1. eerste moord
Ik stapte de gang in. Ik liep langzaam liep ik door, stap voor stap. Eigenlijk zou ik willen omdraaien en weg rennen. Iets dwong me om door te lopen. ‘Laat me gaan.’ Riep ik de stilte in. ik was in een hal aangekomen, hij was met kaarsen verlicht en er stonden rijen mensen. Ik verstijfde, kon geen stap meer zetten. Ik keek naar de tafel die voor de rijen mensen stonden. Een stem in mijn hoofd schreeuwde ‘Niet doen, gevaarlijk.’ Maar ik struikelde er naar toe. Toen ik er voor stond zag ik dat er vier wapens op lagen. Ik kon het niet laten om ze allemaal even vast te houden. Ik liep om de tafel heen en keek de man recht voor me aan. Ik kenden hem ergens van een praatje bij de supermarkt of van school. Ik liep terug naar de tafel en pakte de dolk op. Hij was licht en vlijmscherp. de ogen van de man werden groot toen ik voor hem ging staan. In een klap was ik alleen met hem, de andere waren uit de kamer verdwenen. Ik stak de dolk in de schouder van de man. Ik schreeuwde her uit van de pijn.‘Waarom ik.’ Piepte ik tegen het duister. Op het zelfde moment werd de dolk met een enorme kracht dieper in de schouder geduwd. Ik voelde de pijn, het drukte me fijn. Het bloed drupte uit de diepe wond. Maar de man gaf geen kick. Ik duwde de dolk in zijn arm en trok hem naar beneden. Ik schreeuwde het uit, mijn ogen schoten naar mijn arm maar daar was niks te zien. Het bloed liep over mijn armen en over mijn blauwe jurk, die langzaam donker rood kleurde. Weer stak ik de dolk in de man. Een pijn schut schoot door mij heen. Ik viel op de grond in het bloed van de gemartelde man. De pijn hield niet op toen ik me overeind duwde. Ik pakte de dolk die nog steeds in de buik van de man stak en trok hem er uit. Ik stak hem nog eens ik schreeuwde en smeet de dolk weg. Automatische liep ik hem achterna en pakte hem op. Liep terug naar de man en maakte een diepe snee in zijn keel. Ik greep met beiden handen naar mijn keel. De wonden die ik had gemaakt deden ongelofelijk veel pijn, bij me zelf. Iemand dwong me de dolk op te pakken. ´ik ben geen Barbie, je hoort niet met me te spelen, als of ik je speelgoed ben. Stop er mee, wie je ook bent.´ riep ik tegen alles en niks in het bijzonder. Ik pakte de dolk op -alweer- en stak hem door zijn. Ik kwam tegelijkertijd op de vloer terecht als de man. De pijn was onverstelbaar, ongelofelijk de diepe wonde branden en beten in mijn huid. ‘Het hoort jouw pijn te doen,’krijste ik voor dat ik flauw viel.
Er zijn nog geen reacties.