-jeej al eerder begonnen als verwacht!-

Langzaam wordt ik wakker. Iemand doet een lamp aan. 'Wakker worden Evaa-haa' Hoor ik mijn broertje zeggen. Ik knijp mijn ogen stijf dicht. Doodstil blijf ik liggen. 'Je ben wakker, ik zie het', zegt hij op vervelende toon. Waarom houdt hij zijn mond niet? Ik voel een stomp tegen mijn ribben en hap naar adem. Ik kom omhoog en zie dat mijn broertje als een bokser voor me staat. Heeft hij me geslagen? Hoe haalt hij het in zijn hoofd! 'Ga weg' sis ik. 'Nee.' Mijn dekbed word van me afgetrokken. 'Geef terug Rick.' 'Nee.' Mijn warmte verdwijnt. Rillend trek ik mijn knieën op. 'niet grappig?' vraagt hij. 'Niet grappig.' snauw ik. Het liefst zou ik nu de lach die op zijn gezicht staat er vanaf willen slaan. Maar mijn moeder roept naar boven: 'Is ze al wakker?' 'Ja,' gilt Rick terug. 'Ze is wakker.' 'Zeg dat ze op moet schieten.'


Ze? Ze? waarom noemt mama me niet gewoon Eva? Die naam heeft ze tenminste samen met mijn vader bedacht. Je zou zeggen dat ze hem dan mooi zou vinden. 'Je moet opschieten,' zegt Rick tegen mij. 'Ik ben niet doof,' zuchtend sta ik op. 'Ga weg.' Natuurlijk blijft Rick staan, alleen maar om mij te plagen. Rick ik meen het ik ga in de douche, sodemieter op. 'Ben je weer dikker geworden?' vraagt hij opeens. Heel even ben ik sprakeloos. Rick weet altijd precies die dingen te zeggen die me zo pijn doen in mijn hart. Ik voel me net een dik nijlpaard in mijn veel te korte T-shirt. 'O, sorry, heb ik iets verkeerds gezegd? Je kijkt opeens zo gek.' Hij glimlacht. 'Weet je, zo dik ben je nu ook weer niet, Sandra uit je klas, die is pas dik! Haar benen, dat zijn gewoon net boomstammen. Die van jou zijn maar kleine boomstammetjes.' Met zijn duin en wijsvinger maakt hij een rondje, om te laten zien hoe dun mijn benen volgens hem zijn. Op de manier waarop hij het zegt weet ik al dat hij er niks van meent. O Mijn god, wat haat ik dat kind. Ik gooi mijn kussen in zijn richting. Jammer genoeg raakt het kussen hem niet. 'Ik ga al, ik ga al.' zegt hij grijnzend en hij trekt mijn deur met een klap achter zich dicht. Boos draai ik me om. Ik hoop dat hij van de trap valt, ik hoop dat hij in de hagelslag stikt, ik hoop dat hij een mes in zijn hand steekt, ik hoop dat ik hem nooit meer hoef te zien. Ik loop naar het raam. Mijn benen schuren met de binnenkant tegen elkaar aan. Eigenlijk heeft Rick gelijk, ik ben dikker geworden. 'Eva!' Mijn moeders stem klink geïrriteerd. 'Het is half acht, over een kwartier moet je wegfietsen.' 'Jahaa,' roep ik, en snel ren ik naar de badkamer.


Zes minuten en 48 seconden later loop ik de keuken in. Een nieuw persoonlijk record. 'Daar ben je dan eindelijk.' mijn moeder loopt naar het aanrecht. Ze draagt een rokje waar nog niet eens één been van mij in past. Ze zet een bord met twee boterhammen voor me neer. Ik heb geen honger meer en onopvallend schuif ik het bord van me af. 'Tot hoe laat heb je school?' mijn moeder kijkt me aan. '2 uur zeg ik.' 'Oke je moet wegfietsen.' Nog snel hol ik naar boven om mijn tanden nog te poetsen en mijn haar te drogen. Als ik weer in het kleine gangetje sta, kijk ik door de deur naar mijn vader, moeder en broertje. Ze zien er samen zo gelukkig uit. In een klap kwam ik op uit mijn gedachten. Wat doe ik hier eigenlijk nog? Ik pak mijn jas van de kapstok. Door de brievenbus heen ruik ik de geur van de lente. Ik doe de voordeur open. Kleine regendruppeltjes waaien in mijn gezicht. Ik kan ze niet zien, maar wel voelen. Ik kom waarschijnlijk zeiknat op school. Ik veeg een paar bloesemblaadjes van mijn zadel en stap op mijn fiets. Langzaam begin ik te trappen. Bij elke beweging denk ik: Kon ik de tijd maar terugdraaien.

Reageer (6)

  • nothanku

    Snel verder(H)(H)(H)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen