Wendigo .:2:.
Ik keek naar de hand die nog steeds op mijn schouder lag en moest blozen toen ik naar het gezicht van de man keek. Toen hij mij zag blozen trok hij snel zijn hand terug maar hij bleef mij aankijken omdat hij waarschijnlijk op een antwoord wachtte. Na een lange stilte herstelde ik me en nam mijn houding weer aan om te laten zien dat ik niet verlegen was. ‘We houden een onderzoek in een heel belangrijke zaak namens de politie’, zei ik trots tegen de twee mannen terwijl ik mijn handen in mijn zij zette. De man keek me spottend aan maar zijn vriend stak tot mijn verbazing zijn hand uit. ‘Sam …. Davidson aangenaam’, zei hij glimlachend en hij schudde mijn hand. Ik keek hem wat wantrouwend aan. Waarom had hij zoveel moeite met zijn achternaam? Ik keek even naar de andere man maar die had nog steeds die spottende grijns op zijn gezicht dus ik wende me weer naar Sam toe. Terwijl Sam naar Jake toeliep kwam die andere man naar mij toe. ‘Luister, het is niet veilig voor kinderen om nu door het woud te gaan struinen dus speel even ergens anders politie agentje’, zei hij en voor dat ik het wist pakte hij me bij de schouder en duwde hij me weer terug naar het pad. Ik zag dat Sam hetzelfde deed met Jake die hem niet begrijpend aankeek. ‘Maar ik zweer het!, we zitten echt bij de politie!’, piepte ik en ik verzette me tegen hem. Dit ging nogal moeilijk omdat hij nogal sterk was maar ik zette mijn hakken in het zand waardoor hij me niet nog verder kon duwen. Toen hij begreep dat het geen zin had om me verder te duwen stopte hij en keek me zuchtend aan. Ik grijnsde uitdagend en opeens werd ik omhoog getild en hing ik zowat over zijn schouder. ‘Dan maar op deze manier’, zei hij en ik hoorde gewoon de lach in zijn stem. ‘Dean….’, zei Sam en hij keek Dean hoofdschuddend aan. Dean stopte maar liet me niet los, ‘Wat Sam?, denk je nou echt dat zij bij de politie zitten?’, zei hij spottend met een opgetrokken wenkbrauw. Ik begon nijdig te worden en probeerde woedend oogcontact te maken maar ik hing over zijn schouder dus dat had geen zin. Waar was Jake nou als je hem nodig had? Jake kwam net op dat moment naar Dean toegelopen en liet hem zijn badge zien. Ik kon niet zin wat de reactie van Dean en Sam was maar ik werd gelukkig weer neergezet en ik keek tevreden naar Jake. Dean keek me ietwat nijdig aan. ‘En waar is jouw badge dan?’, vroeg hij en meteen verstijfde ik. Jake zag dat ik naar een antwoord zocht. ‘Ze is met mij mee, we zijn op onderzoek gestuurd door inspecteur Wood en we zouden het fijn vinden als jullie ons verder met ons werk laten gaan’, zei Jake snel en hij glimlachte nepvriendelijk. Sam stond daar maar en hij zei niks maar Dean liet het hier duidelijk niet bij zitten en dat zag je aan zijn gezicht. ‘Waarom zijn jullie eigenlijk hier?, dit is afgezet gebied voor het onderzoek van de politie’, vroeg ik. Nu zag ik Sam en Dean met een mond vol tanden staan en ik moest lachen om Dean’s gezichtsuitdrukking. Dean keek mij meteen geamuseerd aan, ‘wat is er zo grappig?’. ‘Niks’, zei ik snel en ik probeerde weer serieus te kijken. Dean pakte opeens iets uit zijn jas en klapte het open. Met open mond staarde ik ernaar want het zag er uit als iets van de FBI of zo. Voordat ik het beter kon zien klapte hij het weer dicht en stak het lachend weer in zijn jas. ‘Sinds wanneer is de FBI ook op dit onderzoek aangewezen?’, vroeg Jake verbaasd. ‘Laat maar Jake ze zijn bezig met hun ‘onderzoek’ dus laten we het onderzoek maar staken’, zei ik en ik pakte hem bij de arm. Hij keek me raar aan en ik zuchtte, ‘Tja, als de FBI er al mee bezig is kunnen hun er maar beter verder aan werken’. Dean keek me verwonderd aan en zette een glimlach op. Even was ik afgeleid door zijn glimlach en snel probeerde ik mijn blik op iets andere te richtten. We liepen van hun weg en net toen we uit hun zicht waren begon ik te lachen. Jake keek me vragend aan en ik knipoogde plagend. ‘Je dacht toch echt zeker niet dat zomaar ons onderzoek opgaf?’, grinnikte ik en ik keek snel achterom toen ik dacht de stemmen van Dean en Sam te horen die nu steeds dichterbij kwamen. Snel werd ik de ergens de struiken ingesleurd en Jake en ik maakten ons zo klein mogelijk zodat ze er niet achter kwamen dat we er nog waren. ‘Ok Sam, aan de sporen en wat van de kampeerplaats over is hebben we zo te zien te maken met…’ hoorde ik Dean zeggen en ik gluurde door de struiken heen om hem in een klein boekje te zien bladeren. ‘Hebben we waarschijnlijk te maken met een Wendigo’, maakte Dean zijn zin af en ik trok een wenkbrauw op. Ik groef diep in mijn geheugen want ik had ooit iets over een Wendigo gehoord of gelezen. Toen wist ik het weer. Ik had ooit ergens iets van een Wendigo gelezen in een oud boek van mijn vader maar was dat niet zoiets als een monster wat niet bestond? Toen ze uiteindelijk voorbij liepen kwamen we langzaam weer uit de struiken. Ik nam aanstalten om hun te volgen maar Jake hield me tegen. ‘Mia, misschien is het geen goed idee om ze te volgen, straks ontdekken ze ons nog’, fluisterde hij. Ik haalde mijn schouders op. ‘Als ze ons ontdekken verzinnen we gewoon weer een list’, zei ik en met dat volgden we Sam en Dean. We bleven steeds op afstand zodat ze ons niet zouden zien en op een gegeven moment kwamen we op een open plek. Ik keek om me heen maar Sam en Dean waren nergens te zien. ‘Kijk hier liggen allemaal stukken stof’, zei Jake en hij wees naar de grond. ‘Dit is volgens mij die kampeerplek’, zei hij na een tijdje en ik keek hem verwilderd aan. Van de kampeerders was al geen enkel spoor maar all er alleen al weinig over was van de kampeerplaats werd het alleen maar moeilijker om verder te komen. Uit mijn ooghoek zag ik een paar strepen in het zand. Ik liep langs een stapeltje verbrand hout wat waarschijnlijk als kampvuur was gebruikt en bleef staan bij de sporen. ‘Kom een kijken, Jake’, mompelde ik en ik knielde naast de sporen neer. Hij kwam naar me toe en keek verbaasd naar de grond. Ik slikte, ‘kan het zijn dat ze hier iets weg hebben gesleept of zo?’ Opeens ging Jake’s zijn mobiel af en hij nam meteen op. ‘Ja met Jake,…. Ja… ok, ik kom eraan!’ en hij stak zijn mobiel weer terug. ‘Het andere team denkt iets gevonden te hebben en ze vroegen om onze hulp’, beantwoorde hij mijn vragende blik. Ik keek naar de grond. ‘Jake, ik denk dat het handiger is als ik hier eerst blijf want we willen toch die zaak oplossen en het liefst eerder dan die andere amateurs toch?’, mompelde ik. Jake keek me even bedenkelijk aan maar grinnikte toen. ‘Ok, maar let wel op hè?’, zei hij en ik knikte wild. Hij stond op en keek nog een keer om. ‘Als er iets is dan bel je me meteen, is dat duidelijk?’, zei hij serieus en ik rolde met mijn ogen. ‘Ja, meneer’, glimlachte ik en hij lachte terug om daarna in de struiken te verdwijnen. Toen ik eenmaal alleen was keek ik om me heen. Hier was nu niet veel te doen…. Ik keek weer naar het spoor. ‘Misschien leid het spoor wel ergens naartoe wat het onderzoek verder kan helpen’, mompelde ik tegen mezelf en ik stond op. Langzaam begon ik het te volgen terwijl ik nog steeds oplette of ik nog ergens ‘FBI’ zag. Ik kwam uit bij de ingang van wat op een soort grot leek en liep ondanks dat ik me er niet helemaal vertrouw bij voelde toch naar binnen. Eenmaal binnen was het stikdonker en ik kon haast geen hand voor ogen zien dus scheen ik met mijn mobiel bij. Steeds verder dwaalde ik naar beneden en op een gegeven moment dacht ik iets te horen. Ik dacht een soort gejammer te horen en ik kreeg rillingen over mijn rug. ‘Hallo, is daar iemand?’, hoorde ik mezelf zeggen en meteen stopte het gejammer. In plaats daarvan hoorde ik opeens laag gegrom en langzaam pakte ik het pistool wat ik mee had genomen. In een keer draaide ik me om en richtte mijn pistool verdedigend op degene die achter me stond. Mijn mond viel open toen ik zag wat er achter mij stond en net toen ik wou gillen kwamen Sam en Dean eraan rennen met een paar andere mensen achter zich aan. ‘Buk!’, commandeerde Dean en ik dook meteen naar de grond. Ik hoorde hoe een paar kogels werden afgevuurd en voordat ik weer overeind kon kruipen pakte Dean me beet en sleurde me weer terug naar de ingang. ‘Sam!, ren met de anderen naar buiten, nu!’, schreeuwde Dean en in plaats van naar buiten te rennen sloeg hij een van de gangen in en stopte. ‘Wat…’ probeerde ik te zeggen maar hij stak zijn hand op en keek voorzichtig om de hoek. Mijn hart bonsde in mijn keel. Waarom renden we niet meteen naar de uitgang? Ik kneep mijn ogen dicht toen ik een schreeuw van Dean hoorde en een paar schoten.
Reageer (5)
woaaaaaaaaaah 0,o
1 decennium geledenspannend~~!
Ik hoop datze er heelhuids weg komen
snel verder please <3
xx<3
Super leuk!!!!!
1 decennium geledenGa snel verder!!!!
-xxx-
Super stuk
1 decennium geledendoooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooor
1 decennium geledendoooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooor
1 decennium geleden