Foto bij Hoofdstuk 7

Mary

'Zal ik je tas even dragen?' Vraagt Jessie aan mij. Ik haal mijn neus voor ze op. Ja, dààg! Al lopend duw ik hem omver, en loop naar mijn vader toe. 'Papa?' Vraag ik met mijn allerliefste neppe stem. 'Wanneer gaat onze vlucht?' Mijn vader draait zich om en glimlacht. 'Ik wist het wel! Zie je wel hoe goed je Nederlands kan?' Weer laat ik mijn nep glimlach zien. Dan voel ik de ogen van mijn broers branden in mijn rug. Ik negeer het, al doet het pijn. In mijn hart, niet op mijn rug. Als ik zie hoe mijn vader met moeite de kleine lettertjes op het ticket probeert te ontcijferen, slaak ik een diepe zucht. 'Ik ben omringt met idioten.' Mompel ik zacht. Gelukkig hoorde niemand dat, anders zou mijn vader niet zo vrolijk antwoorden. 'Om half 5! Dat betekent dat we nog een half uurtje hebben! We moeten opschieten.' Net op dat moment horen we de intercom zeggen: Op de vlucht van New york naar Amsterdam is vertraging, het heeft te maken met het onweer in Amsterdam.' Dan zien we het ook op het bord: 2 uur vertraging. Ik kreun. Natuurlijk. Maar gelukkig heeft mijn vader een oplossing. Hij pakt zijn portemonee en geeft ons ieder 500 euro. Geen idee waarom hij dat los geeft, waarschijnlijk om indruk te maken op de voorbijgangers die het zien. 'Ik zie jullie over 2 uur weer terug op deze plek. En als de vlucht eerder gaat, dan komen jullie eerder.' Ik krijp het geld en loop weg. De hondenkooi met Alladin erin geen ik aan mijn vader. Het is moeilijk winkelen met een hondje erbij.

Als ik even later door het 'winkelcentrum' loop, voel ik dat iedereen naar mij kijkt. Natuurlijk doen ze dat, en waarschijnlijk kennen ze me allemaal van de populaire tv-serie Pretty Little Lairs, of van Glee, of anders wel van de bij-rollen die ik heb gespeelt in grote films. Normaal hou ik wel van een beetje roddels, al waren ze van mijzelf. Maar niet nu. Ik wil alleen maar even winkelen! Als ik de H&M zie, duik ik er snel in. Nog net zie ik mensen foto-toestellen pakken.
Dit gaat fout. Ik loop, ren bijna maar het einde van de winkel. Als ik niet verder kan, laat ik me op een krukje zakken. Langzaam kijk ik om me heen niemand. Vreemd. Als ik opsta voel ik iemand op mijn schouder tikken. Ik slaak een gil van schrik. Ik voel hoe een krachtige hand zijn hand voor mijn mond doet, en de andere arm om mijn middel houd en mij optilt. Ik probeer me te verzetten, maar degene die me vast houd is veel te sterk. Even later zet de persoon mij in een leeg kleedhokje, kijkt even om zich heen en gaat er dan ook in. Hij doet het kleedhokje dicht. Op slot. Verontwaardig sta ik op. Met moeite kan ik eindelijk iets zeggen. 'Wat wil je van me?' De persoon draait zich om, en ik eindelijk kan ik zien wie het is. Een jongen van ongeveer mijn leeftijd kijkt mij aan. 'Ben jij Mary?' Ik knik langzaam, geen idee of ik het goede antwoord moet geven of niet. Hij haalt wat uit zijn zak. Ik vrees op het ergste, maar dan zie ik het. Een politiepenning. Verbaast kijk ik de jongen aan. 'Wat is dit?' Hij komt naast me op het bankje zitten, en nu kan ik zijn gezicht nog beter zien. Hij is knap, al zou ik dat niet zo snel tegen hem zeggen. 'Ik moet op je passen.' Antwoord hij. Verbaast denk ik na. Op mij passen? Waarschijnlijk weet hij wat ik denk, en antwoord weer. 'Ik moet er voor zorgen dat je niks overkomt, en ik moet 24-7 bij je blijven. Boos sta ik op. 'Wat?! Heeft mijn vader met iets of dit te maken?' Hij zucht, alsof hij denkt: Waarom krijg ik weer met zo'n dom kind om op te passen. 'Nee.' Antwoord hij dan. 'We hebben een anonieme tip binnen gekregen. Iemand wilt jou iets aandoen.'

Reageer (2)

  • XxcupcakesxX

    Dank je wel :)
    Ik heb echt zin om verder te schrijven, duss,
    Anne, ookal zit je nu in België, zou je even verder kunnen schrijven?? ;P

    1 decennium geleden
  • xCelineehh

    Spannend!!
    Goed geschreven Esther!!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen