Verandering van plan.
Ik glimlach. Mijn kansen keerden van zodra ik Edward ontmoette. Ik kon me al geen leven meer voorstellen zonder hem. Hij was mijn alles en meer.
Op dat moment zag ik het huis opdoemen.
Gek maar ik was nog maar twee minuten aan het rennen.
Ik liep het huis binnen en zag meteen dat er iets mis was. Edward zat op zijn knieën met zijn handen voor zijn gezicht geslagen te snikken en Alice, Rosalie en Esmée keken elk geschokt.
"Edward?!" riep ik terwijl ik op hem afliep. Ik omhelsde hem. Dat was het enige dat ik kon bedenken.
"Wat is er?" vroeg ik, hopend dat ik kon helpen.
Hij ging rechter zitten zodat ik hem moest los laten en nam mijn gezicht in zijn handen. Hij keek naar me alsof ik op sterven lag en ik wist meteen wat er gebeurd was.
"Ze komen?" vroeg ik, hoewel ik geen bevestiging nodig had. Hij knikte.
Ik sloeg mijn armen weer om hem heen.
"Het komt wel goed," beloofde ik. Hij schudde lichtjes zijn hoofd.
"Nee, Alice ziet geen uitweg Bella, maar ze gaan je niet zomaar te pakken krijgen." Dat laatste klonk als een belofte.
"Ik weet waarom Alice geen uitweg ziet," onderbrak ik hem.
"Hoezo? Waarom dan?" Hij kwam weer recht en keek me met een plotseling sprankje hoop in zijn ogen. Hij hoopte vast dat als hij de oorzaak weg kon nemen hij me kon beschermen.
"Door mij," zei ik.
"Wat?!"
Edward P.O.V.
Ik wilde het niet geloven. Zij kon onmogelijk de reden zijn dat de hele situatie zo hopeloos was. Waarom zou ze me dit aan willen doen?
"Ik begrijp het denk ik niet," zei ik toen ze niets zei.
"Ik heb een hele tijd geleden besloten dat als ze naar jullie opzoek zouden gaan ik weg zou gaan. Dan kunnen ze jullie niets maken." Ik schudde ongelovig mijn hoofd.
"Bella, ze gaan ons hoe dan ook eerst tegen komen. En als Aro van onze gaven hoort...de kans dat hij mij, Alice en mogelijk ook Jasper in de wacht zal willen is sowieso groot. Dus als je had gewild dat hij ons met rust liet dan is jouw idee geen goede tactiek. Tenzij je jezelf in veiligheid wilt brengen dan is bij ons weggaan uiteraard een goede zet."
Ik wist heel goed dat haarzelf in veiligheid brengen nog geen seconde bij haar opgekomen was. Wij waren degene die ze wauw beschermen. En uit haar reactie bleek mijn gelijk.
"Je weet best dat het me niks kan schellen wat er met mij gebeurd! Ik wil niet dat ze jullie te pakken krijgen. Ik ga niet wegrennen maar ze tegemoet komen." Ik keek naar Alice. Ze begreep wat ik wilde en sloot haar ogen.
"Als ze jouw hebben zal Aro besluiten ons toch nog op te zoeken. Zijn nieuwsgierigheid is al gewekt en hij wil graag Carlisle weer zien. Hij weet dan wel nog niet dat er hier gaven zijn die hij zou kunnen gebruiken, maar hij wil zijn oude vriend terug zien," zei Alice waarna ze haar ogen weer opende Bella streng aankeek.
Bella keek teleurgesteld. Ze had niet verwacht dat Aro wel degelijk met Carlisle begaan was.
"Ik weet dat jij hem niet echt mocht toen je hem tegenkwam, maar hij en Carlisle konden het goed vinden. En ook Marcus en Caius mochten hem. Hij komt hier hoe dan ook heen of hij je nu vind of niet. Als je weg gaat betekend dat alleen dat ze jouw niet zo snel of misschien zelfs niet zullen vinden. Ons vind hij vroeger of later. Dus als je ons wilt beschermen kan je beter hier blijven en met Aro praten. Hij kan je nergens toe dwingen. Het komt in orde," beloofde ik nogmaals. Ze keek naar beneden en Alice visioen veranderde. Bella was bij ons, Aro zou rustig naar ons luisteren en ons met rust laten. Er waren nog andere mogelijkheden natuurlijk maar dit was de meest waarschijnlijke. Ik nam haar gezicht vast en kuste haar teder.
"Heb vertrouwen in me Bella. Het komt goed," fluisterde ik zachtjes. Ze keek op en knikte. Ik glimlachte.
"Kom," zei ik terwijl ik haar bij haar hand nam en mee naar buiten trok.
"Wat gaan we doen?" vroeg ze.
"Rennen, ik weet niet hoe het met jouw zit maar ik kan wel wat ontspanning gebruiken," zei ik. Ik wilde ook even met haar alleen zijn, maar dat zei ik er nog niet bij. Algauw renden we te samen door de bossen op een bekende open plek hield ik halt. Bella keek haar ogen even uit.
"Wauw, wat mooi." Ik glimlachte.
"Ik had je dit al eerder willen laten zien, maar ik ben er nooit toe gekomen. Alice trok je steeds weg als ik met je wilde gaan," zei ik schouderophalend. Ze glimlachte een beetje verlegen naar me.
"Je bent zo ongelofelijk mooi," fluisterde ik waarna ik haar weer kuste. Deze kus was anders dan gewoonlijk. Ik was zo opgelucht dat alles toch goed kwam, dat we mogelijk nog de eeuwigheid in vrijheid bij elkaar konden zijn, dat ik vergat me in te houden.
Ik kuste haar vol passie en liefde en zij ging gelijk met me op. Plots lag ik met mijn rug in het gras. Ik voelde haar lichaam tegen het mijne drukken en ik gromde verlangend. Bella opende haar lippen en onze tongen vonden elkaar. Ik rolde haar op haar rug en keek haar toen met smeulende ogen aan. Bella streelde mijn wang en ik merkte dat we beiden buiten adem waren.
Ik wilde iets zeggen maar toen werden we beiden gealarmeerd door een geluid van iets dat ons naderde.
Er zijn nog geen reacties.