘Dat vroeg ik je jaren geleden.’
    Een klein glimlachje gleed voor een paar seconden over zijn gezicht.


    zo, dat leest toch pakken handiger, non? :) zo zie je ook de afwisseling en zie je makkelijker wie wat zegt.

    en nu lekker wachten tot het (helaas) laatste hoofdstuk. huphup!

    1 decennium geleden
  • ArcReactor

    Heel leuk geschreven :D
    En het was niet saai, maar wel kort, als dit het voorlaatste hoofdstuk is.
    Oké niet echt. Het was niet kort :(
    Maar het is zo fantastisch, ik wil niet dat het voorbij gaat :D
    Want dan heb ik niets meer, om samen met Sherlock seizoen 3 naar uit te kijken. Ik hou van je story :D :D
    Asjebuhhlieeeftt, niet meteen stoppen? :)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen