2. Het gesprek
Remus
Tonks komt de kamer in, in zijn huis. Of eerder gezegd, hutje. Het heeft maar een kamer, maar hij is er blij mee. Het is tenminste een huis, en omdat hij als weerwolf nooit werk kan vinden, is hij daar al heel blij mee. Hij heeft het betaald van wat Dumbledore hem betaald had toen hij les gaf in verweer tegen de zwarte kunsten.
'Je wilde met me praten?' vraagt hij.
Het is eigenlijk zowel een vraag als een conclusie. Het is duidelijk dat Tonks ergens meezit. Zij denkt dat hij haar het best kan helpen. Remus weet dat niet zo zeker. Hij is namelijk de laatste tijd verliefd geworden op Tonks, maar hij verdient haar niet, dat weet hij zelf ook wel. Hij doet er voor zichzelf beter aan door bij haar uit de buurt te blijven en haar haar leven laten leiden. Zonder dat hij gek van liefde wordt, want ze verdient wel iemand die beter is dan hij.
'Ja, jij bent degene die ik nodig heb,' zegt Tonks, 'Het gaat namelijk over jou. Ik weet niet hoe ik dit moet zeggen... Het is nogal moeilijk. Vind het alsjeblieft niet raar, hoewel ik dat goed begrijp. Ik kom niet zo goed uit mijn woorden als ik het wil uitleggen, maar ik moet het je echt vertellen. Dat moet gewoon, hoe moeilijk ook, begrijp je?'
Remus begrijpt er echter weinig van. Wat kan er zo belangrijk zijn dat het moeilijk is, maar ze het toch aan hem moet vertellen?
'Ik vind het een beetje onduidelijk,' zegt hij, 'Kun je het me vertellen.'
'Oké... Ik ben...,' begint ze, maar ze komt er niet uit.
'Je kan me vertrouwen,' zegt Remus als hij merkt dat ze nog steeds niet uit haar woorden komt.
'Oke, ik ben verliefd op je,' weet ze eruit te brengen, 'Dat is het, het is moeilijk, maar ik moest het vertellen.'
Het overvalt Remus volledig. Hij had absoluut niet verwacht dat zij ook verliefd op hem zou zijn. Als hij een normaal mens zou zijn, waar niets mis mee is, dan zou hij haar vertellen dat hij ook verliefd is op haar, en dan zouden ze samen gelukkig zijn. Maar hij is geen normaal mens, hij is een weerwolf. Hij verdient haar niet, daarbij is hij te oud. Hij is minstens twaalf jaar ouder dan zij! Dat is echt te veel, vindt hij.
'Oké, ik geef het toe, omdat jij dat ook deed,' zegt hij.
Hij weet dat hij niet zo goed is in liegen, en dat Tonks het meteen door zou hebben als hij tegen haar liegt. Ze is een schouwer en is daar in getraind. Hij kan het haar beter helemaal uitleggen.
'Ik... Ik ben ook verliefd op jou, maar...,' begint hij.
Tonks
Tonks laat hem niet uitpraten. Dus toch! Ze had het eigenlijk niet zo verwacht, maar hij houdt wel van haar! Ze sluit haar ogen en kust hem. Zijn eerste reactie is dat hij haar terugkust. Het voelt fijn, vertrouwd. Alsof ze dit al jaren doet, hoewel het tegendeel waar is. Maar dan duwt hij haar plotseling van zich af.
'Tonks, dit kan niet,' zegt hij.
'Waarom niet?'
Het overvalt haar. Net was ze nog zo blij, zo verward is ze nu. Ze begrijpt niet waar Remus mee bezig is. Als zij van hem houdt, en hij van haar, en zij hem kust, is het logisch dat hij haar terugkust. Of klopt daar ook helemaal niets meer van?
'Ik ben een weerwolf,' zegt hij.
'Dat weet ik,' zegt Tonks, 'Wat wil je daar mee zeggen? Het maakt niets uit, dat begrijp je toch wel?'
'Het maakt wel uit,' zegt Remus, hij staart naar de vloer en weigert haar aan te kijken, wat Tonks best irritant vindt, 'Ik verdien je niet. De maan is vol, ik moet gaan.'
Voor Tonks iets kan zeggen verschijnselt hij.
Reageer (1)
Cooooollll!
1 decennium geleden