[025]
Paul Lahote
Enorm zenuwachtig liep ik naar de voordeur van Isaiah's huis. Mijn hart klopte in mijn keel, mijn handen waren tot krampachtige vuisten gebald. Even haalde ik diep adem voor ik de treedjes van de veranda op liep en mijn hand naar de bel liet gaan. De zenuwen leken aan me te knagen, zorgden ervoor dat ik even vertwijfeld op mijn lip beet. Ik wist dat wat ik Isaiah wilde vertellen niet niks was, ik wist wat het kon aanrichten. Wat het kon breken; zowel Isaiah's fragiele hart als de voorzichtige liefde die tussen ons ontstaan was. En juist daarom was ik zo bang. Ik wíst wat het monster in mij zowel fysiek als mentaal kapot kon maken. En dit was veel meer dan ik lief had. Ik wilde Isaiah niet kwijt; ik kon haar gewoonweg niet verliezen. Maar ik moest eerlijk zijn. Ik haalde nog een keer diep adem en bracht mijn hand naar de oude bel. Terwijl ik mijn zenuwen zoveel mogelijk de kop in probeerde te drukken, oefende mijn wijsvinger kracht uit op het verroestte zilver. Een melodietje weer klonk al snel in de hal van het kleine huisje, gevolgd door voetstappen. Mijn hart sloeg hierdoor nog meer op hol, maakte het voor mij moeilijk om hier te blijven. De zachte klik van het slot van de deur deed mijn hart even stil staan, maar toen ik de prachtige gelaatstrekken van Isaiah zag, sloeg mijn hart direct weer op hol. Ze glimlachte verrast naar me, deed de vlinders in mijn buikholte opstijgen en wild in het rond vliegen. 'Ik moet je iets vertellen.' Het was er uit voor ik er erg in had, de zenuwen hadden er voor gezorgd dat de eerste stap gezet was. Mijn blik schoot langs Isaiah heen, waar ik Kim al snel aantrof halverwege de hal. Ze glimlachte even naar me en stak daarna bemoedigend haar duim naar me op. Ze wist hoe lastig ik het vond om aan Isaiah te vertellen wat ik was. 'Ik zal jullie dan maar even alleen laten.' Ze glimlacht nu ook naar Isaiah en verdwijnt dan weer naar de kamer. Isaiah glimlachte even naar me en stapte de veranda op, de deur achter zich sluitend. Een zenuwachtig glimlachje drukte mijn mondhoeken omhoog. Isaiah leek mijn zenuwen op te merken, want al snel pakte haar zachte, fragiele hand de mijne vast en verstrengelde ze haar vingers met de mijne. Hierdoor werd mijn glimlach iets breder; mijn zorgen leken voor een seconde of twee verdwenen te zijn. 'Waar wilde je het over hebben?' Isaiah keek me schuin aan, glimlachte afwachtend naar me. Een zacht kneepje in mijn hand deed me mijn omgeving weer realiseren, waardoor ik me er bewust van werd dat we ongemerkt al een stukje gelopen hadden. Opnieuw haalde ik diep adem, kneep zachtjes terug in haar hand. 'Ik ben niet precies wat je denkt dat ik ben.' Een opgeluchte zucht ontsnapte mijn lippen toen ik dag gezegd had; nu had ik nog maar een klein stukje te gaan. Mijn raadselachtige gebrabbel leek Isaiah verward te hebben; haar wenkbrauwen waren wat gefronst. 'Hoe bedoel je?' Ze beet even op haar lip en schudde toen glimlachend haar hoofd. 'Je bent Paul.' Bij het uitspreken van mijn naam werd haar glimlach breder, verliet een zacht gegrinnik haar keel. 'Ik.. Ja. Je moet weten dat ik altijd dezelfde jongen blijf, ook als ik je alles verteld heb. Maar..' Ik zuchtte even. 'Het... Het ligt anders dan dat. Ingewikkelder.' Ik kuchte even zenuwachtig en probeerde Isaiah's reactie te peilen. 'Ik... Weet je nog wat je me laatst vroeg? Wat mijn geheim was, en of ik die ooit met je zou delen?' Vragend keek ik het meisje van mijn dromen aan, zag hoe ze lichtjes knikte. 'Dat is precies waar ik het met je over wilde hebben.' Nogmaals haalde ik diep adem om zo het verhaal dat mijn leven wel eens drastisch zou kunnen veranderen voort te zetten. 'Wij zij anders. Elan en ik. Onze vriendengroep. We.. We zijn niet zomaar tienerjongens.' Mijn blik vond die van Isaiah, de verwarring stond in haar prachtige ogen geschreven. 'Hoezo niet?' Haar doordringende bruine ogen hielden me gevangen, maakten het me moeilijk om verder te spreken. 'Herinner je je nog de legendes van vroeger? Die over de vampiers en de shape-shifters?' De zenuwen werden nog erger, mijn hart klopte op top snelheid. Een bevestigende knik van haar kant deed me opnieuw zachtjes in haar hand knijpen. Ik had de zinnen honderden keren in mijn hoofd herhaald, maar nooit leken ze zo zwaar te vallen, zo bitter te smaken als nu. 'Ik ben er zo een. Een shape-shifter.' Een last leek van mijn schouders te zijn gevallen toen ik de woorden hardop gezegd had, maar die last leek met een paar honderd kilo meer weer op mijn schouders te zakken toen ik haar verwarring zag. Haar wenkbrauwen fronsten zich en haar mond zakte een stukje open. 'W-wat? Maar.. Hoe?'
Reageer (3)
Spannend snel verder!!!
1 decennium geledenSnelverder!
1 decennium geledenja dan schrik je!!!!!
1 decennium geledensnel verder please