De volgende dag is het weer tijd om naar school te gaan.
Ik doe mijn uniform aan, zet mijn boekentas op mijn rug, geef mijn moeder een zoen en spring op mijn fiets.
Als ik op school aankom, staat Tselmeg me al op te wachten.
"Hé, Tenzin! Kom je volgende week ook naar mijn verjaardagfeest?" vraagt Tselmeg.
"Wanneer?" vraag ik.
"Volgende week woensdag van 18 uur tot 22 uur."
"Ik weet het je morgen te zeggen."
Dan gaat de bel, we moeten naar de les.
Als de lessen gedaan zijn, fiets ik naar huis.
Ik ga naar binnen en ruik de geur van verse spinazie.
Heerlijk, spinazie is mijn lievelingsgerecht.
"Tenzin, ben jij dat?"
"Ja moeder, ik kom zo. Nog even mijn boekentas weg zetten."
Ik loop naar boven en laat mijn boekentas op mijn bed vallen.
Ik ren zo snel ik kan naar beneden en ga aan tafel zitten.
"Spinazie?" vraag ik.
"Ja. Je lievelingseten!" antwoordt mijn moeder.
Ze zet de pot op tafel, doet een grote schep op mijn bord, vult ook haar bord en gaat zitten.
"Hoe was het bij je vader, Tenzin?"
"Zoals altijd hé!"
"Tja, ik heb medelijden met je."
Als ons bord leeg is, krijg ik nog een ijsje.
Een Dame Blanche, overheerlijk.
"Moeder?"
"Ja, Tenzin?"
"Ik hou van jou!"
"Maar jongen toch, ik ook van jou hé!"
Als mijn ijsje op is, loop ik naar boven en maak mijn huiswerk.
Dan ga ik terug naar beneden en vraag aan mijn moeder: "Moeder, mag ik volgende week woensdag van 18 tot 22 uur naar Tselmegs verjaardagfeest?"
"Natuurlijk mag je dat! Wat moet hij hebben? Geld? Een bon voor een of andere winkel? Of misschien iets om te bouwen? Of ..."
"Nee moeder, hij houdt heel veel van computers, dus misschien kan ik hem een computerspel geven."
"Goed idee, Tenzin. Hier heb je wat geld voor het cadeau."
De week verloopt rustig. Elke dag opstaan, naar school gaan, naar huis gaan, eten, huiswerk maken, tv kijken of praten met moeder en ten slotte gaan slapen.
Eindelijk is het zover. Vandaag is het Tselmegs verjaardagfeest. Na school ga ik eerst nog even naar huis, geef mijn moeder een zoen en ga naar Tselmegs huis.
Als ik eindelijk bij zijn huis ben, is het al 18:15 uur. Ik ben dus te laat.
Ik bel aan, maar er doet niemand open. Ik bel nog eens, maar weer doet er niemand open. Ik ga naar de buurvrouw en vraag of zij Tselmeg heeft gezien.
"Ja, ik heb Tselmeg gezien, hij moet wel thuis zijn, want ik heb hem zijn huis niet zien verlaten. Maar wacht, hier heb ik een sleutel van zijn huis. Hij heeft me die gegeven voor als hij die zou vergeten."
Ik pak de sleutel aan.
"Bedankt!" zeg ik.
Ik doe de deur open, geef de sleutel terug en ga naar binnen.
Beneden zie ik niemand, dus ga ik boven eens kijken.
Ik stap op de trap, trede voor trede.
Ik voel me niet echt op mijn gemak, want de trap is heel onstabiel.
Als ik op de laatste trede sta, hoor ik een krak en de trap stort neer.
Ik kan me nog net op tijd vasthouden aan de rand van de bovenverdieping en ik klim naar boven.
Als ik boven ben, hoor ik gemompel.
Ik ga kijken waar het vandaan komt. Het komt van achter deze deur.
De deur is op slot, maar de sleutel hangt nog aan het slot.
Ik draai de sleutel om en tot mijn grote verbazing zie ik al mijn vrienden, inclusief Tselmeg, vastgebonden op de grond zitten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen